Mexicaanse of Spaanse griepvirus: welk scenario volgt het Coronavirus? (Deel 6)

Mexicaanse of Spaanse griepvirus: welk scenario volgt het Coronavirus? (Deel 6)

Bij Geotrendlines hebben we al diverse keren gewezen op de grote economische effecten van het Coronavirus (Covid-19). In de eerste drie artikelen hebben we de Mexicaanse griep gevolgd. Dat was tot voor kort de laatste grote virusepidemie, die precies elf jaar geleden op het dieptepunt van de aandelenbeurzen uitbrak. In de volgende reeks artikelen uit de serie gaan we uitgebreid in op de allergrootste en meest verschrikkelijke viruspandemie, de Spaanse griep. Deze brak ruim een eeuw geleden uit en eiste wereldwijd circa 50 miljoen slachtoffers.

Hoogleraar virologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, Marion Koopmans, deed op 11 maart een belangrijke uitspraak inzake het coronavirus. Volgens haar komt het virus "in ernst het meest overeen met de Spaanse griep". Een constatering waar wij het helemaal mee eens zijn. Dat maakt de Spaanse griep actueler dan ooit. Maar de grote vraag is: wat gebeurde er toen? In de wereld, maar ook in Nederland. En wat had het Amsterdamse aardappeloproer, de befaamde eenheidsworst, het oproer in de Harskamp en de revolutie van Troelstra hier mee te maken?

Hieronder volgt het derde deel van onze serie over de Spaanse griep. Klik hier voor het eerste deel hier voor deel 2.

[vervolg]

Ook in de rest van het land grijpt de griep in oktober om zich heen. Dagelijks vallen er meer (dodelijke) slachtoffers. Daarom besluiten talloze gemeentebesturen de scholen te sluiten om verdere verspreiding tegen te gaan. Vaak worden ze daartoe gedwongen, doordat een groot deel van de leerlingen en leraren ziek is.

Amsterdam

Amsterdam is de hoofdstad van Nederland en met ruim 640.000 inwoners de grootste gemeente van Nederland. Daar gaan de scholen niet dicht, hoewel er wel zeer uitvoerig over wordt gediscussieerd. Een Amsterdamse arts schrijft dat goede verpleging vaak niet kan worden gegeven omdat gehele gezinnen ziek zijn. De ziekenhuizen zijn vol en er is een tekort aan verpleegsters. Hij vindt het zeer bedenkelijk dat het Amsterdamse gemeentebestuur niets doet om de snelle verspreiding van deze ziekte tegen te gaan.

Volgens hem dienen alle bijeenkomsten te worden verboden. Als eerste moeten de scholen dicht, want daar is het ziektepercentage het hoogst en de kans op verspreiding het grootst. Dat de griep zich juist verder zou uitbreiden als kinderen thuis blijven, acht hij ondenkbaar. Een andere briefschrijver wil dat de apothekers ook zondags open blijven, totdat de ziekte geweken is.

Dagelijks zien Amsterdammers op straat stoeten met rouwenden die afscheid moeten nemen van hun dierbaren. ‘In alle wijken ziet men van den ochtend tot diep in den namiddag de rouwstoeten rijden en op de wegen die naar de begraafplaatsen leiden is het een onophoudelijk komen en gaan van begrafenissen. De begrafenisondernemingen hebben het buitengewoon druk en meerdere lijkstaties zag men in de laatste dagen zich in versnelden pas voortbewegen.'

Angststemming

'Ook de makers van doodkisten ondervinden de gevolgen van de groote sterfte. Zij beginnen de kisten reeds ongelakt af te leveren, omdat de tijd voor behoorlijke verzorging ontbreekt,’ schrijft Het Volk op 31 oktober. Het Amsterdamse gemeenteraadslid Nuijens verklaart dan ook: ‘Er is op het oogenblik een angststemming in de stad. De oorlog en de distributie zijn op den achtergrond geraakt, en men spreekt over niets anders dan over de Spaansche griep.’

De Telegraaf schrijft ook dat er een zenuwachtige sfeer onder de bevolking heerst. Dat iedereen doodsbang is geïnfecteerd te raken en dat het dagelijkse leven zo goed als plat ligt. Diverse gemeentelijke diensten raken ontwricht door het grote aantal zieken, zoals de Geneeskundige Dienst, brandweer, politie en reiniging. Er zijn zoveel telefonistes ziek dat de gemeentelijke telefoondienst Amsterdammers oproept zo min mogelijk te bellen. De diensten op de tramlijnen 6 en 18 zijn al gestaakt.

De ziekenhuizen zijn zo vol dat er geen nieuwe patiënten meer bij kunnen. Daarom wordt de hulp in de wijkverpleging sterk uitgebreid. Apothekers maken overuren en blijven ook op zondag open. Wegens besmettingsgevaar mogen de patiënten in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis geen bezoek meer ontvangen, uitgezonderd de ernstig zieken. Het aantal grieppatiënten en zieke verpleegsters wordt zo groot dat het bestuur noodgedwongen het ziekenhuis sluit. Van de 145 verpleegsters krijgen er 112 de griep, van wie er tien overlijden.

Rotterdam

Rotterdam is met 500.000 inwoners de tweede stad van Nederland. Daar wordt in de gemeenteraad op 22 oktober 1918 gesproken over de griep en op advies van het gemeentelijke geneeskundige schooltoezicht besloten de scholen te sluiten: eerst tot 4 november, later tot 18 november. De Gezondheidscommissie raadt Rotterdammers aan goed hun handen te wassen, regelmatig de mond te spoelen, veel verse lucht in te ademen en zo min mogelijk lokalen te bezoeken waar veel mensen bijeenkomen en de lucht minder goed ververst wordt. Wat juist het geval is bij bioscopen. Daarom bepaalt burgemeester Zimmerman op 6 november dat kinderen tot zestien jaar voorlopig niet meer naar de film mogen.

