Vijftig jaar na Nixon shock van 1971. Wat deed Europa?

Vijftig jaar na Nixon shock van 1971. Wat deed Europa?

Het is vandaag precies vijftig jaar geleden dat de Amerikaanse regering onder leiding van president Richard Nixon de koppeling tussen de dollar en goud verbrak. Het veroorzaakte een schok.

Eerder al hadden verschillende Europese landen grote hoeveelheden dollars omgewisseld voor goud. Ook de Engelsen vertrouwden het daarvoor al niet meer en eisten op 12 augustus voor $3 miljard aan goud terug.

Nixon riep daarop direct zijn team van economische adviseurs voor overleg bijeen op Camp David. Tijdens dit crisisberaad werd hij geadviseerd de inwisselbaarheid van dollars in goud op te schorten. Hij moest dit nieuws zondagavond primetime op televisie bekendmaken. Iedereen zou dan op de hoogte zijn voordat de aandelenbeurzen op maandag weer zouden openen.

Nixon weigerde in eerste instantie, omdat hij bang was dat het kijkerspubliek geïrriteerd zou raken als zij Bonanza, destijds de meest populaire televisieserie, moesten missen en in plaats van hun geliefde Hoss, hem te zien zouden krijgen. Maar uiteindelijk zwichtte de president onder druk van zijn adviseurs. Het nationale belang ging boven dat van de Bonanza-fans.

Die zondagavond, 15 augustus 1971, maakte Nixon het nieuws bekend op televisie. Het sloeg in als een bom. De goud-dollarstandaard hield op te bestaan en de navelstreng die goud verbond met de dollar was doorgeknipt. De dollar was niet langer ‘as good as gold’. Voortaan werd de geldhoeveelheid niet meer beperkt door de hoeveelheid goud en kreeg de dollar vrij baan. Europese landen bleven achter met dollars die ze niet langer konden omwisselen voor goud. Hun vrees was werkelijkheid geworden.


Was 1971 het keerpunt?

De mainstream visie is nog steeds dat de wereld na 1971 plotsklaps veranderde, maar in feite waren verschillende ontwikkelingen al veel eerder in gang gezet. Een paar jaar eerder was de London Gold Pool al uit elkaar gevallen, namelijk in 1968. De vraag naar goud was na een devaluatie van het Britse pond zo groot dat centrale banken de prijs niet meer op $35 per troy ounce konden houden. De goudmarkt in Londen moest zelfs twee weken lang haar deuren sluiten.

Bovendien was er achter de schermen al een nieuw internationaal geldsysteem opgetuigd, dat meer geldgroei mogelijk maakte en dat al snel de boventoon voerde in het internationale monetaire systeem. Daarover schreven we eerder al op Geotrendlines Insider. In dit artikel gaan we terug in de geschiedenis. Wat deed Europa na het uiteenvallen van Bretton Woods?

As good as gold?

De monetaire ontwikkelingen verliepen in hoog tempo na het loslaten van de goudkoppeling in 1971 en de oliecrisis in 1973. Er was grote onzekerheid over de waarde van de dollar. Frankrijk was misschien wel het meest uitgesproken. Het land voorzag grote problemen met een internationaal monetair systeem dat steeds afhankelijker zou worden van de dollar.

In februari 1965 al had de toenmalige president van Frankrijk, Charles de Gaulle, een befaamde toespraak gehouden, waarin hij pleitte voor een terugkeer naar goud als basis voor het monetaire systeem. Daarin stelde hij dat de Verenigde Staten een exorbitant voordeel haalden uit het dollarsysteem, omdat ze structureel meer goederen konden importeren dan exporteren.

Deze onbalans was binnen het dollarsysteem niet te verrekenen. Er waren namelijk veel meer dollars in omloop dan op basis van de officiële goudprijs kon worden omgezet naar goud. Bovendien was de rol van de dollar als wereldreservemunt volgens de Gaulle niet meer zo vanzelfsprekend. De goudvoorraad van de zes grootste Europese economieën was inmiddels groter dan de Amerikaanse. Daarom stelde de Gaulle voor om goud weer terug te brengen in het monetaire systeem.

4 Februari 1965, Parijs

"Daarom achten wij het noodzakelijk dat het internationale handelsverkeer, zoals het geval was vóór de grote tegenslagen in de wereld (Tweede Wereldoorlog), op een onbetwistbare monetaire basis berust, die niet het stempel van een bepaald land draagt.

