Europese centrale bankiers raken gefrustreerd omdat hun inspanningen om de inflatie te beteugelen door het verhogen van beleidsrentes niet de verwachte resultaten hebben opgeleverd. In het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld hebben bedrijven die personeel aan zich binden werknemers in staat gesteld hogere lonen te eisen, wat heeft geleid tot hogere loonkosten en hogere prijzen. Analisten van de Europese Centrale Bank (ECB) hebben hun inflatieprognoses verhoogd, wat voor sommige leden van de raad van bestuur van de ECB ontmoedigend is. Centrale bankiers zijn overrompeld door de veranderende economische omstandigheden en hebben het gevoel dat ze “in het duister tasten”.
Centrale bankiers hebben ook te maken met onzekerheid en verlies van vertrouwen in traditionele marktrelaties door opeenvolgende wereldwijde crises, inclusief de pandemie. De macro-economische gegevens vertonen onverwachte trends, en er is een besef onder monetaire autoriteiten van de noodzaak tot bescheidenheid in het licht van onvoorspelbaar economisch gedrag. Alfred Kammer van het IMF merkte op dat traditionele macro-economische relaties zijn verbroken door oorlog en klimaatkwesties. Ook is er een toenemende complexiteit in het begrijpen van consumentengedrag in de wereld na de pandemie.
Daarnaast maken centrale bankiers zich zorgen over de acties van overheden die, naar hun mening, de doelstellingen van het monetaire beleid ondermijnen door dure programma’s zoals hypotheekvoordelen en energiesubsidies uit te rollen. Ze zijn van mening dat er meer afstemming moet zijn tussen monetair en fiscaal beleid voor de lange termijn economische gezondheid. Dit kan het omarmen van impopulaire maatregelen inhouden, zoals het toestaan van een stijging van de werkloosheid. Centrale bankiers vinden het uitdagend om de publieke verwachtingen met betrekking tot inflatie te beheren, en wenden zich nu tot vakgebieden zoals psychologie en neurowetenschappen om de veranderende economische situatie te begrijpen en te beheren.