Het Russische ministerie van Defensie beschuldigt de Verenigde Staten ervan niet tegen Islamitische Staat te vechten, maar de terroristen juist alle ruimte te geven om troepen te verplaatsen richting Syrië. De laatste dagen duiken er namelijk opnieuw strijders van Islamitische Staat op in gebieden die eerder nog veroverd waren door het Syrische regeringsleger, waardoor belangrijke aanvoerroutes voor humanitaire hulp en het Syrische leger verstoord worden.
Aanleiding voor deze beschuldiging is het plotseling opduiken van ongeveer 300 strijders van Islamitische Staat, die volgens het Russische ministerie van Defensie op geen enkele andere wijze het land in kunnen zijn gekomen dan via een gebied dat door het Amerikaanse leger wordt bewaakt.
Volgens Rusland probeerden deze strijders de snelweg tussen Damascus en Deir ez-Zor te blokkeren, een belangrijke aanvoerroute voor het Syrische regeringsleger. Igor Konashenkov, woordvoerder van het Russische Ministerie van Defensie, zei daar het volgende over.
"Iedereen kan zien dat de internationale coalitie onder leiding van de Verenigde Staten doet alsof ze tegen Islamitische Staat vecht, voornamelijk in Irak, maar dat ze voortdurend blijft doen alsof ze ook in Syrië tegen Islamitische Staat vecht.
De acties van het Pentagon en de coalitie vragen om een verklaring. Is de verandering van hun strategie een wens om het werk van het Syrische regeringsleger te bemoeilijken, het leger dat samen met Rusland probeert het Syrische grondgebied ten oosten van de Eufraat terug te veroveren?"
Het Pentagon zegt in een verklaring dat ze wel degelijk tegen Islamitische Staat vecht en dat ze daar dagelijks cijfers over publiceert die voor iedereen te raadplegen zijn. Een woordvoerder van het Pentagon, kolonel Robert Manning, noemde de beschuldigingen van het Russische leger 'compleet onjuist'.