Welke basis? Wij zien inderdaad niet in dat er in dit opzicht een ander criterium, een andere standaard, kan zijn dan goud. O, jawel! Goud, dat nooit van gedaante verandert, dat in staven, baren of munten kan worden veranderd, dat geen nationaliteit heeft en dat eeuwig en universeel wordt aanvaard als de onveranderlijke fiduciaire waarde bij uitstek. Bovendien is het een feit dat, ondanks alles wat men zich kan indenken, zeggen, schrijven, doen, zoals enorme gebeurtenissen, er vandaag de dag nog steeds geen munteenheid is die zich kan meten met goud, hetzij door een directe of een indirecte relatie, reëel of ingebeeld.

Ongetwijfeld zou men kunnen overwegen om aan elk land regels op te leggen van de wijze waarop het zich binnen haar grenzen dient te gedragen. Maar de allerhoogste wet, de gouden regel - kunnen we echt zeggen - die men weer eervol moet toepassen op de internationale economische betrekkingen, is de verplichting om, tussen de ene monetaire zone en de andere, door effectieve leveringen en onttrekkingen van edelmetalen, de betalingsbalans die voortvloeit uit hun buitenlandse uitwisselingen, weer goed te maken."

Bron: https://www.usagold.com/cpmforum/favorite-web-pages-degaulle/

https://www.youtube.com/watch?...

Bretton Woods

Onder het Bretton Woods systeem waren alle goudvoorraden gewaardeerd tegen een vaste goudprijs van $35 per troy ounce. Naarmate de eurodollar markt verder groeide kwam deze koppeling onder druk te staan. In de jaren '60 ondernam een aantal centrale banken met de London Gold Pool nog wel een poging om de koppeling te verdedigen. Via gecoördineerde goudverkopen probeerden ze de goudprijs te stabiliseren. Dat mislukte. In 1971 besloten de Verenigde Staten de koppeling tussen goud en dollar los te laten. Het systeem was toen eigenlijk al lang ingestort.

Na 1971 hebben de VS de officiële goudprijs nog twee keer aangepast. In december 1972 verhoogden ze de koers naar $38 per troy ounce, waarmee ze de dollar bijna tien procent devalueerden ten opzichte van goud. In september 1973 volgde nog een devaluatie van de dollar. Toen verhoogden de VS de officiële goudprijs tot $42,22 per troy ounce. Daarmee probeerde de VS een vlucht uit de dollar te stoppen. Deze officiële goudprijs had op dat moment eigenlijk al geen rol van betekenis meer, omdat de prijs van het edelmetaal op de vrije markt al vele malen hoger was. De dollar had de rol van wereldreservemunt overgenomen.

Ontwikkeling goudprijs van 1971 tot 1980

Eurodollar

De goudkoppeling werd onhoudbaar door de snelle kredietgroei binnen het eurodollar systeem. Deze markt ontplooide zich vanaf 1955 en begon daarna snel te groeien. Banken hadden een manier gevonden om via de City in Londen kredieten te verstrekken aan bedrijven en overheden over de hele wereld. Dit speelde een belangrijke rol in het uiteenvallen van de Londen Gold Pool en later in het volledig loslaten van de koppeling tussen de dollar en goud. Sander Boon schreef daarover in het artikel 'Opkomst ongereguleerde geld- en kapitaalmarkt' voor Geotrendlines University:

"Terwijl de eurodollar en eurobond markt groeide, bleef regulering en toezicht uit zowel praktische als opportunistische redenen achterwege. Praktisch omdat deze markt al snel te groot en complex werd om nog te kunnen reguleren. Opportunistisch omdat Europese centrale banken de markt konden gebruiken voor hun dollarreserves en overheden, financiële instellingen en multinationals diezelfde markt gebruikten om meer te kunnen (uit)lenen en handelen.

De eurodollar markt groeide en er werd steeds meer gespeculeerd op een ontkoppeling van de dollar en goud. De Fed formeerde een groep centrale banken, de zogenaamde London Gold Pool, om via interventies de goudprijs op $35 dollar per ounce te houden. Ze verkochten goud op de vrije markt als de prijs ervan boven het koersdoel kwam.

Omdat het aantal speculanten toenam, waren de banken gedwongen om steeds meer goud op de markt te dumpen. De kluizen raakten leeg en in 1968 viel de Gold Pool uit elkaar. De goudprijs steeg daarna in de vrije markt. De koppeling tussen de dollar en goud bestond alleen nog maar op papier. Uiteindelijk besloten de VS in 1971 om de dollar en goud te ontkoppelen."

