Europa dreigt misstap te maken met sancties op Russische olie

Europa dreigt misstap te maken met sancties op Russische olie

De EU kan deze week een besluit nemen dat rampzalige gevolgen zal hebben voor de economie. In een poging Rusland te stoppen overwegen ministers van Buitenlandse Zaken van de lidstaten een volledige boycot van Russische olie. Dat terwijl Europa iedere dag nog steeds ongeveer 2,7 miljoen vaten olie uit Rusland importeert en op korte termijn geen alternatief heeft.

Mochten Europese landen besluiten tot een dergelijke boycot over te gaan, dan zal de Europese economie zeer waarschijnlijk in een recessie belanden. Brandstof gaat mogelijk op rantsoen en alle grondstoffen en levensmiddelen zullen duurder worden. Om nog maar te zwijgen over de te verwachten vergeldingsmaatregelen van het Kremlin.

Geen Russische olie meer?

Tot op heden hebben Europese landen de levering van olie en gas ontzien in hun sanctiebeleid, waardoor de impact van de sancties beperkt is gebleven. Om de geloofwaardigheid van de sancties te versterken overwegen sommige landen nu een totale boycot van Russische olie. En daarmee riskeren ze de Europese economie in een nieuwe crisis te storten. Het blokkeren van Russische olie en olieproducten zou betekenen dat er tekorten gaan ontstaan aan bijvoorbeeld diesel, waarvan de voorraden nu al laag zijn.

Olieproducerende landen die vergelijkbare olie uit de grond halen als Rusland kunnen hun productie op korte termijn niet verder opschroeven. Dat terwijl deze olie zeer geschikt is om diesel mee te maken. Door de sancties kopen energiebedrijven en oliehandelaren nu al minder Russische olie. Als ze dat helemaal niet meer mogen doen kan dat leiden tot een tekort aan diesel. Daarvoor waarschuwde onlangs analist Javier Blas, auteur van het boek The World for Sale: Money, Power, and the Traders Who Barter the Earth's Resources.

Tekort aan diesel

Hij schreef onlangs in een analyse op Bloomberg dat de dieselvoorraden voor de Russische inval in Oekraïne al laag waren. In Europa op het laagste niveau in 14 jaar en in de VS zelfs op het laagste niveau in 16 jaar. Gecombineerd met de hoge energieprijzen is het voor raffinaderijen minder aantrekkelijk om diesel te produceren. Het kost namelijk veel energie om zwavel uit olie te halen voordat het bewerkt kan worden tot dieselolie. Door de sanctiemaatregelen heeft Europa nu een groot dieseltekort. Dat betekent dat productie en import momenteel onvoldoende zijn om aan de vraag te kunnen voldoen.

Als dan ook de Russische export van diesel wegvalt, dan wordt het tekort nog nijpender. En dat zien we terug in de prijs voor dieselolie op de Intercontinental Exchange (ICE), want die piekte eerder deze maand intraday naar een record van $1.500 per honderd metrische ton. Voor de oorlog in Oekraïne lag die prijs op iets meer dan $800. Dat was al een verdubbeling ten opzichte van twee jaar geleden. De premie voor directe levering van diesel steeg op een gegeven moment zelfs naar $400, terwijl die premie normaal slechts een paar dollar is. Volgens Blas is dit een teken van acute schaarste in de markt.

Backwardation

Op het moment van schrijven is de prijs voor het eerstvolgende contract met levering in april $1.160 per honderd metrische ton dieselolie. Ter vergelijking, voor een contract met levering in december betaalt men nu een prijs van $869. Dit fenomeen, waarbij handelaren meer betalen voor directe levering van de grondstof, noemt men ook wel backwardation. Zoals onderstaande grafiek laat zien is de situatie tenminste sinds 2004 niet meer zo extreem geweest.

