Bij Geotrendlines hebben we al diverse keren gewezen en wijzen we keer op keer weer op de grote economische effecten van het Coronavirus (Covid-19). In de eerste drie artikelen hebben we de Mexicaanse griep gevolgd. Dat was tot voor kort de laatste grote virusepidemie, die precies elf jaar geleden op het dieptepunt van de aandelenbeurzen uitbrak. In de volgende reeks artikelen uit de serie gaan we uitgebreid in op de allergrootste en verschrikkelijkste viruspandemie, de Spaanse griep. Deze brak ruim een eeuw geleden uit en eiste wereldwijd circa 50 miljoen menselijke slachtoffers.
Hoogleraar virologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, Marion Koopmans, deed inzake het coronavirus een belangrijke uitspraak op 11 maart. Volgens haar komt het coronavirus "in ernst het meest overeen met de Spaanse griep". Een constatering waar wij het helemaal mee eens zijn. Dat maakt de Spaanse griep actueler dan ooit. Maar de grote vraag is wat er toen gebeurde, in de wereld, maar ook in Nederland. En wat had het Amsterdamse aardappeloproer, de befaamde eenheidsworst, het oproer in de Harskamp en de revolutie van Troelstra hier mee te maken? Klik hier voor het eerste deel over de Spaanse griep.
Geheimzinnige ziekte
Eind mei meldt de Nieuwe Rotterdamsche Courant (NRC) onder de titel ‘De onbekende ziekte’ dat ‘De koning, de minister-president en andere ministers lijden aan de geheimzinnige ziekte, welke over geheel Spanje is verspreid en die '30 pct. der bevolking' heeft aangetast. De ziekte wordt niet als ernstig beschouwd.’ Een paar dagen later bericht het sociaaldemocratische dagblad Het Volk dat de geheimzinnige ziekte hooikoorts is, hoewel de oorzaak volkomen onbekend is. In Madrid zouden al tachtigduizend inwoners ziek zijn en in Barcelona twintig- tot dertigduizend.
Maar deze mededelingen trekken nauwelijks aandacht, omdat ze worden overschaduwd door de uitvoerige berichten over de zware gevechten en verliezen aan het oorlogsfront. Bovendien maken Nederlandse krantenlezers zich meer zorgen over de voedselschaarste in het eigen land.
Maar dan verschijnen er berichten dat de geheimzinnige ziekte in Spanje steeds verder om zich heen grijpt en zelfs levens eist. In de NRC staat dat het aantal ziektegevallen is gestegen tot tweehonderdduizend en er ook al honderd patiënten zijn gestorven. Tien dagen later heeft de ziekte al aan zevenhonderd Spanjaarden het leven gekost. Dat is alarmerend. Vooral omdat lijkt dat het om griep gaat: een zeer besmettelijke ziekte.
VS
Een paar maanden eerder, op 4 maart, bleek in de VS voor het eerst griep te zijn geconstateerd bij een soldaat in Camp Funston, gelegen in het militaire reservaat Fort Riley. Dit trainingskamp van 56.000 man was het op één na grootste van het land waar jongemannen tot militair werden opgeleid.
Aan het eind van de week waren er al vijfhonderd zieken. Verscheidene legerkampen in de VS begonnen ook gevallen van griep te melden. Volgens militair arts George E. Soper schoot de ziekte ‘als een meteoor’ door de kampen. Geen enkele krant die hiervan melding maakte. Tegelijkertijd vertrokken enkele schepen met aan boord honderdduizend militairen naar Europa. Omdat er te weinig schepen waren om al deze soldaten over te varen, werd elk schip tot de nok toe volgeladen. Met rampzalige gevolgen, want tijdens deze lange bootreis zouden velen ziek worden.
In mei waren er in totaal een half miljoen Amerikaanse soldaten naar het Europese oorlogsfront verscheept en in september al anderhalf miljoen: de jongste, sterkste en gezondste mannen van de natie. Deze hebben het griepvirus hoogstwaarschijnlijk meegenomen naar Europa, naar Frankrijk waar zij aan wal gingen. En vanuit Frankrijk verspreidde het virus – Latijns voor vergif – zich verder over Europa.
Duitsland getroffen
Midden in de zomer van 1918 melden Nederlandse kranten dat behalve in Spanje ook in Duitsland de geheimzinnige, zeer besmettelijke ziekte is uitgebroken, zich over heel het land verspreidt en veel slachtoffers eist. De hoop in Nederland de nieuwe ziekte te kunnen ontlopen vervliegt wanneer het Algemeen Handelsblad bericht dat de ziekte ons land heeft bereikt. In het Duitse Elten en Emmerik vlak aan de grens zijn al honderden gevallen geconstateerd. Een dag later, donderdag 11 juli, regent het ziektemeldingen vanuit heel Nederland en wordt in Twente het eerste sterfgeval gemeld.
De griep breidt zich sterk uit. Dagelijks berichten kranten over het toenemende aantal plaatsen waar de griep opduikt. Per plaats wordt vermeld hoeveel griepgevallen er zich voordoen en hoe het verloop is: een onoverzichtelijke situatie. Daarom roept de Centrale Gezondheidsraad in het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) van zaterdag 13 juli artsen op om griepgevallen zo snel mogelijk te melden.
