Kan het Westen de komende vlucht uit valuta nog stoppen?

Kan het Westen de komende vlucht uit valuta nog stoppen?

Ondanks zorgwekkende berichten over de Duitse industrie, een dreigende handelsoorlog en militaire escalatie tussen het Westen en Rusland staan aandelenkoersen en huizenprijzen op recordhoogte. Maar ook goud en Bitcoin tikken steeds weer records aan. Zowel risicovolle beleggingen als veilige havens doen het goed. Hoe kan dit? Waarom blijven de prijzen in beide categorieën zo snel stijgen?

Je zou misschien verwachten dat mensen met al die onzekerheden in de wereld op hun geld gaan zitten en hun toevlucht zoeken in de vermeende veiligheid van staatsleningen. Dat zou gepaard gaan met een lagere rente, dalende aandelenkoersen en dalende huizenprijzen. Paradoxaal genoeg zien we precies het tegenovergestelde. De economie draait op volle toeren en beleggers kopen alles wat los en vast zit.

In deze analyse kijken we eerst naar drie fundamentele veranderingen - op het gebied van economie, geopolitiek en maatschappij - die kunnen verklaren waarom inflatie een structureel probleem is geworden. Vervolgens blikken we vooruit op de toekomst. Wat zijn de gevolgen voor het Westen als we op deze koers blijven? En hoe kunnen we aan de inflatieval ontsnappen?

Economisch: Geldgroei

Sinds de financiële crisis van 2008 en de coronacrisis van 2020 is de geldhoeveelheid in westerse landen sterk toegenomen. Centrale banken kochten op grote schaal obligaties. Naar eigen zeggen in het kader van monetaire stimulering met als gevolg een daling van de marktrente, waardoor huishoudens, bedrijven en overheden goedkoper konden lenen. In de praktijk echter was het gericht op het stabiel houden van de waarde van deze leningen, omdat ze als onderpand zijn gaan dienen in de financiële economie.

Hoe dan ook, een gevolg was dat marktpartijen weer vertrouwen kregen in de economie. Door een verruiming van de leencapaciteit stegen de huizenprijzen, konden bedrijven met geleend geld eigen aandelen inkopen om de koersen op te drijven en konden overheden structureel meer geld uitgeven dan er binnenkwam. Het was precies wat centrale banken beoogden met hun opkoopprogramma's, want het gaf weer vertrouwen in de waarde van schuld als onderpand voor nog meer schuld. Dat maakte nieuwe kredietverlening mogelijk.

Dit beleid gaf een tijdelijke impuls aan de economie, maar het inflateerde vooral de waarde van financiële activa. Dit leidde tot scheefgroei en schijngroei van de economie, omdat die waardestijging weer nieuwe kredietverlening mogelijk maakte. Er ontstond een waterhoofd van schulden, die alleen houdbaar zijn door vertrouwen in de kredietwaardigheid van centrale banken en vertrouwen in de toekomst.

Centrale banken gingen na 2008 weer garant staan voor schulden

Geopolitiek: Energieprijzen

Dit waterhoofd van schulden spatte begin 2022 uiteen toen de oorlog in Oekraïne begon. Westerse economieën werden geconfronteerd met hoge energieprijzen door onzekerheid over toekomstig aanbod van olie en gas. Vooral Europa was erg afhankelijk van Russische energiebronnen. Hoge energieprijzen vertaalden zich naar duurdere levensmiddelen en daaruit volgden uiteindelijk ook hogere looneisen. Die loonsverhogingen kwamen er, maar producenten berekenden dit door in de prijzen van hun producten en diensten.

We zijn nu al zover dat de inflatie vrijwel volledig voor rekening komt van loonstijgingen, waardoor we al in de gevreesde loon-prijsspiraal zitten. De piek van hogere energieprijzen was genoeg om de sneeuwbal aan het rollen te brengen en een waardedaling van westerse valuta in gang te zetten. Deze inflatie is inmiddels diep ingenesteld in westerse economieën en centrale banken weten zich er geen raad mee. Zoals ECB-president Lagarde eerder in een toespraak zei heeft een centrale bank geen instrumenten om aanbod-gerelateerde problemen in de economie, zoals een tekort aan energie of personeel, op te lossen.

