De Europese centrale bank heeft zichzelf in de problemen gewerkt door staatsobligaties te gebruiken als onderpand voor het Europese financiële systeem. Dat zegt Sander Boon in een interview bij Café Weltschmerz. De ECB volgde het voorbeeld van de Verenigde Staten, waar staatsobligaties ook de rol van goud hebben overgenomen als veilig onderpand. Daardoor is een steeds kwetsbaarder financieel systeem opgebouwd, dat alleen kan functioneren zo lang de waarde van staatsleningen gegarandeerd wordt.
De consequentie van dit systeem is dat centrale banken telkens moeten ingrijpen op het moment dat de markt het vertrouwen in staatsleningen dreigt te verliezen. In dat geval moeten zij op grote schaal staatsobligaties opkopen om de rente laag te houden en de renteverschillen tussen de landen niet uit de hand te laten lopen. Dit geeft een bijzonder perverse prikkel aan overheden, omdat het systeem niet toelaat dat de rente op staatsleningen stijgt. Zo moet de ECB steeds meer Italiaanse staatsleningen opkopen om het renteverschil met Duitsland laag te houden.
ECB creëerde haar eigen probleem
Bij de oprichting van de euro nam men het voorbeeld van de Amerikanen over om staatsleningen als onderpand te gebruiken. Het schuldpapier werd als risicovrij bestempeld, waarmee men impliceerde dat staatsleningen van alle Eurolanden gelijkwaardig waren. Volgens Boon heeft dit ervoor gezorgd dat het verschil in rente tussen staatsleningen van verschillende Eurolanden steeds kleiner werd.
Dit systeem liep vast tijdens de Europese schuldencrisis, toen duidelijk werd dat staatsleningen van Italië en Griekenland toch niet even solide waren als die van Duitsland en Nederland. De markt prijsde een hoger risico in en accepteerde de staatsleningen van probleemlanden op een gegeven moment niet meer als onderpand. Boon legt uit dat de ECB deze trend versterkte, omdat de centrale bank het schuldpapier ook tegen marktprijs waardeerde.
Vanaf dat moment werd duidelijk dat de centrale bank de markt voor staatsleningen wel moest stabiliseren. Dat begon met de 'whatever it takes' toespraak van Draghi in de zomer van 2012 en kreeg in 2014 een vervolg met de lancering van een nieuw opkoopprogramma. Ook Lagarde heeft dit beleid voortgezet door een nieuw opkoopprogramma aan te kondigen.
Eurobonds
Door de coronacrisis zijn de eurobonds opnieuw ter sprake gekomen. Dit zijn obligaties die gezamenlijk door alle lidstaten van de muntunie worden uitgegeven. Het idee is dat landen gezamenlijk schulden uitgeven, waardoor ze allemaal tegen dezelfde rente kunnen lenen. De gedachte is dat de stabiliteit van dit soort gezamenlijke leningen groter is, omdat de markt dan niet meer het verschil kan maken tussen bijvoorbeeld Duitse en Italiaanse staatsleningen. Daardoor kunnen grote hedgefondsen bijvoorbeeld niet langer short gaan in deze markt.
De keuze voor Eurobonds heeft ook een sterke politieke component, omdat het in feite ook een keuze is voor een transferunie. Landen met een sterke begrotingsdiscipline gaan meer rente betalen, terwijl landen met een slecht begrotingsbeleid profiteren. Dit is een politieke discussie, die volgens Boon wordt ingehaald door de dynamiek van ons monetaire systeem. Door staatsleningen als risicovrij te bestempelen is er eigenlijk geen andere optie meer dan collectieve schulduitgifte.
Hoe gaat dit verder en wat betekent dit voor het voortbestaan van de euro? U ziet het in onderstaande video. Wilt u meer weten? Lees dan ook deze analyses van Sander Boon.
- Van goud naar Global Finance (Trendlines University)
- Van goud naar klatergoud: staatsleningen als ‘veilig’ onderpand (Trendlines University)
- Gaat de euro nu vallen? Of komt het konijn weer uit de hoed? (Insider)
- Wat is de echte boodschap van negatieve rente?
- Wat hebben komst euro en val Sovjet-Unie met elkaar te maken?