Wat het ziekteverloop betreft, schrijft de Gezondheidscommissie dat eind oktober het sterftecijfer sterk stijgt en pas eind december langzaam afneemt. Geregeld benadrukken de Rotterdammers dat de sterftecijfers in hun stad veel minder slecht zijn dan in Amsterdam. Daarin hebben zij gelijk, hoewel dat slechts tijdelijk blijkt te zijn. De verklaring daarvoor is dat Rotterdam eind november, begin december het hoogste aantal sterfgevallen beleeft, terwijl Amsterdam dat al eind oktober, begin november heeft meegemaakt. In het voorjaar van 1919 blijkt het sterftepercentage in Rotterdam zelfs nog hoger te zijn dan in Amsterdam.

Den Haag

Den Haag is met 345.000 inwoners de derde stad van Nederland. Daar zijn in de loop van oktober veel scholen gesloten. Eind oktober wordt besloten alle openbare scholen te sluiten van 1 tot 11 november, wat later met nog een week verlengd wordt. De gemeenteraad spreekt – in tegenstelling tot Amsterdam in volledige harmonie – alleen op 4 november over de griep. Dit op verzoek van raadslid mr. H.J. Nieboer, die verklaart ongerustheid bij de bevolking te bespeuren en zich afvraagt of de gemeente niet meer kan doen.

Volgens wethouder Van Vuuren is het sluiten van de scholen voldoende. Alle openbare gelegenheden zouden tot verboden gebied moeten worden verklaard. Elke samenkomst van mensen moeten worden vermeden. Maar dat is onmogelijk. Het middel zou erger zijn dan de kwaal.

Bovendien is de griep in Den Haag veel minder ernstig dan in andere gemeenten. Zo is het aantal sterfgevallen veel geringer dan in Amsterdam en Rotterdam. Zijn verklaring daarvoor is dat de stad zich heeft uitgebreid ‘meer in de breedte dan in de hoogte, en beschikt over ruime pleinen, breede straaten en uitnemende plantsoenen’. De Hagenaars hoeven zich wat hem betreft geen grote zorgen te maken. Dat doet Nieboer dan ook niet. Hij bedankt de wethouder en daarmee is de zaak afgedaan. De beweringen blijken geen Haagse bluf te zijn, omdat de sterftecijfers in Den Haag inderdaad aanzienlijk lager zijn dan in Amsterdam en Rotterdam.

In heel Nederland sterven in oktober 3.208 mensen aan de griep, 67 keer zoveel als gemiddeld in de oktobermaand van de jaren 1913-1917. Het grootste aantal slachtoffers, in verhouding tot het inwonertal, valt in Overijssel en dan voornamelijk in Twente. Maar het ergste moet nog komen.

Drama van Drenthe

In november eist de Spaanse griep in Nederland het hoogste aantal mensenlevens. Kranten melden uit het hele land dezelfde noodkreten. De griep breidt zich sterk uit, vaak zo sterk dat artsen niet al hun patiënten kunnen bezoeken en het aantal sterfgevallen schrikbarend toeneemt. De bevolking is verlamd van angst. Dat geldt in het bijzonder in een van de armste provincies van Nederland: Drenthe. Daar vindt een ware slachting plaats.

Het dodenpercentage is daar het dubbele van het Nederlands gemiddelde. Dramatische dieptepunten volgen. Vooral in Emmen. Van alle gemeenten in Nederland met meer dan twintigduizend inwoners valt hier in november procentueel het hoogste aantal doden.

Op 25 oktober stuurt huisarts Johannes Lubberman uit Emmer-Compascuum een telegram aan het gemeentebestuur waarin hij voorstelt de scholen te sluiten, omdat de Spaanse griep zich sterk uitbreidt. Ook deelt hij mee dat hij al verscheidene patiënten heeft moeten afwijzen. Op 26 oktober sluit de eerste school. Burgemeester G. Kootstra, die pas het jaar daarvoor in Emmen is aangesteld, weet niet wat hem overkomt. Dinsdag 29 oktober schrijft hij in twee brieven dat artsen in zijn gemeente het grote aantal zieken niet meer aankunnen en dringend hulp nodig hebben.

Smeekbrieven

De ene brief is gericht aan de rector magnificus van de universiteit van Groningen’ met het verzoek zo spoedig mogelijk te informeren of semi-artsen (artsen in opleiding) tijdelijk willen helpen ‘onder nader over een te komen voorwaarden’. De andere brief gaat naar dr. Schreve van het Geneeskundig Informatiebureau in Amsterdam, waar alle hulpaanvragen uit het land binnenkomen. Maar deze laat weten dat de toestand zéér moeilijk is, omdat er een tekort is aan artsen omdat velen van hen zelf ziek zijn. Tenslotte stuurt de burgemeester een spoedbericht ‘Aan den Heer Directeur van het Rijks Distributie- kantoor voor geneesmiddelen te Amsterdam’, waarin hij meedeelt dat er in zijn gemeente grote behoefte bestaat aan geneesmiddelen.

Eric Mecking

Eric Mecking

drs. Eric Mecking is historicus, schrijver, spreker, financieel-economisch analist en adviseur. Hij heeft zich gespecialiseerd in cyclisch denken en beursanalyses. Zijn unieke cyclische beleggingssysteem - Trend Tracker - gebruikt hij om te handelen op de financiële markten en om de belangrijkste beursontwikkelingen bij te houden voor Geotrendlines.

Lees alles van Eric Mecking »