Kredietbeoordelaar S&P Global heeft besloten geen ESG-scores meer toe te kennen aan bedrijven, te midden van twijfels over het nut ervan en politieke kritiek op deze beoordelingen. Sinds 2021 heeft het ratingbureau scores van één tot vijf gepubliceerd om de positie van bedrijven ten aanzien van de ESG-criteria (milieu, maatschappij en bestuur) aan te geven. Maar recentelijk heeft S&P Global aangekondigd dat het alleen tekstuele analyses van ESG-zaken zal bieden, zonder daar numerieke scores aan toe te kennen.
Met dit besluit distantieert de kredietbeoordelaar zich van concurrent Moody's, die ESG-criteria op een schaal van één tot vijf blijft beoordelen. De impact van dit besluit is aanzienlijk, aangezien de kredietbeoordeling van S&P Global van invloed kan zijn op de leenkosten van bedrijven. De koerswijziging komt op een moment dat Republikeinen kritisch kijken naar het gebruik van ESG door Wall Street.
ESG onder vuur
Hoewel sommige investeerders al langer sceptisch zijn over de waarde van ESG-scores, zijn er nu ook breder gedeelde zorgen over de betrouwbaarheid van deze beoordelingen. Bedrijven zoals Visa en FirstEnergy hadden inconsistente scores gekregen op basis van ESG-criteria. Het besluit van kredietbeoordelaar S&P Global kan dus ook worden gezien als een reactie op druk vanuit de politiek en anti-ESG-standpunten.
Terwijl sommige experts het erover eens zijn dat ESG-scores moeilijk te meten en overgewaardeerd zijn, benadrukken anderen dat deze beoordelingen relevant blijven. De beslissing van de kredietbeoordelaar om numerieke scores te laten vallen, kan aangeven dat ze hun nut van een cijfermatige beoordeling in twijfel trekken. Het kan ook een verschuiving weerspiegelen in de bredere perceptie van ESG-beoordelingen en hun impact op investeringsbeslissingen.