Inflatie wordt nu volledig veroorzaakt door stijgende loonkosten (Bron: Bloomberg)

Door hogere energieprijzen lekt er koopkracht weg naar het buitenland. Europa is namelijk voor bijna 60 procent van haar energieverbruik en zelfs voor meer dan 80 procent van haar olie- en gasverbruik afhankelijk van import. Dit betekent een directe verarming van het Westen, omdat het geld dat we nu extra betalen voor energie niet uitgegeven kan worden aan goederen en diensten die in eigen land worden geproduceerd. Er heeft dus een transfer van koopkracht vanuit Europa naar de rest van de wereld plaatsgevonden.

Dit proces werd nog eens versterkt door de bevriezing van valutareserves van Rusland, met als gevolg een ondermijning van het vertrouwen in de dollar en de euro als internationaal neutraal betaal- en oppotmiddel. Dat vertaalt zich naar hogere rentelasten en een waardedaling van de munt, waardoor extra inflatie geïmporteerd wordt door het Westen. En als de prijzen maar lang en hard genoeg stijgen, dan zullen consumenten geneigd zijn het geld eerder uit te geven. Het bewaken van prijsstabiliteit wordt een grote uitdaging als de omloopsnelheid van het geld in circulatie toeneemt en productiviteitsgroei uitblijft.

In veel westerse economieën is door de inflatie een nieuw spanningsveld ontstaan over de vraag hoe we dit fundamentele verlies aan koopkracht moeten verdelen. En dat uit zich onder meer in een voortdurende strijd tussen werkgevers en werknemers, die de lasten op elkaar proberen af te schuiven. Werknemers willen meer loon om de stijgende kosten van levensonderhoud op te vangen, terwijl werkgevers de prijzen moeten verhogen om de hogere lonen te kunnen betalen.

Als deze vicieuze cirkel niet wordt doorbroken, dan zal deze loon-prijsspiraal doorgaan en wordt het verlies aan koopkracht uiteindelijk op de hele samenleving afgewenteld, namelijk in de vorm van almaar stijgende prijzen en daardoor afnemende koopkracht. Dit levert een maatschappelijk chagrijn op en staat aan de basis van het opkomende politieke populisme.

Maatschappij: Vergrijzing

En daarmee komen we bij een derde fundamentele verandering in westerse economieën, namelijk de vergrijzing. Komende jaren zullen meer en meer mensen uit de babyboom generatie met pensioen gaan. Zij zullen een deel van het vermogen dat ze gedurende hun werkende leven hebben opgebouwd gaan consumeren, waardoor de vraag naar producten en diensten zal toenemen. Dit is een proces wat de komende jaren zal versnellen.

Deze ontwikkeling betekent ook dat de productiviteit van westerse economieën zal afnemen en dat het arbeidstekort nog groter zal worden. Tegelijkertijd staat de houdbaarheid van het pensioenstelsel onder druk, omdat er door deze demografische trend steeds minder geld wordt ingelegd. Daar komt bij dat veel zelfstandig ondernemers hun pensioen zelf regelen. De collectieve pensioenpotten zullen daardoor netto meer uitstroom dan instroom van vermogen zien, wat betekent dat een groter deel van het opgespaarde vermogen zal worden uitgegeven.

Leggen we deze demografische trend naast de hierboven beschreven economische en geopolitieke ontwikkelingen, dan zien we een zorgwekkende dynamiek. Hoewel er op papier heel veel rijkdom is - in de vorm van spaarrekeningen, overwaardes en pensioenpotten - blijft het aanbod van goederen en diensten achter. Door personeelstekorten blijft de druk op dienstverlening groot, terwijl hoge energieprijzen in Europa hun tol beginnen te eisen voor de (zware) industrie. Dat betekent minder productie en dus minder aanbod van producten.

