Westerse regeringsleiders proberen de Russische invasie in Oekraïne met zware economische sancties te beëindigen, vooralsnog zonder succes. De ongemakkelijke waarheid is dat marktpartijen de sancties grotendeels weten te omzeilen, maar belangrijker, dat Poetin gewoon zaken kan blijven doen met de rest van de wereld. De enigen die echt worden getroffen zijn Europese burgers en bedrijven.
Onlangs nog bereikte de Europese Unie overeenstemming over een vijfde pakket van sancties, waaronder een totale boycot van Russische steenkool. Deze boycot gaat pas over drie of vier maanden in, zodat de industrie tijd heeft om op zoek te gaan naar alternatieven. Ook zijn de meeste Russische vrachtschepen binnenkort niet meer welkom in Europese havens. Ondertussen denkt de EU na over een boycot van Russische olie, met als doel de geldstromen naar Rusland te belemmeren. Want dat blijkt nog altijd het grote manco van het sanctiebeleid. Onder aan de streep lijkt het maar weinig effect te hebben op de export van Rusland.
Zo verwacht het Kremlin vanwege de hoge energieprijzen alleen deze maand al $9,6 miljard extra te verdienen aan de export van olie, gas en steenkool. Blijven de energieprijzen de rest van dit jaar zo hoog, dan zal dat Rusland in 2022 volgens berekeningen van Bloomberg $321 miljard opleveren. Dat is een derde meer dan de opbrengst van vorig jaar, toen de energieprijzen ook al in een stijgende lijn zaten. Vooralsnog lijkt Rusland dus het meest te profiteren van de huidige situatie.
Rusland verdient steeds meer geld aan export van olie en gas
Maar hoe zit het dan met de sancties?
De Westerse sancties tegen Rusland worden steeds strenger, maar hebben onderaan de streep toch weinig effect. Hoe kan dat? Daar zijn verschillende redenen voor te geven. Ten eerste zijn de sancties niet waterdicht. Terwijl grote energiebedrijven als Shell, BP en Total besloten geen Russische olie meer af te nemen bleven grondstoffenhandelaren als Trafigura en Vitoil gewoon zakendoen. In maart vervoerden deze twee bedrijven 2,32 miljoen ton Russische olie onder lopende contracten. Ter vergelijking, dat was beduidend meer dan het volume van ongeveer 1,8 miljoen ton in januari en februari. De sancties hadden dus geen effect op deze lopende contracten.
Maar er zijn nog meer methodes waarmee de markt sancties weet te omzeilen. Toen verzekeraars bekendmaakten dat ze Russische olietankers niet meer wilden verzekeren stapten Griekse rederijen in de markt. In de week van 21 maart was 60% van alle olietankers die uit Russische havens vertrokken van een Griekse eigenaar. Voor de oorlog lag dat aandeel nog onder de 40%. En waar een groot energiebedrijf als Shell eerst nog besloot Russische olie te boycotten zoekt ze nu creatieve oplossingen om alsnog een deel van deze lucratieve markt mee te pakken.
Zo veranderde Shell haar leveringsvoorwaarden om toch Russische olie te kunnen leveren. Door de Russische olie in Letland te mengen met andere olie omzeilt het olieconcern twee voorwaarden van het Europese sanctiebeleid. Op papier is het geen dan geen Russische olie meer en voldoet het aan alle regels. Oliehandelaren noemen deze cocktail van bijna 50% Russische olie ook wel de 'Latvian Blend'. Het is een bekende truc die men al vaker heeft toegepast, aldus grondstoffenanalist Javier Blas. "Het doet denken aan vergelijkbare sluiproutes om olie uit Iran en Venezuela te verhandelen. Deze olie werd jarenlang aangeboden als Malaysian Blend of Singapore Blend".
Rusland staat niet alleen
Afgezien van alle sluiproutes die handelaren toepassen om Europa van grondstoffen te voorzien is er nog een andere simpele verklaring voor het falende sanctiebeleid. Namelijk dat het overgrote deel van de niet-Westerse wereld nog steeds zaken wil doen met Rusland. Grote delen van Zuid-Amerika, Afrika en Azië hebben helemaal geen sancties opgelegd. China en India hebben de Russische invasie in Oekraïne in een formele stemming van de Verenigde Naties zelfs niet veroordeeld. Sterker nog, deze twee landen met samen 2,75 miljard inwoners willen juist meer grondstoffen uit Rusland importeren.
India sloot halverwege maart al een deal voor drie miljoen vaten Russische olie, die ze tegen een flinke korting kon afnemen. Afgelopen vrijdag zei de Indiase minister van Financiën Nirmala Sitharaman dat India meer Russische olie wil afnemen, omdat dat in het belang is van de Indiase bevolking. "Ik zet energiezekerheid bovenaan. Als olie beschikbaar is tegen korting, waarom zou ik dat dan niet kopen?" Ook China en Indonesië hebben al belangstelling getoond voor Russische olie, terwijl Pakistan kort na de Russische invasie nog een deal met Poetin sloot voor levering van gas. En zoals het er nu naar uitziet kan Poetin in november gewoon aanschuiven bij het eerstvolgende topoverleg van de G20.
Ook landen in het Midden-Oosten en het noorden van Afrika willen geen sancties opleggen aan Rusland. Om pragmatische redenen, want veel van deze landen zijn voor hun voedselvoorziening erg afhankelijk van Oekraïne en Rusland. Sancties zouden niet alleen de relatie met Rusland schaden. Hoge voedselprijzen en schaarste aan levensmiddelen zouden ook tot sociale onrust in eigen land kunnen leiden.
Europa betaalt de rekening
De ongemakkelijke waarheid is dat men buiten de Westerse invloedssfeer weinig economisch of politiek voordeel ziet in het boycotten van Rusland. Europa bewandelt het pad van economische sancties samen met de Verenigde Staten, die nauwelijks zaken doen met Rusland. Dat terwijl de Europese economie juist zeer afhankelijk is van Rusland. Niet alleen voor energie, maar ook voor andere grondstoffen. Het sanctiebeleid vanuit Brussel is dus een vorm van economische zelfkastijding, waarvoor de Europese burger de rekening betaalt. Denk aan de hoge energierekening, dure brandstof en stijgende prijzen in de supermarkt. Europa trekt dus aan het kortste eind.
Dit artikel verscheen ook in De Andere Krant van 16 april 2022