Goud als monetaire reserve

Goud werd door de lage waardering in feite geïmmobiliseerd als monetair instrument. Tot onvrede van veel landen, zo blijkt uit de Kissinger Cables die Wikileaks in 2013 openbaar maakte. Dit is een verzameling van 1,7 miljoen diplomatieke berichten uit de jaren '70. Hieronder leest u een dergelijk document, een zogeheten cable, dat in het voorjaar van 1974 vanuit Luxemburg werd verzonden naar België, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland, de Europese Commissie en het Verenigd Koninkrijk.

In dit document bespreken de landen verschillende opties om goud weer terug te brengen in het internationale monetaire systeem. Bijvoorbeeld door via de Wereldbank of een Europees monetair fonds een nieuwe rekeneenheid in omloop te brengen met goud als onderpand. Goud moest weer vrij verhandelbaar zijn. Niet tegen de koers die de Amerikanen dicteerden, maar tegen de marktprijs.

22 maart 1974, Luxemburg

De ambassade heeft een kopie van het werkdocument van het monetaire comité over goud ontvangen, dat is voorbereid voor de bijeenkomst van het Europese monetaire comité van 4 en 5 april. Dit document is op 22 maart verspreid onder de deelnemers van dit comité. In dit werkdocument is de huidige stand van zaken in de discussie over goud samengevat.

Volgens bronnen van het ministerie van Financiën zal het monetaire comité op 4 en 5 april proberen de discussie over goud af te ronden. De uiteindelijke aanbevelingen zouden dan gepresenteerd kunnen worden aan alle ministers van Financiën (van de landen die tot de muntslang behoren) die op 10 april bijeen zullen komen in Kopenhagen. Na een algemene bespreking van de belangrijkste punten zal men op 4 en 5 april de mobilisering van de goudreserves voor gebruik in internationale transacties en de bijbehorende goudprijs bespreken. Het werkdocument noemt zes opties die daar besproken zullen worden.

a) Verkoop van goud door centrale banken op de vrije goudmarkt. Deze optie heeft niet de voorkeur, omdat het effect heeft op de marktprijs van goud. Deze optie wordt achter de hand gehouden als een mogelijk alternatief in het geval dat de andere opties onacceptabel blijken te zijn.

b) Overdracht van goudreserves naar de Wereldbank in ruil voor dollars en andere middelen om transacties te voldoen. Het grote probleem van deze optie is de vraag hoe en waar de Wereldbank de valuta vandaan moet halen in ruil voor het goud.

c) Vrije goudtransacties tussen centrale banken onderling tegen een vrije goudprijs. Deze optie is niet alleen strijdig met de regels van het IMF, ook roept het de vraag op hoe men de goudprijs in dat geval voor iedere transactie moet bepalen.

d) Overdracht van goud naar het Europese monetaire fonds in ruil voor nieuwe rekeneenheden. Deze optie geeft problemen voor wat betreft de Europese monetaire integratie, voor de mogelijke reservestatus van deze nieuwe rekeneenheid en voor de inwisselbaarheid van deze rekeneenheid in goud en andere valuta.

e) Discrete goudtransacties tussen centrale banken tegen een gelimiteerde goudprijs. Deze optie stelt centrale banken in staat goud te kopen en verkopen tegen de marktprijs, die tussen een vooraf vastgestelde bodem en plafond beweegt. Deze bandbreedte kan van tijd tot tijd aangepast worden.

f) Mobilisatie van goud als onderpand voor leningen. Deze optie heeft het voordeel dat leningen verkregen kunnen worden onder gunstige financiële condities, terwijl directe liquiditeit ingeruild wordt voor een minder hoge liquiditeit. Op internationaal niveau kan men goud gebruiken als onderpand bij het IMF. Dat kan op haar beurt leningen verstrekken via de normale kanalen of via speciale operaties. Bijvoorbeeld in samenwerking met de liquide middelen van de olieproducerende landen. Op regionaal niveau kan men goud gebruiken als onderpand bij het Europese monetaire fonds of bij de Wereldbank.

Bron: https://www.wikileaks.org/plusd/cables/1974LUXEMB00187_b.html

Europese terugkeer naar goud?

Deze cable laat zien dat Europese landen kort na de ontkoppeling van goud in 1971 al dachten aan een nieuw monetair systeem. Daarin zouden zij de rol van goud als monetaire reserve weer kunnen herstellen. Een stap in deze richting was de afspraak tussen Europese centrale banken om goud te verhandelen tegen een onderling afgesproken prijs. Dat betekende dat de goudprijs vrij moest kunnen bewegen. Deze zou niet meer gekoppeld worden aan een valuta, zoals tijdens het Bretton Woods systeem.