De politiek probeert het probleem van een tekort aan arbeid op te lossen met migratie, maar als de kwaliteit van de migratie niet aansluit bij de behoeften op de arbeidsmarkt zal dat vooral meer kosten voor de verzorgingsstaat met zich meebrengen. Bovendien wordt het demografische probleem verplaatst naar andere landen.

Een tekort aan productiecapaciteit is op te lossen door meer te importeren, maar daardoor zal er nog meer koopkracht weglekken naar het buitenland. En dat betekent dat westerse valuta verder zullen verzwakken en dat we meer inflatie importeren. De demografische situatie leidt kort samengevat dus tot meer spaargeld dat in beweging komt, terwijl het aantal goederen en diensten niet toeneemt.

'Flucht in die Sachwerte'

We leven in het Westen door deze economische, geopolitieke en maatschappelijke veranderingen nu al een paar jaar met een ongebruikelijk hoge inflatie. De afgelopen vier jaar was de cumulatieve prijsstijging zelfs meer dan 20 procent. En dat heeft een proces op gang gebracht dat mogelijk niet meer te stoppen is. Het gevaar schuilt er namelijk in dat het spaargeld door de hoge inflatie in toenemende mate in beweging komen en dat mensen in een hoger tempo het opgespaarde geld zullen uitgeven. Met een beperkt aanbod van producten en diensten zal dat de prijzen blijven opdrijven en de waarde van al het geld in omloop verlagen ten opzichte van het beperkte aanbod van goederen en diensten in de reële wereld.

Als mensen er eenmaal van overtuigd zijn dat de prijzen van goederen en diensten zullen blijven stijgen, dan verandert de tijdsvoorkeur en zullen mensen minder geld voor lange tijd op de bank laten staan. Onder deze omstandigheden wordt het kostbaar om spaargeld aan te houden, omdat de koopkracht ervan zienderogen afneemt. Een vicieuze cirkel.

Bij twee procent inflatie zullen weinig spaarders hun gedrag aanpassen, maar een aanhoudend hoge inflatie zal spaarders wakker schudden en in beweging brengen. Econoom Ludwig von Mises (1881-1973), bekend van de Oostenrijkse economische school, schreef in zijn boek 'Human Action' uit 1949 uitvoerig over de dynamiek achter het ontstaan van hyperinflatie:

“Als de publieke opinie er eenmaal van overtuigd is dat de toename van de hoeveelheid geld zal doorgaan en nooit tot een einde zal komen, en dat bijgevolg de prijzen van alle goederen en diensten niet zullen ophouden te stijgen, wordt iedereen gretig om zoveel mogelijk te kopen en zijn geldbezit tot een minimum te beperken. Want onder deze omstandigheden worden de reguliere kosten voor het aanhouden van geld verhoogd met de verliezen die worden veroorzaakt door de geleidelijke daling van de koopkracht.

De voordelen van het aanhouden van spaargeld moeten worden betaald door offers die als onredelijk belastend worden beschouwd. Dit fenomeen werd in de grote Europese inflaties van de jaren twintig een vlucht naar echte goederen (Flucht in die Sachwerte) of crack-up boom (Katastrophenhausse) genoemd. De wiskundige economen zijn niet in staat om het causale verband te begrijpen tussen de toename van de hoeveelheid geld en wat zij de “omloopsnelheid” noemen."

Crack-up boom

Een sterke toename van de consumptie is onder normale omstandigheden een positieve ontwikkeling, maar in een scenario van geldontwaarding kan dit paradoxaal genoeg ook het voorstadium zijn van hyperinflatie. In aanloop naar deze situatie zal er volop geconsumeerd worden, zullen alle restaurants en hotels vol zitten, zullen er gretig goederen en diensten worden afgenomen. Mensen zullen zich rijk voelen door de voortdurend stijgende prijzen van hun woningen en almaar hogere koersen van hun beleggingen. Dit opwaarts momentum lijkt op het eerste gezicht op economische groei, met als verschil dat het geld in deze crack-up boom in hoog tempo aan waarde verliest en dat er dus meer geld actief gaat bieden op goederen en diensten.

