Schuldentsunami bedreigt opkomende economieën

Schuldentsunami bedreigt opkomende economieën

Door de coronacrisis zijn de schulden wereldwijd explosief toegenomen. Volgens het Institute of International Finance (IIF) stijgt de wereldwijde schuldenberg dit jaar naar een record van $272 biljoen. Het zijn vooral de ontwikkelde economieën die geld lenen, maar het zijn de opkomende economieën die als eerste in de problemen zullen komen. Niet voor niets waarschuwde kredietbeoordelaar S&P onlangs voor een tweede golf van afwaarderingen.

Internationale organisaties als de G20 en het IMF roepen daarom op tot schuldverlichting voor opkomende economieën. Dit weekend komen regeringsleiders van de G20 in een virtuele meeting bijeen. Daar zullen ze ook praten over een mogelijke schuldverlichting voor de meest kwetsbare economieën. Wat kunnen we van dit overleg verwachten?

Schulden stijgen in recordtempo

Door de coronacrisis zijn de schulden wereldwijd nog verder opgelopen. Overheden kwamen met nieuwe stimuleringsmaatregelen, waardoor de staatsschulden verder stijgen. Ook hebben bedrijven extra krediet nodig om de verliezen op te vangen en de crisis te overbruggen. De laatste cijfers van het IIF schetsen een somber beeld, want al die extra schulden leiden amper tot meer economische groei.

De afgelopen vier jaar steeg de wereldwijde schuldenlast met $52 biljoen, terwijl dat in de vier jaar daarvoor nog maar $6 biljoen was. Een groot deel daarvan zijn staatsschulden, die landen alleen kunnen terugbetalen als hun verdiencapaciteit verbetert. En daar wringt de schoen, want de afgelopen vier jaar groeide de wereldeconomie gemiddeld slechts 2,9% per jaar. Dat is amper meer dan het gemiddelde van 2,8% groei per jaar in de vier jaar ervoor, toen er veel minder schulden bij kwamen.

Wereldwijde schuldenberg is de afgelopen vier jaar aanzienlijk toegenomen (Bron: IIF)

Schuldenval

We dreigen mondiaal in een schuldenval terecht te komen. Volgens IIF-directeur Sonja Gibbs kan de enorme groei van de schuldenberg leiden tot een ‘Japanificatie’ van de wereldeconomie. Dat betekent dat meer landen te maken zullen krijgen met lage economische groei, lage inflatie en een toename van het aantal zombiebedrijven.

De meeste ontwikkelde economieën genieten het vertrouwen van de kapitaalmarkt en kunnen daardoor nog steeds goedkoop lenen. Ook profiteren ze van het ruime monetaire beleid van hun centrale banken. Daardoor kunnen Westerse landen hun schulden relatief goedkoop financieren. Veel problematischer is de situatie in de minder ontwikkelde landen. Zij lenen vaak in vreemde valuta en betalen door hun lagere kredietstatus een veel hogere rente. Onderstaande grafiek van kredietbeoordelaar S&P Global Ratings brengt dat verschil goed in beeld.

Europese landen hebben de hoogste staatsschuld, maar betalen de laagste rente (Bron: S&P Global)

Schulden herstructureren?

Zoals we eerder al schreven op Geotrendlines komen steeds meer landen door de coronacrisis in acute betalingsproblemen. Sinds het begin van dit jaar hebben Ecuador, Libanon, Belize, Suriname en Argentinië al een betaling gemist of een deel van hun schulden moeten herstructureren. De vrees is dat veel meer landen in de problemen zullen komen.

Daarom kwamen de ministers van Financiën en de centraal bankiers van de G20-landen in oktober al tot een overeenkomst om 73 landen uitstel van betaling te geven voor de komende zes maanden. Het is een eerste stap richting het herstructureren van schulden, maar daarmee is het probleem niet opgelost. Amnesty International en de internationale non-profit organisatie CIVICUS doen een beroep op de G20-landen om meer te doen. Zij vinden dat de armste landen veel langer uitstel moeten krijgen, namelijk tot het einde van volgend jaar.