Prijsverschil tussen directe en toekomstige levering van diesel naar recordhoogte (Bron: Reuters)

Energietransitie

Al voor de Russische inval in Oekraïne waren er zorgen over het aanbod van diesel in Europa. In de Verenigde Staten wilde men de productie van diesel niet verder opschroeven, omdat er dan ook meer kerosine geproduceerd wordt en een overschot zou ontstaan. Daardoor daalt de export van diesel richting Europa. China exporteerde tot voor kort ook veel diesel, maar dat steeds minder door de toegenomen binnenlandse vraag. Er blijft dus steeds minder diesel over voor de Europese markt.

Een hogere dieselprijs zou raffinaderijen normaal gesproken moeten aansporen om meer te produceren, maar dat is om twee redenen niet zo makkelijk. Ten eerste is het aanbod van ruwe olie op de wereldmarkt momenteel erg krap, waardoor er simpelweg niet genoeg ruwe olie beschikbaar is om te verwerken tot brandstoffen.

Wat ook meespeelt is de klimaatagenda van de politiek in de westerse wereld. Deze agenda streeft naar het afbouwen van fossiele brandstoffen. Het gevolg van deze politiek is dat beleggers, pensioenfondsen en banken steeds terughoudender zijn geworden om in deze sector te investeren. Olie en gas was de laatste jaren 'not done' en zelfs de publieke opinie keerde zich steeds meer tegen grote energiebedrijven als Shell, BP en Total. Sommige pensioenfondsen stapten zelfs volledig uit olie en gas om mee te doen met deze trend. Het resultaat? Door gebrek aan investeringen in de energiesector is de wereldwijde raffinagecapaciteit in 2021 voor het eerst in dertig jaar gedaald. Dat terwijl de wereldwijde vraag verder toeneemt. Zeker in opkomende economieën.

Hoe nu verder?

Europa had zichzelf als doel gesteld minder afhankelijk te worden van olie en gas. Daardoor zijn een aantal maatregelen genomen met rampzalige uitwerking. Door kolencentrales en kerncentrales te verwaarlozen of te sluiten en meer te investeren in variabele energiebronnen als zon en wind zijn we juist afhankelijker geworden van aardgas. Het publiek ziet dat woonwijken gasvrij worden gebouwd en dat bestaande wijken van het gas af moeten. Maar wat we niet ziet is dat de Europese vraag naar aardgas de laatste jaren alleen maar verder is gestegen. Dat terwijl de binnenlandse productie daalt. Onderstaande grafiek laat zien dat dit tekort wordt aangevuld met import, overwegend uit Rusland.

Europa is steeds afhankelijker van import van gas (Bron: IEA)

Brandstof op rantsoen?

De Russische inval in Oekraïne en de daarop volgende stijging van de energieprijzen laat paradoxaal genoeg zien dat we onszelf met het klimaatbeleid afhankelijker hebben gemaakt van aardgas. Aardgas dat nodig is om pieken en dalen in de productie van duurzame energie op te vangen. De harde realiteit is dat het in tijden van stress weer ieder voor zich is, dat olieproducerende landen andere politieke en geopolitieke belangen kunnen hebben dan wij. En dat de levering van olie en diesel uit het buitenland niet gegarandeerd is.

Met een boycot van Russische olie zal diesel nog duurder worden, met alle gevolgen van dien voor de transportsector, landbouw, scheepvaart, industrie en de bouw. Dat terwijl onze 24-uurs economie draait op goedkope brandstof. Schaarse en dure brandstof kan ook effect hebben op de bevoorrading van winkels en supermarkt. Deze combinatie is een recept voor meer sociale onrust. Maar in plaats van dat in te zien en daar pragmatisch en rationeel mee om te gaan dreigen Europese regeringsleiders nu de volgende misstap te begaan. Het volledig sanctioneren van Russische olie. Gaat de brandstof binnenkort weer op rantsoen aan de pomp?

Frank Knopers

Frank Knopers

Frank Knopers studeerde bedrijfswetenschappen aan de Universiteit Twente in Enschede en behaalde een Master in Financial Management met een onderzoek naar de effectiviteit van waardebeleggen (value investing) in Nederland. Sinds het uitbreken van de financiële crisis is Frank zich gaan verdiepen in het geldsysteem en de goudmarkt.

Lees alles van Frank Knopers »