De schulden van overheden wereldwijd stijgen dit jaar naar een record van $53 biljoen, zo verwacht S&P Global. Alleen dit jaar lenen overheden naar schatting al $8,1 biljoen, waarvan 70% nodig is om bestaande schulden door te rollen. De resterende 30% is nieuwe schuld die overheden maken om hun begrotingstekorten te dekken. Dat bedrag, omgerekend ongeveer $2,3 biljoen, staat gelijk aan tenminste 2,6% van het wereldwijde bbp.
Volgens S&P Global hebben vooral de grote economieën dit jaar veel geld nodig. De Verenigde Staten moeten dit jaar naar schatting $3 biljoen lenen, terwijl Japan voor $1,75 biljoen aan schuldpapier zal uitschrijven. Deze twee landen zijn samen al goed voor 60% van het totaalbedrag dat overheden dit jaar wereldwijd moeten lenen. Op de derde plaats komt China, dat gedurende het jaar naar schatting $636 miljard nodig heeft. Daarna volgen Italië, Frankrijk en Brazilië, die dit jaar elk naar verwachting voor $250 miljard moeten lenen.
Staatsschulden naar recordhoogte
"We verwachten dat tegen het einde van 2020 de totale staatsschulden ten opzichte van 2019 met 5% zullen stijgen tot een record van $53 biljoen. Ten opzichte van het jaar 2015 is dat een stijging van 30%. De wereldwijde toename weerspiegelt een toegenomen leenbehoefte van de grote economieën, die door de fragiele economische vooruitzichten hun fiscale positie verruimen", zo schrijven analisten Karen Vartapetov en Roberto Sifon-Arevalo in het rapport.
Wereldwijd worden overheden aangespoord om meer te lenen, omdat de rente nu extreem laag staat. Veel Europese landen kunnen op dit moment al (bijna) gratis lenen, terwijl andere landen zelfs geld toe krijgen op de uitgifte van nieuwe staatsleningen. Een structurele schaarste aan hoogwaardig schuldpapier, dat als onderpand wordt gebruikt voor kredietverlening buiten het bancaire systeem, drukt de rente verder omlaag.
Door de lage rente zijn er weinig belemmeringen voor overheden om meer te lenen. Gecombineerd met een afzwakking van de wereldwijde economische groei neemt de roep om meer fiscale stimulering toe. Daarom laten verschillende landen hun begrotingstekort verder oplopen. Centrale banken proberen de bal ook steeds meer bij overheden neer te leggen, omdat het effect van monetaire stimulering afneemt.