Gezondheidsraad
Dinsdag 16 juli bericht de Centrale Gezondheidsraad in diverse kranten over twee aanbevelingen in het belang van de volksgezondheid. Ten eerste moeten mensen dag en nacht voor zo veel mogelijk verse lucht zorgen, omdat deze ‘de smetstof verdrijven kan, die anders in een lokaal blijft hangen en mogelijk de besmetting overbrengt.’ Ten tweede dient iedereen stof te verwijderen en ‘het besmettingsgevaar van persoon op persoon zo mogelijk te ontgaan door aanraking, ook met de licht ongestelden, te vermijden’ […] ‘Het spreekt wel vanzelf dat andere maatregelen niet mogen worden verzuimd als: reinheid op lichaam, kleding en woning’.
Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, want om alles schoon te houden is zeep nodig. En daaraan bestaat een groot tekort. De hygiëne laat dan ook veel te wensen over. Vooral bij arbeidersvrouwen.
Intussen grijpt de griep – onder deze ideale onhygiënische omstandigheden – steeds verder om zich heen. Zowel burgers als militairen worden getroffen. Op 17 juli zijn er in de gemeente Lonneker al drie arbeiders overleden, die werkzaam waren bij de Duitse oorlogsfabrikant Krupp in Essen. Daarom is de ‘Spaanse ziekte’ zeker niet zo onschuldig als de Duitsers doen voorkomen. In het militaire kamp van Assen neemt het aantal ziektegevallen intussen zo sterk toe dat op 19 juli alle troepenverplaatsingen tot nader order worden afgelast. Vooral soldaten blijken vatbaar voor het griepvirus doordat zij dag en nacht dicht bijeen leven in de kazernes.
Epidemie
Vanaf half juli neemt de griep in Nederland epidemische vormen aan. Op 30 juli bereikt de epidemie in het leger haar hoogtepunt wanneer ruim 3.100 militairen ziek worden. De volgende dag blijkt het aantal nieuwe ziektegevallen echter met bijna duizend te zijn gedaald.
In totaal overlijden in juli bijna honderd Nederlanders aan de griep. Eind juli brengt de Centrale Gezondheidsraad advies uit aan de minister. Van overheidswege kunnen geen specifieke maatregelen worden genomen tegen verspreiding van de Spaanse griep, behalve het vermijden van volksophopingen. Dit advies stuurt de minister door naar de gemeentebesturen.
Amsterdam
In Amsterdam houdt de griep sinds 29 juli flink huis onder het gemeentepersoneel. Bij de Geneeskundige Dienst, de telegraaf en tramdienst is ongeveer een kwart van het personeel ziek. Bij de reinigingsdienst ongeveer vijftien procent en bij het politiekorps ruim een tiende. Beter is het gesteld bij de brandweer, waar minder dan vijf procent van de brandweermannen ziek in bed ligt.
In de eerste week van augustus sterven er drie ambtenaren aan de griep, in de tweede week zeventien. Het tekort aan personeel en materieel vormt een groot probleem. Er zijn twee benzineauto’s en twee elektrische auto’s om patiënten te vervoeren. Wegens de oorlogsschaarste is er gebrek aan benzine en onderdelen, waardoor er slechts één auto kan rijden. Daarom worden rijwiel brancards ingezet en bij hoge nood taxi’s ingehuurd.
Het aantal nieuwe griepgevallen neemt af en ook wordt het dodental minder. Blijken er in augustus 534 Nederlanders aan griep te zijn gestorven, in september is het aantal griepdoden gedaald naar 183. Het ergste lijkt achter de rug.
Tweede griepgolf
Maar schijn bedriegt. In oktober komt er een tweede griepgolf, met een veel agressievere virusvariant, die dagelijks veel mensen – zelfs hele gezinnen – doodt. Vanuit Oldenzaal wordt op 4 oktober als eerste gemeld dat de ziekte deze keer ‘een zeer kwaadaardig karakter heeft’ en dagelijks meer levens eist. Daar worden alle scholen gesloten. Vier dagen later besluit de burgemeester van Enschede ook de scholen in zijn gemeente te sluiten. Twee dagen later gevolgd door het nabijgelegen Lonneker.
In deze plaatsen zijn sinds begin oktober al meer dan veertig personen overleden aan de griep. Twente beleeft angstige tijden. Vrijwel alle scholen gaan voor onbepaalde tijd dicht. Dagelijks vallen er vele slachtoffers. Eind oktober stuurt ‘Tukker’ een brief naar Het Centrum waarin hij schrijft dat in het oosten van het land ‘alle dagen lijkstatie na lijkstatie door de straten trekken en worden tientallen mensen – veelal personen in de kracht hunner jaren – naar hun laatste rustplaats gebracht.’
De griep teistert heel Twente. Ziekenhuizen zitten tjokvol. Veel patiënten kunnen niet opgenomen worden en moeten verpleegd worden in eigen huis. In Enschede sterven normaal gesproken in deze tijd van het jaar per week vier tot tien personen. Maar in de eerste drie weken van oktober zijn er al honderd gestorven. Dat leidt tot grote angst onder de lokale bevolking.
Klik hier voor het volgende deel.