Welke beleggingsstrategie gaat u helpen komende jaren?

De Nederlandse economie is zeer afhankelijk van de wereldeconomie die door de coronaviruspandemie flink is aangeslagen. Een krimpende wereldeconomie zal Nederland hard treffen. Ons land is zeer kwetsbaar omdat burgers en niet-financiële bedrijven gezamenlijk, op Hongkong na, de grootste schuldenaar in de wereld zijn, met een schuld van ruim 250 procent van het bruto binnenlands product.

Nederland staat bovendien op de tiende plek van landen die het meest afhankelijk zijn van de wereldeconomie. En volgens het Internationale Monetaire Fonds zal Nederland op wereldschaal, na Italië en Spanje, economisch het hardst worden getroffen door de coronacrisis. Wat betekent dat voor Nederlandse beleggers?

De effectenbeurzen kelderden vanaf absolute recordniveau's eerder dit jaar, maar herstelden zich ook krachtig. Hoe zal dit aflopen? Wat is voor de toekomst de beste beleggingsstrategie? Zullen beleggers en beleggingsmaatschappijen met hun ‘buy and hold’ mentaliteit grote verliezen leiden? Of zullen speculanten, en enkel zij die inspelen op de sterk toenemende volatiliteit, spekkoper zijn?

Crisis

De coronaviruspandemie heeft een ongekend grote deuk geslagen in de wereldeconomie. Daardoor staan we aan de vooravond van een wereldwijde financieel-economische crisis. Het jaar 2020 wordt een ‘annus horribilis’. Vooral voor Nederland. Onze kwetsbaarheid wordt nog eens sterk vergroot doordat de schulden bij burgers en niet-financiële bedrijven bijna de hoogste ter wereld zijn, zoals onderstaande grafiek laat zien.

Schuldpercentage burgers en niet-financiële instellingen tegenover het bbp (Bron: Elliottwave)

Gezien de algemene schuldpositie van Nederlanders kunnen we stellen dat die van de gemiddelde Nederlandse belegger ook weinig rooskleurig zal zijn. Bovendien lijkt beleggen in Nederlandse bedrijven en in de AEX komende jaren een verlieslatende bezigheid te worden. Want volgens het IMF zal de Nederlandse economie dit jaar met 7,5 procent krimpen.

Tenzij beleggers over speciale kwaliteiten beschikken om de beurzen te verslaan. Bestaan die? En zo ja, welke zijn dat dan? (Bron: NRC)

Beleggen

Het is belangrijk om in dit uitdagende financiële klimaat de juiste beleggingsstrategie te kiezen. Maar welke is dat? In de financiële wereld wordt de mannelijkheid bij uitstek tentoongespreid. Aan geld kleeft immers macht en succes. Een wereld die bovendien voor 80 procent uit mannen bestaat. Een mannenbolwerk dat door films als Wall Street en The Wolf of Wall Street als machowereld worden getypeerd. Mannen die met een glimlach op hun gezicht miljoenendeals maken en deze al vierend, hoerend en snoerend afsluiten.

De financieel-economische crisis van 2008 heeft het beeld van de financiële wereld er niet beter op gemaakt. Bankiers – voornamelijk mannen - werden gezien als zakkenvullers die met hun macho opvattingen over risico en verantwoordelijkheid de wereld in een crisis stortten. En dat beeld van graaiende en gehaaide bankiers is sindsdien amper veranderd.

Beleggen is ook een mannending vanwege het geld, het nemen van risico, de status en het avontuur. De beleggingswereld wordt afgeschilderd als een mannenbolwerk, waarbij actie, agressie en overtroeven gezien worden als eigenschappen die nodig zijn om succes te hebben. Maar mannen hebben vaak teveel zelfvertrouwen en nemen vaak teveel risico, hetgeen te wijten zou zijn aan de veel hogere testosteronwaarden die zij hebben. Het belangrijkste mannelijke geslachtshormoon is testosteron, dat assertiviteit, zelfverzekerdheid, dominantie en risicovol gedrag aanmoedigt. Het hormoon dat verantwoordelijk is voor het haantjesgedrag, het potje prestatiegericht handelen dat mannen opzweept tot een niet te stuiten drang om zich te bewijzen.

Slechte beleggers

Er blijken verschillen te bestaan tussen goede en slechte beleggers die in hoge mate hun beleggingsresultaten bepalen. Slechte beleggers zijn:

  • gespecialiseerd: blijven vasthouden aan hun eigen ideeën op hun eigen specialisme, verdedigen deze tot het uiterste en zijn sceptisch over meningen van buitenstaanders
  • star: passen één alomvattende benadering toe en gebruiken nieuwe data alleen om deze te verfijnen
  • niet-zelfkritisch: schrijven fouten toe aan pech, toeval of ongelukkige samenloop van omstandigheden
  • allergisch voor complexiteit: zoeken één – vaak eenvoudige – oplossing en kijken niet naar alternatieven
  • zelfverzekerd: geloven helemaal in hun eigen voorspellingen, twijfelen nooit, hebben een groot ego en weinig zelfkennis
  • dogmatisch: hangen vaak één overheersende theorie aan
  • pessimistisch: zijn ervan overtuigd dat het lot of de omstandigheden hun toekomst bepaald
  • rechtlijnig: extrapoleren, denken dat de toekomst altijd een voortzetting is van het heden
  • detaillistisch: zien door de bomen het bos niet meer