Dit voorstel was uiteraard tegen het zere been van de VS. Zij wilden de rol van goud juist zo klein mogelijk wilden houden om de status van de dollar als internationale reserve te handhaven. Volgens Wim Duisenberg, de toenmalig minister van Financiën, was de positie van de VS echter onhoudbaar geworden. Hij voorspelde dat er uiteindelijk overeenstemming zou komen over de rol van goud als waardereserve op de balans van centrale banken.

Ook Frankrijk liet zich destijds zeer kritisch uit over het standpunt van de Amerikaanse regering tegenover goud. Claude Pierre-Brossolette, toenmalig minister van Financiën in Frankrijk, kon zich niet vinden in het voorbehoud van Nederland en het Verenigd Koninkrijk dat Europese landen geen goud meer zouden accumuleren. Ook merkte één van de aanwezigen bij deze bijeenkomst van centrale bankiers in Zeist op dat alle grondstoffen vrij verhandelbaar waren. Dat zou dan ook moeten gelden voor goud, als het volgens de Amerikanen een grondstof was en geen monetair metaal.

Europese landen waren voorstander van een terugkeer naar goud

Frankrijk kiest voor herwaardering goud

Frankrijk nam begin 1975 al een voorschot op het vrij verhandelbaar maken van goud. Voortaan zou de Franse centrale bank haar goudreserve niet meer waarderen tegen de historische koers van $42,22. De koers die de Amerikanen dicteerden. De centrale bank hanteerde voortaan de veel hogere marktprijs. Daarmee gaf Frankrijk het signaal af dat de historische koppeling tussen de dollar en goud definitief voorbij was.

8 januari 1975, Parijs

Voor de eerste herwaardering zal de meest recente notering van de goudprijs op de internationale goudmarkt worden gebruikt, in de praktijk is dat Londen. Dit zal de notering zijn van gisteren of vandaag (8 januari). Deze dollarkoers rekent de centrale bank om in Franse francs tegen de wisselkoers zoals die op dezelfde dag genoteerd staat op de valutamarkt van Parijs.

Vervolgens zal de centrale bank de goudvoorraad om de zes maanden herwaarderen, d.w.z. op 30 juni en 31 december. De prijs voor deze herwaardering is het gemiddelde van noteringen op de internationale markt gedurende drie maanden voorafgaand aan de datum van herwaardering. Deze gemiddelde dollarkoers rekent men vervolgens om in Franse frank tegen de laatste wisselkoers op de valutamarkt van Parijs op één dag voor de datum van herwaardering.

De uit deze herwaardering voortvloeiende winsten in franken worden gecrediteerd op de balans van de centrale bank. Deze vallen onder de titel "reserve uit herwaardering van goudvoorraad". Deze rekening zal worden opgenomen aan de passivazijde van de balans van de bank onder de rubriek 'kapitaal van de bank'. Deze opbrengst zal men volledig steriliseren en zal, in tegenstelling tot de normale regel, niet toekomen aan het Franse ministerie van Financiën. Deze operatie zal dus geen gevolgen hebben voor de begroting, de geldhoeveelheid of de economie. Winsten of verliezen die voortvloeien uit latere halfjaarlijkse herwaarderingen van de goudvoorraad zal men op dezelfde rekening boeken.

Tegen $42,22 per ounce, vermenigvuldigd met de oude centrale koers van 4,60414 frank per dollar, zou huidige waarde van de Franse goudvoorraad 19.623 miljoen frank zijn. Op basis van de door Larosiere beschreven methode hebben wij de volgende ruwe berekeningen gemaakt. Op 7 januari sloot de goudprijs in Londen op $169,50 per ounce. Dee dollar stond op de beurs van Parijs genoteerd op 4,40 francs.

Op deze basis zou de nieuwe waardering ongeveer 75,3 miljard frank bedragen en de koerswinst ongeveer 55,7 miljard frank. Vandaag (8 januari) steeg de goudprijs in Londen tot $177 en daalde de dollar in Parijs tot 4,39 frank. Op deze basis zou de nieuwe waardering ongeveer 78,4 miljard frank bedragen en de koerswinst ongeveer 58,8 miljard frank."

Bron: https://www.wikileaks.org/plusd/cables/1975PARIS00508_b.html

Goud en het Eurosysteem

Europese landen hebben relatief veel goud. Door dit goud tegen de hogere marktwaarde op de balans te zetten kunnen ze het gebruiken voor internationale betalingen. Dit initiatief van Frankrijk zou men later ook toepassen bij de oprichting van de euro. In het Eurosysteem waarderen alle centrale banken hun goudvoorraad naar de marktwaarde. Deze herwaardering gebeurt eens per kwartaal.

