Donald Trump heeft het Witte Huis verlaten. Om te onderstrepen dat de VS de politieke koers zullen wijzigen, tekende de nieuwe Amerikaanse president Joe Biden meteen 17 decreten die het beleid van Trump herroepen. Zo zette Biden een streep door de versnelde aanleg van een omstreden oliepijpleiding vanuit Canada, mogen reizigers uit moslimlanden de VS weer in en treden de VS weer toe tot het Klimaatakkoord van Parijs. Met name dat laatste valt natuurlijk erg goed bij de Europese politieke en maatschappelijke elite. Er heerst alom optimisme dat de verhoudingen in de wereld na Trump weer worden genormaliseerd. Of toch niet?
Binnenlandse onrust
Kijken we naar de binnenlandse verhoudingen in de VS, dan kunnen we stellen dat die door het vertrek van Trump geenszins zijn verbeterd. Integendeel zelfs. De politieke flanken in de VS staan steeds grimmiger tegenover elkaar. Uit onderzoek blijkt dat links en rechts in compleet andere werelden leven met een totaal andere beleving van de werkelijkheid. Feiten en argumenten doen er niet meer toe. Tegelijkertijd raakt de coronacrisis de economie van de VS hard. In slechte tijden komt de klap daar harder aan, omdat bedrijven en burgers minder bescherming van de overheid genieten dan bijvoorbeeld in de EU. Ook is de kloof tussen arm en rijk er de afgelopen jaren sterker verdiept dan in de rest van de wereld.
Onvrede over slechte economische omstandigheden voor de (lagere) middenklasse en een gebrek aan opwaartse mobiliteit stonden aan de basis van de verkiezing van Trump in 2016. Zijn verdwijnen van het politieke toneel verandert aan deze onvrede niets. En hoe er ook tegen de bestorming van het Capitool op 6 januari wordt aangekeken – als een aanval op de democratie volgens links, of als een noodzakelijke poging tot correctie van frauduleuze verkiezingen door rechts – het geeft een voor de wereld verontrustend beeld van intense politieke verdeeldheid in de VS. Financiële markten reageerden hier nauwelijks op, maar dat betekent niet dat het op langere termijn geen effect heeft. Politiek gezien is er in ieder geval sprake van flinke averij en dat maakt buitenlandse gebruikers van de dollar en de Amerikaanse staatslening erg ongerust.
Buitenlandse onvrede
Het is al decennialang een doorn in het oog: door de belangrijke internationale rol van de dollar en de staatslening worden de VS niet geconfronteerd met de negatieve effecten van begrotings- en handelstekorten. Ze worden direct en indirect gefinancierd door buitenlandse centrale banken en het mondiale financiële systeem. De Franse econoom Jacques Rueff karakteriseerde het als ‘tekorten zonder tranen’. Dit geopolitieke voordeel voor de VS heeft met name Frankrijk altijd jaloers gemaakt.
Er is ook steeds meer onvrede ontstaan over de manier waarop de VS de dollar inzet als geopolitiek wapen. In een eerdere column schreef ik bijvoorbeeld hoe de private digitale munt van Facebook, de Libra, een kopje kleiner is gemaakt door het Amerikaanse Congres. Een concurrent van de dollar was onacceptabel. Ook Iran werd de duimschroeven aangedraaid door het af te sluiten van het internationale betalingssysteem dat is gebaseerd op de dollar. De EU heeft geprobeerd deze maatregel te omzeilen door het opzetten van een eigen systeem (Instex) maar door het begeleidende sanctiebeleid van de VS is dit nog geen groot succes.
Europese twijfels
Europa heeft dit natuurlijk ook allemaal zien gebeuren. Al langer zijn er binnen de EU twijfels over de afhankelijkheid van ons continent van de dollar. Zo twitterde Martin Selmayr, voormalig hoogste EU-ambtenaar, in 2018 na afloop van de G7-vergadering in Canada dat Europa het monetaire heft in eigen handen moest gaan nemen. Hij deed dit omdat president Trump zijn handtekening onder de gezamenlijke verklaring had weggehaald. Selmayr refereerde aan de eenzijdige ontkoppeling van de dollar en monetair goud door de Amerikaanse oud-president Nixon in 1971. Het onderwerp ligt dus gevoelig.
