Beleggen, speculeren en dwarsdenken

Beleggen, speculeren en dwarsdenken

Beleggen stond vaak gelijk aan denken op de lange termijn. ‘Buy and hold’ bleek een succesvolle beleggingsstrategie en als de beurs een keer daalde was buy the dip het advies: kopen bij elke correctie. Want de beurzen stegen toch altijd. De coronacrisis en de Oekraïnecrisis hebben de toekomst veel onzekerder en de beurzen veel volatieler gemaakt. De huidige tijd markeert een belangrijk kantelpunt die ook een andere beleggingsstrategie vergt: meer korte termijn denken, meer dwarsdenken en meer speculeren. Want wat gebeurt er als we de top hebben bereikt en ‘buy and hold’ niet langer werkt?

Beleggen

Beleggers blijken vaak veel informatie te lezen over producten en markten waarin ze willen investeren, waardoor ze goed beslagen ten ijs komen. Ook vragen ze vaak advies, overleggen met anderen en maken vervolgens een afweging wat te gaan doen. Ze zijn rationeel en wikken en wegen veel. Beleggers hebben vaak veel geduld. Zij kiezen vaak voor de lange termijn, voor de strategie van ‘buy and hold’. Dat scheelt bovendien flink in de transactiekosten. ‘Buy and hold’ is ook de beleggingsstrategie die bijvoorbeeld de succesvolste belegger en miljardair en Warren Buffett al jaren propageert en hem al decennia lang in het lijstje van rijkste mensen van de wereld houdt.

Goede beleggers zijn flexibel, open-minded, nieuwsgierig, voorzichtig, analytisch en zelfkritisch ingesteld. Zij passen hun voorspellingen en verwachtingen meerdere keren aan. Of zoals de beroemde Britse econoom John Maynard Keynes verklaarde: ‘als de feiten veranderen, verander ik van mening‘. Voor hem waren gemaakte fouten gelegenheden om te leren, te verbeteren en opnieuw te proberen: 'forget the mistake, remember the lesson'.

Maar de allerbelangrijkste eigenschap van goede beleggers is dat zij gefocust zijn: ze gaan ervoor, ze gaan door en geven nooit op tot ze een oplossing hebben gevonden voor een probleem. Deze eigenschap is zelfs drie keer zo belangrijk als de tweede belangrijke eigenschap: intelligentie. Kortom, succes is 75 procent transpiratie en 25 procent inspiratie. De allerbelangrijkste eigenschap van goede beleggers is dat zij de minste waarde hechten aan de laatste en nieuwste informatie die zij ontvangen – de waan van de dag. Nieuws op televisie en uit dagbladen is de slechtste indicator om op te handelen. Wie daarop gaat beleggen, zal het snelst zijn geld verliezen.

Goede beleggers wikken en wegen oude en nieuwe informatie en denken probabilistisch. Dat wil zeggen: zij gebruiken meerdere mogelijke toekomstscenario’s en laten er kansberekeningen op los. Ze beschouwen de toekomst niet als hetgeen wat er zou gaan gebeuren, maar als een reeks van gebeurtenissen met elk een bepaalde mate van waarschijnlijkheid, een kansberekening. Elkaar tegensprekende toekomstscenario’s of uitkomsten kunnen zo in één enkele voorspelling worden gegoten.

Speculeren

Tussen beleggen en speculeren bestaan meerdere verschillen. Beleggen is het verwerven van aandelen voor de bedrijfseconomische waarde en toekomstige inkomsten. Denk bijvoorbeeld aan de uitkering van dividend. Speculeren is het kopen van aandelen met als doel te profiteren van koersveranderingen. De onderliggende waarde speelt daarin vaak nauwelijks een rol van betekenis. Het belangrijkste verschil is dat beleggers hun kapitaal beschikbaar stellen voor een bedrijf als investering en zij niet voor de korte maar voor de lange termijn investeren. Speculeren is louter gericht op korte termijn prijsontwikkeling. Bovendien zorgen speculanten vaak voor tegenwicht en voor liquiditeit. Als bij wijze van spreken iedereen koopt, verkopen zij en als iedereen verkoopt zijn zij juist kopers.

Speculanten willen alleen maar profiteren van prijsschommelingen in de markt, door long of short te gaan. Zij handelen vaak met producten die een hefboom hebben, waardoor met relatief kleine bedragen grote winsten – maar ook grote verliezen – kunnen worden behaald. Deze producten zijn door de hefboom vaak zeer risicovol. Hoe groter de hefboom, hoe groter het risico en hoe hoger het mogelijke rendement. Bovendien geldt: wie veel geld heeft, kan speculeren. Wie weinig geld heeft, moet speculeren.