Centrale banken keren een waardestijging niet uit als winst, maar voegen deze toe aan de herwaarderingsreserve. Deze post staat op de passivazijde van de balans van het Eurosysteem. Landen gebruiken hun goud nog steeds niet om verschillen op de betalingsbalans te verrekenen. Wel erkennen ze dat de euro niet op gelijke voet kan staan met goud. Meer daarover leest u in ons Insider artikel over de goudpolitiek van de euro.

Ontwikkeling goudvoorraad Eurosysteem, uitgedrukt in gewicht (blauw) en waarde (geel)

Eurolanden maakten in september 1999 middels het Central Bank Gold Agreement bekend dat goud een belangrijk onderdeel zou blijven van de wereldwijde monetaire reserves. Ook zouden ze hun activiteiten met betrekking tot het uitlenen van goud niet verder uitbreiden. De betrokken centrale banken verlengden deze overeenkomst in 2004, 2009 en 2014.

In 2019 besloten de ondertekenaars van dit akkoord dat het niet langer nodig was de overeenkomst te verlengen. Geen enkele centrale bank verkocht nog grote hoeveelheden goud. Ook waren er geen plannen meer om goud te verkopen. De landen die het document ondertekenden benadrukten dat goud een belangrijk onderdeel zou blijven in de wereldwijde monetaire reserves.

China en Rusland

Dit voorbeeld kreeg ook navolging in andere landen. Sinds 2006 waardeert ook de centrale bank van Rusland haar goudvoorraad tegen de actuele marktprijs. Daarnaast begon Rusland vanaf dat moment op grote schaal goud aan haar reserves toe te voegen. In 2006 was haar goudvoorraad van 387 ton goed voor omgerekend 3% van haar totale reserves. Inmiddels houdt het land ongeveer 2.300 ton aan. Dat is meer dan 20% van haar totale reserves. Ook China rapporteert haar goudvoorraad sinds 2015 maandelijks tegen de actuele marktwaarde.

Centrale banken die hun goud tegen marktwaarde op de balans zetten, erkennen dat valuta niet dezelfde waarde heeft als goud. De geschiedenis leert ons dat goud op de lange termijn haar koopkracht veel beter behoudt dan ongedekte valuta. En dat een goudwisselstandaard zoals het Bretton Woods systeem met de dollar altijd gedoemd is te mislukken.

Verenigde Staten

Desondanks waardeert de Federal Reserve haar goud nog steeds tegen de historische koers van $42,22 per troy ounce. Dat terwijl de marktprijs van goud momenteel rond de $1.800 per troy ounce staat. Op haar balans heeft de Amerikaanse goudvoorraad van 8.133 ton een waarde van iets meer dan $11 miljard. Ter vergelijking, tegen een goudprijs van $1.800 per troy ounce zou deze goudvoorraad ruim $470 miljard waard zijn.

De Fed waardeert de Amerikaanse goudvoorraad nog steeds tegen de historische koers van $42,22

Conclusie

Al vrij snel na het loslaten van de goudkoppeling in 1971 kwamen Europese landen bij elkaar om te praten over een nieuw monetair systeem. Zij bereikten al snel een consensus om goud weer vrij verhandelbaar te maken tegen een veel hogere prijs. Uiteindelijk besloten Europese landen een eigen monetaire unie op te richten. Daarmee kwam er eindelijk een alternatief voor het dollarsysteem.

Met de lancering van de euro besloten de lidstaten van de muntunie goud weer prominent op hun balans te zetten. Al in 1999 brachten ze een verklaring naar buiten, waarin ze stelden dat goud een belangrijk onderdeel zou blijven in de wereldwijde monetaire reserves. Tot op de dag van vandaag is de wens van Charles de Gaulle om de betalingsbalans met goud te verrekenen niet uitgekomen. Het goud ligt nog steeds stil in de kluizen van centrale banken.

Wel is de belangstelling voor het edelmetaal onder centrale banken de laatste jaren toegenomen. Zij zijn sinds de kredietcrisis van 2008 weer netto kopers van goud. Steeds meer landen voegen weer goud aan hun reserves toe. Niet alleen vanwege diversificatie, maar ook omdat goudvoorraden bescherming bieden tegen geopolitieke risico's.

Lees ook:

Frank Knopers

Frank Knopers

Frank Knopers studeerde bedrijfswetenschappen aan de Universiteit Twente in Enschede en behaalde een Master in Financial Management met een onderzoek naar de effectiviteit van waardebeleggen (value investing) in Nederland. Sinds het uitbreken van de financiële crisis is Frank zich gaan verdiepen in het geldsysteem en de goudmarkt.

Lees alles van Frank Knopers »