De economie zal in nominale termen groeien, maar de inflatie gaat uiteindelijk met iedereen aan de haal. Er komt een omslagpunt waarop prijzen sneller zullen stijgen dan inkomens, wat in feite betekent dat de koopkracht in werkelijkheid daalt en dat economische groei na een correctie voor inflatie economische krimp wordt. Deze situatie kan enige tijd voortduren zo lang mensen kunnen interen op spaargeld en waardestijging van beleggingen, maar het proces is niet meer te stoppen zodra ook de inflatieverwachtingen van consumenten veranderen. Door de vlucht uit valuta kan een vicieuze cirkel ontstaan waarin iedereen het geld zo snel mogelijk wil uitgeven. Opnieuw een passage uit het boek 'Human Action' van Ludwig von Mises:

"Dan wordt de massa eindelijk wakker. Ze worden zich plotseling bewust van het feit dat inflatie een bewust beleid is en eindeloos door zal gaan. Er treedt een ineenstorting op. De crack-up boom verschijnt. Iedereen staat te popelen om zijn geld te ruilen tegen “echte” goederen, ongeacht of hij ze nodig heeft of niet, ongeacht hoeveel geld hij ervoor moet betalen. Binnen een zeer korte tijd, binnen een paar weken of zelfs dagen, worden de dingen die als geld werden gebruikt niet langer gebruikt als ruilmiddel. Ze worden oud papier. Niemand wil er iets voor weggeven."

Het geld dat we gespaard hebben heeft alleen waarde zo lang we het grootste gedeelte ervan oppotten en slechts een klein deel consumeren. Het is een delicate balans, die wordt verstoord op het moment dat we meer van ons spaargeld gaan omzetten in goederen en diensten. Wanneer het geld in een hogere snelheid wordt uitgegeven ontstaan er in verschillende sectoren van de economie tekorten aan personeel en grondstoffen. En dat wakkert de inflatie aan.

De coronacrisis gaf ons al een inkijkje in hoe dit mechanisme in zijn werk gaat, want door lockdowns konden mensen hun geld op minder manieren uitgeven en kochten zij opeens veel meer goederen. Fabrieken en logistieke ketens konden die plotselinge extra vraag niet aan, met als resultaat lange levertijden en sterk stijgende prijzen. Deze dynamiek zien we op een veel grotere schaal in de zogeheten crack-up boom, die een voorbode kan zijn voor hyperinflatie. Mensen kopen alles, omdat ze weten dat het nog duurder zal worden als ze de aankoop uitstellen. Tegelijkertijd blijft het aanbod van producten en diensten beperkt, waardoor de prijzen stijgen en het geld dus minder waard wordt.

Wat kunnen overheden en centrale banken doen?

Als het vertrouwen in prijsstabiliteit eenmaal verloren is, dan is het voor centrale banken en overheden moeilijk om het proces te stoppen. Sterker nog, de kans is groot dat ze het probleem zullen verergeren. De belastinginkomsten zullen in dit scenario van hoge inflatie voor de overheid al snel ontoereikend zijn om de stijgende kosten van ambtenaren en goederen te kunnen betalen. Het verhogen van de belastingdruk zal politiek gezien als onwenselijk worden beschouwd, omdat de bevolking al te maken heeft met koopkrachtdaling. Dus zullen overheden de vlucht naar voren kiezen, door nog meer geld te lenen en indien nodig de centrale bank de opdracht te geven meer geld in omloop te brengen. Monetaire financiering dus.

In westerse landen bevat dit proces een extra oncontroleerbare factor, namelijk het feit dat onze staatsschulden in substantiële mate door de rest van de wereld zijn gefinancierd. Als buitenlandse schuldeisers het vertrouwen in westerse overheden en valuta verliezen, dan zullen ze onze tekorten niet langer willen financieren. Tegelijkertijd zullen andere landen hun tegoeden in dollars en euro's proberen te gelde te maken, door deze in te wisselen voor tastbare waarde. Dat wakkert de inflatie verder aan.