Goede beleggers

Personen die goed beleggen, zijn:

  • multidisciplinair: incorperen nieuwe ideeën, zienswijzen van verschillende disciplines in hun eigen manier van denken. Overtuigingen zijn hypotheses die getest moeten worden
  • flexibel: gebruiken meerdere benaderingen of een nieuwe als blijkt dat de oude niet werkt
  • zelfkritisch: erkennen dat ze fouten maken en proberen hiervan te leren
  • tolerant over complexiteit: gaan ervan uit dat de realiteit gecompliceerd is, veel onvoorspelbaar is en niets zeker is.
  • twijfelachtig: doen hun voorspellingen in waarschijnlijkheidstermen, kwalificeren ze en trekken ze geregeld in twijfel, evenals hun eigen kunnen en kennis.
  • empirisch: baseren zich meer op eigen observatie dan op theorieën
  • optimistisch: geloven dat ze zichzelf en hun eigen situatie kunnen verbeteren, hun lot in eigen handen hebben
  • veranderingsgezind: denken cyclisch, in golfbewegingen, waarbij de toekomst er totaal anders uit kan zien dan het heden
  • globaal: zoomen met een helikopterview in op het bos en daarna in op de bomen

'Buy and hold’

Praktisch gezien blijken goede beleggers vaak veel informatie te lezen over producten en markten waarin ze willen investeren, waardoor ze goed beslagen ten ijs komen. Ook vragen ze vaak advies, overleggen met anderen en maken vervolgens een afweging wat te gaan doen. Slechte beleggers lezen minder, beslissen snel, varen hun eigen koers en vertrouwen op hun eigen mening en kennis. maar overschatten hun kennis en kunde des te meer. Goede beleggers zijn rationeel en wikken meer, slechte beleggers zijn emotioneel en wagen meer. Bovendien hebben de laatsten vaak een egoprobleem en schakelen zij minder snel een (beleggings)adviseur in.

Goede beleggers hebben vaak veel geduld. Zij kiezen vaak voor de lange termijn, voor de strategie van ‘buy and hold’. Dat scheelt bovendien flink in de transactiekosten. ‘Buy and hold’ is ook de beleggingsstrategie die bijvoorbeeld de succesvolste belegger en miljardair en Warren Buffett al jaren propageert en hem verschillende jaren achter elkaar tot rijkste man van de wereld maakte.

Focussen

Eigenlijk komt het erop neer dat goede beleggers flexibel, open-minded, nieuwsgierig, voorzichtig, analytisch en zelfkritisch ingesteld zijn. Zij passen hun voorspellingen en verwachtingen meerdere keren aan. Of zoals de beroemde Britse econoom John Maynard Keynes verklaarde: 'als de feiten veranderen, verander ik van mening'. Voor hem waren gemaakte fouten gelegenheden om te leren, te verbeteren en opnieuw te proberen: forget the mistake, remember the lesson.

Maar de allerbelangrijkste eigenschap van goede beleggers is dat zij gefocust zijn: ze gaan ervoor, ze gaan door en geven nooit op tot ze een oplossing hebben gevonden voor een probleem. Deze eigenschap is zelfs drie keer zo belangrijk als de tweede belangrijke eigenschap: intelligentie. Kortom, succes is 75 procent transpiratie en 25 procent inspiratie. De allerbelangrijkste eigenschap van slechte beleggers is dat zij de grootste waarde hechten aan de laatste en nieuwste informatie die zij ontvangen – de waan van de dag. Nieuws op televisie en uit dagbladen is de slechtste indicator om op te handelen. Wie daarop gaat beleggen, zal het snelst zijn geld verliezen.

Goede beleggers echter wikken en wegen oude en nieuwe informatie en denken probabilistisch. Dat wil zeggen: zij gebruiken meerdere mogelijke toekomstscenario’s en laten er kansberekeningen op los. Ze beschouwen de toekomst niet als hetgeen wat er zou gaan gebeuren, maar als een reeks van gebeurtenissen met elk een bepaalde mate van waarschijnlijkheid, een kansberekening. Elkaar tegensprekende toekomstscenario’s of uitkomsten kunnen zo in één enkele voorspelling worden gegoten.

Superbeleggers zijn speculanten

Tussen beleggen en speculeren bestaan meerdere verschillen. Beleggen is het verwerven van aandelen voor de bedrijfseconomische waarde en toekomstige winsten. Speculeren is het kopen van aandelen met als doel het weer te verkopen met winst door prijsstijgingen of -dalingen. Het belangrijkste verschil is dat beleggers hun kapitaal beschikbaar stellen voor een bedrijf als investering en zij niet voor de korte maar voor de lange termijn investeren. Speculeren is louter gericht op prijsontwikkeling.