De schuldenproblematiek van de arme landen is zelfs zo groot dat sommige landen momenteel meer geld kwijt zijn aan rentelasten dan aan publieke voorzieningen zoals gezondheidszorg. Pakistan heeft zelfs opgeroepen om een deel van de schulden helemaal weg te strepen. Daarvoor moeten alle schuldeisers met elkaar om de tafel zitten, maar dat wordt steeds lastiger.

China

De schuldenproblematiek van opkomende landen was vroeger vooral een Westerse aangelegenheid. De armste landen hadden vooral schulden bij Westerse landen en bij internationale instituten als het IMF en de Wereldbank. Deze partijen konden het na overleg vaak wel eens worden over een herstructurering of kwijtschelding van schulden. Dat is anders nu ook China een belangrijke rol speelt als kredietverlener.

China heeft de afgelopen jaren leningen verstrekt aan verschillende Aziatische en Afrikaanse landen. Een deel van die leningen is verstrekt onder het ambitieuze Belt and Road programma, waarmee Chinese bedrijven ook buiten hun eigen landsgrenzen kunnen bouwen aan grote infrastructurele projecten. Nu veel van deze landen door de coronacrisis in de financiële problemen komen stelt China zich hard op. Ze wil alleen meedoen aan schuldverlichting als ze daar iets voor terugkrijgt. Daardoor is het nu veel lastiger om internationaal tot een akkoord te komen over schuldverlichting.

Beleggingsfondsen

De herstructurering van de schulden van arme landen wordt ook bemoeilijkt door gebrekkige medewerking van private geldschieters, zoals beleggingsfondsen en pensioenfondsen. De ministers van Financiën en de centraal bankiers van de G20-landen lieten in een perscommuniqué weten 'teleurgesteld' te zijn in de opstelling van de private sector. "Het wordt tijd dat de private sector ook deelneemt aan herstructurering van de schulden", zo verklaarde de Saoedische minister van Financiën Al-Jadaan tijdens het vorige G20-overleg in oktober.

Beleggingsfondsen zijn terughoudend om verliezen te nemen, omdat ze door de coronacrisis al een moeilijk jaar achter de rug hebben. Pensioenfondsen worstelen met de lage rente, waardoor ze steeds meer risico moeten nemen om rendement te behalen en hun dekkingsgraad te herstellen. Daarom zijn ook zij terughoudend om af te schrijven op leningen aan armere landen.

Schuldentsunami

Als Chinese kredietverleners en beleggingsfondsen wereldwijd voet bij stuk houden dreigt een veel grotere schuldencrisis. En die kan uiteindelijk ook China raken, zoals we begin dit jaar al schreven in het Insider artikel 'Begint de economische wereldcrisis in opkomende markten?'. Het doorrollen van leningen kan in dat geval voor veel opkomende economieën een groot probleem worden.

Tot en met eind volgend jaar moeten opkomende economieën volgens het IIF voor $7 biljoen aan leningen doorrollen, waarvan 15% in dollars genoteerd staat. Het wordt voor deze landen steeds moeilijker om leningen te herfinancieren. Het IMF waarschuwde dat arme landen daardoor minder goed zullen herstellen van de coronacrisis en dat de kloof met de rijke landen daardoor verder zal toenemen. Als de coronacrisis aanhoudt  kan dit leiden tot een ongecontroleerde reeks van wanbetalingen en zijn de gevolgen niet te overzien.

Lees ook:

Frank Knopers

Frank Knopers

Frank Knopers studeerde bedrijfswetenschappen aan de Universiteit Twente in Enschede en behaalde een Master in Financial Management met een onderzoek naar de effectiviteit van waardebeleggen (value investing) in Nederland. Sinds het uitbreken van de financiële crisis is Frank zich gaan verdiepen in het geldsysteem en de goudmarkt.

Lees alles van Frank Knopers »