Vanuit deze context bezien is het zorgwekkend dat westerse landen in reactie op de oorlog in Oekraïne de tegoeden van Rusland hebben bevroren, omdat dit het vertrouwen in de dollar en de euro fundamenteel heeft aangetast. Verdere escalatie van de oorlog tussen Rusland en het Westen kan tot gevolg hebben dat landen in de rest van de wereld de samenstelling van hun valutareserves zullen herzien, door euro's en dollars te verkopen en voor te sorteren op een scenario waarin dit schuldpapier waardeloos zal worden. Dat verklaart waarom steeds meer centrale banken goud kopen en waarom deze goudaankopen sinds 2022 sterk zijn toegenomen, vooral buiten de westerse wereld.

Hoe gaat dit verder?

Het klinkt misschien wat onwerkelijk om het te hebben over hyperinflatie of een armoedeval in het Westen. De inflatie is weliswaar hoog, maar er is weinig werkloosheid en de negatieve effecten op onze levensstandaard zijn vooralsnog voor de meeste mensen beperkt. Toch is het een reëel scenario. We staan in het Westen op een belangrijk kruispunt, waarin we fundamentele keuzes moeten maken om de welvaart naar de toekomst toe veilig te stellen. We schetsen drie toekomstscenario's.

Ontkenning

In dit scenario blijft het Westen de fundamentele problemen ontkennen en zullen overheden blijven handelen vanuit het idee dat geld gratis is en dat begrotingstekorten altijd gefinancierd kunnen worden, desnoods met ondersteuning van de centrale bank. Westerse landen zullen meer protectionistische maatregelen nemen om de eigen industrie te beschermen, ook als deze niet concurrerend meer is.

Onderliggende economische problemen worden in dit scenario niet opgelost, maar gemaskeerd met prijscontroles, subsidies en investeringsprojecten van de overheid. Dit vereist meer belastinginkomsten en meer financiële repressie. Om een kapitaalvlucht en een toestroom van goedkope en betere producten uit het buitenland tegen te houden zullen er nieuwe financiële en fiscale muren worden opgeworpen. Maatregelen als emigratiebelasting en importheffingen zijn daar voorbeelden van.

De economische situatie zal door financiële en fiscale repressie niet verbeteren, waardoor de bevolking verder verarmt en het ondernemersklimaat verslechtert. Bescherming van de eigen industrie smoort innovatie en groei. De economische krimp die volgt zal leiden tot meer maatschappelijke onrust, die door overheden bestreden zal worden met censuur en propaganda. Het zijn de contouren van een Sovjet-Unie scenario, waarin het Westen zich afsluit van de rest van de wereld en zich naar binnen keert. Dit is het scenario waar Sander Boon al langer voor waarschuwt en waar hij afgelopen jaren verschillende analyses over geschreven heeft.

Het is dit scenario waarin hyperinflatie mogelijk is, omdat in dit scenario de waarde van het geld wordt opgeofferd om structurele begrotingstekorten en een grote overheidssector te kunnen blijven financieren. Ook zal in dit scenario de economische productiviteit afnemen, omdat de kapitaalallocatie door overheden van nature minder efficiënt is dan die van de vrije markt. Hyperinflatie zal bijzonder ontwrichtend zijn voor de samenleving, omdat complexe productieketens uit elkaar zullen vallen, de werkloosheid zal toenemen en de levensstandaard van bijna alle mensen zal dalen door een tekort aan producten en diensten.

Aanpassing

Het alternatief is dat het Westen een beleid gaat voeren van drastische bezuinigingen en hervormingen, waardoor het aandeel van de overheid in de economie kleiner wordt en fiscale discipline terugkeert. Door te snijden in de overheidsuitgaven en meer lucht te geven aan de vrije markt zal de productiviteit van de economie naar verwachting toenemen en daarmee ook de welvaart. Er zal meer vertrouwen komen in de overheidsfinanciën, met als gevolg lagere rentes en minder inflatie.