Speculanten gaan vaak tegen de menigte, tegen de massa en tegen de markt in. Als iedereen koopt, gaan zij short en visa versa. Dat vereist veel moed, want het is buitengewoon moeilijk om je te onttrekken aan de algemeen heersende stemming van beleggers, (centrale) bankiers, pers en publiciteit. De mens is immers een kuddedier, gevoelig voor de algemeen heersende opinie. De grote schrijver en denker Mark Twain stelde al dat telkens wanneer je jezelf bij de meerderheid schaarde het de hoogste tijd was om te pauzeren en kritisch na te denken.

Dwars denken en doen

Als je het tegenovergestelde doet van wat iedereen doet, is het risico gigantisch. Dwars denken en handelen is daarom heel moeilijk. Dat is de reden waarom maar weinigen het succesvol kunnen. Tegen de overheersende mening ingaan, vereist behalve veel moed ook veel kennis, denkwerk en ervaring.

Dat ging ook op voor de beroemdste speculanten uit de tijd van de grote crash op Wall Street in 1929. Mannen als Bernard Baruch, Jesse Livermore en Joseph P. Kennedy (vader van John F. Kennedy) hadden al hun aandelen verkocht en gokten op een drastische daling. Zij speculeerden à la baisse, dat wil zeggen: zij leenden aandelen – van bijvoorbeeld tien dollar per stuk – van een effectenmakelaar die zij daarvoor een honorarium betaalden. Daarbij ging het om grote hoeveelheden aandelen, die zij direct verkochten tegen de koers van bijvoorbeeld tien dollar.

Als de aandelenkoers zou zakken, van tien naar bijvoorbeeld vier dollar, dan konden zij de aandelen voor vier dollar terugkopen en teruggeven aan de makelaar van wie zij ze geleend hadden. Het verschil van zes dollar per aandeel was winst en die staken zij in hun zak. Als de koersen zouden stijgen, dan waren de verliezen navenant. Maar dat gebeurde niet. Verre van dat… De aandelenbeurs van Wall Street zou binnen drie jaar tijd met 90 procent kelderen. Zo verdienden zij kapitalen aan de crash. De laatste legde toen de basis voor het fabuleuze familievermogen van de Kennedy’s.

Koers van S&P 500, de 500 grootste beursgenoteerde bedrijven in de VS, gedurende 1929-1932

Speculeren heeft de toekomst

Het menselijk wezen is nog steeds hetzelfde als dat van duizenden jaren geleden en wordt, als het om geld gaat, nog steeds gedreven door twee krachtige karaktertrekken: hebzucht en angst. Deze wisselen elkaar af en bepalen in economisch opzicht zijn gedrag. Hebzucht is de basis van het handelen van de belegger en van de mens in het algemeen. Dat was vroeger het geval en dat is nog steeds zo.

De mens wil altijd meer. In tijden van economische voorspoed en optimisme creëert hebzucht sufferds die erom vragen bedrogen te worden en slimmeriken die hierop inspelen. Kuddegedrag fungeert hierbij als katalysator voor een collectieve verblinding en het ontstaan van excessen. Bij financiële losbandigheid spelen dan ook fraude, zwendel en moreel verval – de graaicultuur – een grote rol. Zoals nu.

In deze spannende, historische tijden moet je speculeren, inspelen op de hebzucht en angst bij beleggers. Het is de sleutel tot succes, want de coronacrisis en de Oekraïnecrisis hebben de toekomst veel onzekerder en de beurzen veel volatieler gemaakt. Kortom, beleggers met een ‘buy and hold’ mentaliteit zullen grote verliezen lijden. Alleen speculanten, en enkel zij die inspelen op de sterk toegenomen volatiliteit, zullen spekkoper zijn.

De afbeelding boven dit artikel is afkomstig van QuoteInspector en is vrij beschikbaar onder de Creative Commons licentie.

Eric Mecking

Eric Mecking

drs. Eric Mecking is historicus, schrijver, spreker, financieel-economisch analist en adviseur. Hij heeft zich gespecialiseerd in cyclisch denken en beursanalyses. Zijn unieke cyclische beleggingssysteem - Trend Tracker - gebruikt hij om te handelen op de financiële markten en om de belangrijkste beursontwikkelingen bij te houden voor Geotrendlines.

Lees alles van Eric Mecking »