Speculanten willen alleen maar profiteren van prijsschommelingen in de markt, door long of short te gaan. Zij handelen vaak met producten die een hefboom hebben, waardoor met relatief kleine bedragen grote winsten – maar ook grote verliezen - kunnen worden behaald. Deze producten zijn door de hefboom vaak zeer risicovol. Hoe hoger de hefboom, hoe hoger het risico en hoe hoger het risico, hoe hoger het rendement. Bovendien geldt: wie veel geld heeft, kan speculeren. Wie weinig geld heeft, moet speculeren.

Speculanten gaan vaak tegen de menigte, tegen de massa en markt in. Als iedereen koopt, gaan zij short en visa versa. Dat vereist veel moed, want het is buitengewoon moeilijk zich te onttrekken aan de algemeen heersende stemming van beleggers, (centrale) bankiers, pers en media. De mens is immers een kuddedier. De grote schrijver en denker Mark Twain stelde al dat telkens wanneer je jezelf bij de meerderheid schaarde het de hoogste tijd was om te pauzeren en kritisch na te denken.

Contrair denken en doen

Als je het tegenovergestelde doet van wat iedereen doet, is het risico gigantisch. Contrair denken en handelen is daarom heel lastig. Dat is de reden waarom maar weinigen het succesvol kunnen. Tegen de overheersende mening ingaan, vereist behalve veel moed ook veel kennis, denkwerk en ervaring.

Dat ging ook op voor de beroemdste speculanten uit de tijd van de grote crash op Wall Street in 1929. Mannen als Bernard Baruch, Jesse Livermore en Joseph P. Kennedy (vader van John F. Kennedy) hadden al hun aandelen verkocht en gokten op een drastische daling. Zij speculeerden à la baisse, dat wil zeggen: zij leenden aandelen – van bijvoorbeeld tien dollar per stuk – van een effectenmakelaar die zij daarvoor een honorarium betaalden. Daarbij ging het om grote hoeveelheden aandelen, die zij direct verkochten tegen de koers van bijvoorbeeld tien dollar.

Als de aandelenkoers zou zakken, van tien naar bijvoorbeeld vier dollar, dan konden zij de aandelen voor vier dollar terugkopen en teruggeven aan de makelaar van wie zij ze geleend hadden. Het verschil van zes dollar per aandeel was winst en die staken zij in hun zak. Als de koersen zouden stijgen, dan waren de verliezen navenant. Maar dat gebeurde niet. Verre van dat... De aandelenbeurs van Wall Street zou binnen drie jaar tijd met 90 procent kelderen. Zij verdienden kapitalen aan de crash. De laatste legde toen de basis voor het fabuleuze familievermogen van de Kennedy’s.

Koers van S&P 500, de 500 grootste beursgenoteerde bedrijven in de VS, gedurende 1929-1932

Speculeren heeft de toekomst

Het menselijk wezen is nog steeds hetzelfde als dat van duizenden jaren geleden en wordt, als het om geld gaat, nog steeds gedreven door twee krachtige karaktertrekken: hebzucht en angst. Deze wisselen elkaar af en bepalen in economisch opzicht zijn gedrag. Hebzucht is de basis van het handelen van de belegger en van de mens in het algemeen. Dat was vroeger het geval en dat is nog steeds zo.

De mens wil altijd meer. In tijden van economische voorspoed en optimisme creëert hebzucht sufferds die erom vragen bedrogen te worden en slimmeriken die hierop inspelen. Kuddegedrag fungeert hierbij als katalysator voor een collectieve verblinding en het ontstaan van excessen. Bij financiële losbandigheid spelen dan ook fraude, zwendel en moreel verval – de graaicultuur – een grote rol. Zoals nu.

In deze spannende, historische tijden moet je speculeren, inspelen op de hebzucht en angst bij beleggers. Het is de sleutel tot succes, want de toekomst zal er door de coronacrisis totaal anders gaan uitzien. Het hoogtepunt van de wereldeconomie, van de globalisering en daardoor de Nederlandse economie is namelijk voorbij.

Kortom, beleggers met hun ‘buy and hold’ mentaliteit zullen grote verliezen lijden. Alleen speculanten, en enkel zij die inspelen op de sterk toenemende volatiliteit, zullen spekkoper zijn.

Eric Mecking

Eric Mecking

drs. Eric Mecking is historicus, schrijver, spreker, financieel-economisch analist en adviseur. Hij heeft zich gespecialiseerd in cyclisch denken en beursanalyses. Zijn unieke cyclische beleggingssysteem - Trend Tracker - gebruikt hij om te handelen op de financiële markten en om de belangrijkste beursontwikkelingen bij te houden voor Geotrendlines.

Lees alles van Eric Mecking »