Dit is in grote lijnen de koers die de Argentijnse president Javier Milei en ook de nieuwe Amerikaanse president Donald Trump willen volgen. Door de spreekwoordelijke kettingzaag in de overheidsuitgaven te zetten kan de vrije markt meer lucht krijgen en concurrerend worden ten opzichte van de rest van de wereld. Forse bezuinigingen op overheidsuitgaven betekent wel een drastische versobering van de verzorgingsstaat, waardoor mensen weer meer op elkaar worden aangewezen en meer zelfredzaamheid moeten ontplooien.

Innovatie

Een derde scenario is dat het Westen een sprong in productiviteit zal laten zien door nieuwe innovaties, zoals zelfrijdende auto's en kunstmatige intelligentie. Hierdoor kunnen veel banen geautomatiseerd worden, waardoor het demografische probleem in het Westen kan worden opgevangen en een productiviteitsgroei wordt behaald waardoor de prijzen van goederen, maar vooral diensten, zullen dalen. Dat kan ervoor zorgen dat de koopkracht van het geld weer toeneemt, de reële economie kan groeien en het vertrouwen in de houdbaarheid van de hoge schuldniveaus in het Westen toeneemt. Daarmee kunnen we de fundamentele economische, geopolitieke en maatschappelijke problemen weer enige tijd voor ons uit schuiven.

Conclusie

Door een combinatie van factoren heeft de inflatie in het Westen de laatste jaren een meer structureel karakter gekregen. Monetaire verruiming, structurele begrotingstekorten en negatieve rente tijdens de coronacrisis waren de excessen van een vastlopend monetair systeem. De oorlog in Oekraïne was voor de westerse wereld een keerpunt, zowel in economisch als in geopolitiek opzicht. Als gevolg van deze oorlog loopt de papieren welvaart van het Westen stuk op de realiteit van hoge energieprijzen, economische stagnatie en hoge inflatie. Deze problematiek wordt versterkt door de demografische uitdaging van vergrijzing, waardoor de houdbaarheid van de verzorgingsstaat onder druk komt te staan.

In de transitie naar een multipolaire wereldorde, waarin economische machtsverhoudingen veranderen en het niet meer vanzelfsprekend is dat de rest van de wereld onze tekorten zal blijven financieren, zal ook het Westen zich moeten aanpassen. Overheidsuitgaven zullen drastisch moeten krimpen om weer lucht te geven aan de vrije markt. Om het vertrouwen in het geld te herstellen zullen overheidsfinanciën op orde moeten worden gebracht, wat een versobering van de verzorgingsstaat betekent. Het Westen zal dezelfde fiscale discipline moeten hanteren als de rest van de wereld, wil het voorkomen dat valuta als de dollar en de euro waardeloos worden.

Het alternatief is dat het Westen zich verder afsluit van de rest van de wereld, overheden meer regie gaan nemen en we terechtkomen in een toenemend totalitair systeem, waarin productiemiddelen centraal worden aangestuurd en eigendommen in toenemende mate gecollectiviseerd zullen worden. Dit zal gepaard gaan met toenemende repressie, op economisch en maatschappelijk vlak. En een armoedeval in het Westen zoals we die in decennia niet hebben meegemaakt.

In beide scenario's zullen zowel goud als Bitcoin aantrekkelijke vluchthavens zijn. Ook als er geen hyperinflatie komt en westerse landen zichzelf weten in te passen in een meer gelijkwaardige multipolaire wereldorde, zal er behoefte zijn aan een solide waardestandaard, die niet gecontroleerd kan worden door één land of door een groep van landen. Goud kan deze rol van waardestandaard vervullen, omdat dit een universele en neutrale vorm van vermogen is. Hetzelfde geldt voor Bitcoin, dat een rol kan vervullen als digitale waardestandaard.

Lees ook:

Frank Knopers

Frank Knopers

Frank Knopers studeerde bedrijfswetenschappen aan de Universiteit Twente in Enschede en behaalde een Master in Financial Management met een onderzoek naar de effectiviteit van waardebeleggen (value investing) in Nederland. Sinds het uitbreken van de financiële crisis is Frank zich gaan verdiepen in het geldsysteem en de goudmarkt.

Lees alles van Frank Knopers »