Het IMF waarschuwt in een nieuw rapport voor de extreem hoge wereldwijde schuldenlast en adviseert alle landen om de begroting op orde te maken en schulden af te bouwen. Nu de wereldeconomie weer groeit is de positieve impact van meer fiscale stimulering beperkt, terwijl de negatieve impact van bezuinigen op dit moment juist relatief klein is.
Volgens de laatste cijfers van het IMF stegen de wereldwijde schulden in 2016 naar een nieuw record van omgerekend $164 biljoen, omgerekend ongeveer 225% van het wereldwijde bbp. Om dat percentage in perspectief te plaatsen, sinds de Tweede Wereldoorlog zijn de schulden niet meer zo groot geweest als nu.
Wereldwijde schulden verder toegenomen (Bron: IMF)
Wereldwijde schulden blijven toenemen
Van het totaal van $164 biljoen komt 63% voor rekening van huishoudens en bedrijven en 37% voor rekening van overheden. De ontwikkelde economieën zijn verantwoordelijk voor het grootste deel van deze schulden, maar de afgelopen tien jaar hebben de opkomende economieën een behoorlijke inhaalslag gemaakt. En dat is vooral toe te schrijven aan China, want dat land alleen is verantwoordelijk voor 43% van de totale stijging van de wereldwijde schulden sinds 2007.
Het IMF maakt zich zorgen over de stijging van de wereldwijde schuldenlast, meer in het bijzonder de schulden van landen die economisch minder ontwikkeld zijn. In deze landen moeten overheden nu al gemiddeld 20% van hun totale begroting opzij zetten om de schuldenlast te financieren, een verdubbeling ten opzichte van tien jaar geleden.
In de ontwikkelde economieën ligt dat percentage beduidend lager, maar ook die landen zijn door de toenemende schuldenlast steeds kwetsbaarder voor veranderingen in de financiële omstandigheden, zoals een stijgende rente of een wisselkoersrisico. Ervaringen uit het verleden laten zien dat landen met hoge schulden veel meer last hebben van een recessie en dat het dan ook veel langer duurt voordat de economie hersteld is.
Vooral de ontwikkelde economieën maakten meer schulden (Bron: IMF)
Van een schuldencrisis naar een landencrisis
De kredietcrisis van 2008 evolueerde in een paar jaar tijd van een private schuldencrisis naar een crisis van overheidsfinanciën. Landen als Spanje, Italië, Portugal en Griekenland dreigden door de stijgende rente hun toegang tot de kapitaalmarkt kwijt te raken. Dat risico is er nu nog steeds, want in veel landen is de staatsschuld sindsdien alleen maar verder toegenomen.
Het IMF spoort landen aan om hun schuldenlast als percentage van het bbp omlaag te brengen. In veel gevallen wordt er gehoor gegeven aan deze oproep, met uitzondering van de Verenigde Staten. Onder leiding van president Trump is daar een nieuw belastingprogramma aangenomen, waarmee de tekorten in drie jaar zullen oplopen tot $1 biljoen op jaarbasis.
Sinds het uitbreken van de financiële crisis zijn de schulden wereldwijd alleen maar verder toegenomen, waardoor de wereldeconomie nog kwetsbaarder is geworden voor een stijging van de rente. Toch hebben centrale banken niet veel opties, want door de extreem lage rente dreigt oververhitting van de economie, die gepaard gaat met een oplopende inflatie.
Alleen de Verenigde Staten blijven meer schulden maken (Bron: IMF)
Deze bijdrage van Geotrendlines verscheen eerder bij Argentor