Het wordt steeds duidelijker dat ook Nederlanders geraakt zullen worden door de hoge energieprijzen en de hoge inflatie. Zo meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vorige week dat niet alleen het consumentenvertrouwen, maar ook de koopbereidheid bij Nederlanders naar het laagste niveau ooit is gedaald.
Het consumentenvertrouwen daalde in juni naar -50. Dat was ruim onder het gemiddelde van -9 over de afgelopen twintig jaar en ook lager dan het dieptepunt van -31 aan het begin van de coronacrisis. De koopbereidheid daalde in juni naar -37, het laagste niveau sinds het begin van de meting in 1986. Overigens bereikte ook het consumentenvertrouwen in de Verenigde Staten en Duitsland nieuwe dieptepunten.
Consumenten waren pessimistisch over zowel hun financiële situatie over de afgelopen twaalf maanden als over de komende twaalf maanden. Ook over het doen van grote aankopen waren Nederlandse consumenten nog nooit zo negatief. Dat voorspelt weinig goeds voor de Nederlandse economie en huizenmarkt, waar de schulden torenhoog zijn.
Somberheid troef
Die historische somberheid vertaalt zich nu ook in daadwerkelijke lagere consumptieve uitgaven. De ING signaleert dat de consument het rustiger aan doet en ook de meubelwinkels merken dat klanten minder meubels kopen. En dat ook sparen steeds moeilijker wordt door hogere prijzen.
Behalve Nederlander blijken ook de consumenten in het buitenland minder bereid geld uit te geven. Vorige week meldde online kledingverkoper Zalando dat de verkopen sterk tegenvielen en zij een halvering van de winst verwacht. Ook Akzo verwacht een flinke winstdaling. Vooral omdat het meer dan de helft van haar jaaromzet haalt uit producten voor de huizenmarkt.
Dat leidt tot dalende aandelenkoersen, terwijl tegelijkertijd de obligaties ook dalen als gevolg van een stijgende kapitaalmarktrente. Het is dan ook niet voor niets dat de Bank for International Settlements (BIS), de bank der centrale banken, somberder wordt en waarschuwt voor ‘financiële kwetsbaarheden’ zoals hoge schulden en overgewaardeerde beleggingen. En deze waarschuwing is vooral van toepassing op Nederlanders. Wij hebben immers, op de Ieren en Japanners na, wereldwijd de grootste schuld tegenover het bruto nationaal product (bnp). En deze schuld is niet alleen problematisch, maar zal nog veel problematischer worden nu de hypotheekrente stijgt en de huizenprijzen dalen.
Nederland heeft relatief veel schulden
Historische piek
We hebben wereldwijd een historische top in de huizenprijzen bereikt. Dat blijkt wel doordat de waarde van de totale woningmarkt in Australië zelfs de hoogste en meest historische huizenbubbel van Japan in 1989 heeft verslaan met een waarde van 330 procent van het bbp. Toen Japan dat percentage in 1989 bereikte, klapte de huizenbubbel en kelderde de waardering van het vastgoed naar 120 procent van het bnp in 2015. Mede door deze daling kwam Japan in een decennialang durend deflatiemoeras terecht.
Waarde van vastgoed ten opzichte van bbp in Japan en Australië (Bron: Lazard Asset Management)
Australië heeft zijn hoogste punt in de huizenprijzen waarschijnlijk wel bereikt. Op maandbasis daalden de prijzen al in een aantal steden, zoals in Sydney, Melbourne en Canberra. Op kwartaal en op jaarbasis vlakt de stijging ook al af, een combinatie die wijst op een kantelpunt in de markt. In het buurland Nieuw-Zeeland waren de huizenprijzen in mei zelfs vier procent lager dan in april van dit jaar.
Ontwikkeling huizenprijzen in Nieuw-Zeeland (Bron: Trading Economics)
Zweden
Iets dichter bij huis, in Zweden beginnen de huizenprijzen ook al te dalen. Het Scandinavische land heeft net als Nederland dezelfde problematiek met de woningmarkt. Ook daar wordt vastgoed fiscaal gestimuleerd met gunstige belastingregels en een vorm van hypotheekrenteaftrek. In die zin lijkt de Zweedse woningmarkt wel wat op de Nederlandse.
Ook in Zweden is er een grote vraag naar woningen, een groot woningtekort en daardoor huizenhoge prijzen. Vorig week meldde makelaarsvereniging Svensk Mäklarstatistik echter dat de prijzen in Stockholm met drie procent en in Götenburg met vier procent waren gedaald en de daling landelijk gezien 1,6 procent bedroeg. Financieel econoom en hoogleraar Maher Asal spreekt dan ook over een speculatieve bubbel die waarschijnlijk wordt doorgeprikt. Het Financieele Dagblad schreef afgelopen maandag dat de lang gevreesde Zweedse huizenbubbel mogelijk op barsten staat en de Zweden vrezen voor het knappen van de huizenzeepbel.
Huizenprijzen in Zweden stijgen niet meer (Bron: Trading Economics)
Zullen de hoogst sombere Nederlanders nu ook gaan somberen over de Nederlandse huizenmarkt? Want Nederlandse huizenbezitters hebben niet alleen torenhoge hypotheekschulden waardoor zij extra kwetsbaar zijn bij dalende huizenprijzen, maar bij een grote daling kan zelfs de hele Nederlandse economie hard geraakt worden. En dan worden alle Nederlanders getroffen.