On 15/8/1971 Pdt Nixon used TV (a new medium at the time) to unilaterally end US commitment to the BrettonWoods system. Europe had to react, started work on a Monetary Union which eventually led to the €. Europe needs to take its destiny in its own hands. https://t.co/DTbHtdBqNk
— Martin Selmayr (@MartinSelmayr) June 10, 2018
De EU slaat terug
Ondanks het feit dat veel Europese regeringen de verkiezing van de Democraat Joe Biden als president zien als een verademing ten opzichte van Trump, kwam Brussel op 19 januari – veelzeggend op de dag vóór de inauguratie van Biden – met een rapport waarin wordt gesteld dat we zo snel mogelijk moeten afrekenen met de afhankelijkheid van de dollar als wereldmunt. De relatieve macht van de VS is afgenomen en de wereld werd multipolair. In deze nieuwe verhoudingen past meer eigen slagkracht en autonomie, aldus het rapport. Om deze gedachte kracht bij te zetten, sloot de EU op de valreep van 2020 nog een handelsverdrag met China, tot ergernis van de VS.
In het EU-rapport staat dat de euro hét instrument is om niet alleen te komen tot een hechtere Unie, maar ook tot meer autonomie. De digitalisering van de euro zal hierin een belangrijke rol gaan spelen. Christine Lagarde van de ECB heeft gezegd dat die mogelijk binnen vijf jaar al realiteit kan zijn. De Europese Commissie maakt zich ook sterk voor de euro als transactiemunt in energie- en grondstofcontracten. De belangrijkste factor is echter de acceptatie van de euro als wereldmunt. Dit zal alleen gebeuren als aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan: een volledige Europese bankenunie, een volwaardige Europese kapitaalmarkt waarin de onderlinge obstakels tussen landen zijn verdwenen en een gezamenlijk uitgegeven staatslening, de eurobond.
‘Er is geen alternatief’
Voor degenen die nog twijfelden, de euro vormt de kern van het proces om te komen tot een hechte Europese politieke unie. In 2010 zei bondskanselier Angela Merkel dat er geen alternatief was voor de euro en een verdere integratie van de EU. Ze noemde het een ‘Schicksalsgemeinschaft’, een lotsverbonden gemeenschap. De Europese Commissie heeft nu de geopolitieke redenen op een rij gezet om te komen tot internationalisering van de euro.
De hand van de Franse president Emmanuel Macron is er in te zien. Want waar Duitsland wat de euro betreft meer intern is gefocust, is de blik van Frankrijk altijd al meer naar buiten gericht. Het heeft heel goed gezien hoe een valuta op een geopolitieke manier kan worden ingezet. Niet voor niets staat in het EU-rapport dat een machtige euro kan worden ingezet bij het Europese sanctiebeleid om buitenlandse partijen in het gareel te krijgen.
Mondiaal financieel infarct
De roep om internationalisering van de euro krijgt door de binnenlandse politieke onrust in de VS vleugels. Als de politieke verdeeldheid niet wordt beëindigd neemt de twijfel over de stabiliteit en internationale rol van de dollar verder toe. De verdeeldheid is ook op een andere manier destabiliserend. Want wie int de belastingen als er sprake is van – niet meer uit te sluiten – escalerend binnenlands geweld? Er ontstaat dan meteen twijfel over bruikbaarheid van Amerikaanse staatslening in het financieel systeem, met als gevolg een mondiaal financieel infarct. Het geeft het buitenland de munitie om versneld tot alternatieven te komen. Wat de EU betreft wordt het een kopie van de dollar.
Dit artikel verscheen eerder op Wynia’s Week van Syp Wynia