Het begint te gisten in de Nederlandse politiek ten aanzien van EU. Dit komt duidelijk naar voren bij het getouwtrek rondom het Europese noodfonds. In Den Haag is de meerderheid tegen een transferunie en ook tegen eurobonds. Toch lijkt de Europese dynamiek precies deze richting ingeslagen. Het noodfonds is ook omgedoopt tot ‘Next Generation EU’, om aan te geven dat er sprake is van een doorbraak in de Europese politieke verhoudingen.
Het zorgt voor ongemak en heroverweging van politieke standpunten. De SP neemt in haar nieuwe partijprogramma afscheid van de euro. De SGP pleit voor een grondige herbezinning op Europa. Ook andere partijen beginnen te schuiven op hun stoel. De tot nu toe zo vanzelfsprekende houding ten opzichte van Europese integratie en de euro begint barstjes te vertonen. CDA’s Pieter Omtzigt komt net als Adriaan Schout van Clingendael misschien wel met de meest elegante oplossing: een Nederlandse opt-out mogelijkheid.
Goochelaar
De Europese dynamiek richting steeds hechtere integratie geschiedt op een manier die lijkt op de tactiek van de goochelaar. De Nederlandse politiek, pers en publiek zouden er goed aan doen om die tactiek eens goed te bestuderen. De goochelaar laat met z’n ene hand zien wat hij wil laten zien. Waar het echter om draait is natuurlijk wat hij doet met zijn andere hand. Daar let niemand op, omdat de goochelaar de aandacht vestigt op dat wat hij wil laten zien.
Centrale banken zijn doorgaans goede goochelaars. En de media goede observators van wat ze te zien krijgen. Toen de Bank of England een aantal jaar geleden aangekondigde dat de transparantie werd vergroot, werd ze in de pers bejubeld. Alle notulen van belangrijke beleidsveranderingen zouden in het vervolg snel na de vergadering vrij worden gegeven. Wat de pers echter niet haalde, het werd niet officieel aangekondigd in een persconferentie, was het besluit om voortaan pas na vijf jaar bekend te maken of commerciële banken tijdens een crisis noodsteun hebben gekregen. Welke banken precies zullen we nooit meer weten, dat gaat de Bank niet meer bekend maken.
Noodfonds
Rondom het Europese noodfonds speelt eenzelfde dynamiek. Wat we te zien krijgen is een politieke strijd om geld, met als eindpunt mogelijk een permanente Europese transferunie. De hardliners zijn de ‘vrekkige vier’, Oostenrijk, Zweden, Denemarken en Nederland voorop. Aan de andere kant staan de hard getroffen Zuid-Europese landen en hun medestanders Frankrijk en Duitsland. Het politieke getouwtrek is beeldbepalend.
Wat niet goed op het netvlies staat bij politiek, pers en publiek zijn de belangen die spelen op de achtergrond. Het is complexe materie, doorspekt met economisch jargon. Het is de wereld van technocraten en centrale bankiers. In deze wereld worden besluiten genomen over regulering en beleid die dwars door landsgrenzen gaan, die impact hebben op ons allemaal. Het is de drijvende kracht achter veel zaken die uiteindelijk in nationale parlementen een politieke vertaling krijgen.
Ook bij de schermutselingen rondom het noodfonds zijn de krachten aan de achterkant bepalender voor het resultaat. Aan de voorkant gaat het om economische steun en herverdeling van geld. Aan de achterkant gaat het echter om de introductie van eurobonds: gezamenlijk uitgegeven en gegarandeerde Europese staatsleningen. Hoewel de uitkomst hetzelfde is, een transferunie, is de drijvende kracht technocratisch en niet politiek.
ECB en eurobonds
In eerdere columns heb ik al geschreven over de centrale rol die staatsleningen hebben gekregen in ons financiële systeem. Ze worden gebruikt als onderpand om aan liquide middelen te komen. Banken en andere financiële instellingen zijn deze manier van financieren gaan gebruiken omdat het ogenschijnlijk veiliger was en omdat er hogere winsten mee konden worden behaald. Centrale banken stonden erbij en keken er naar. Deze manier van financieren blijkt inmiddels een stuk instabieler dan door hen ingeschat. Renteverschillen tussen EU-landen zorgen voor problemen. Er moet dus een oplossing komen.
De ECB dringt er al een aantal jaren achter de schermen bij de Europese Commissie op aan om eurobonds te omarmen. De huidige hoofdeconoom Philip Lane heeft er al verschillende studies aan gewijd en is hartstochtelijk voorstander. Volgens de ECB kan zij namelijk pas weer ‘normaal’ monetair beleid gaan voeren als zij beschikt over een nieuw instrument, de eurobond. Deze zal een uniform rentetarief kennen, waardoor financiële markten niet meer kunnen speculeren op het opbreken van de eurozone.
Schuivende panelen
Net als Klaas Knot eerder in zijn H. J. Schoo-lezing, gebruikt de ECB de troefkaart van economische stimulering. Op 23 september gaf de ECB een toelichting op de economische impact van het noodfonds. De Bank wijst erop dat de zwakste landen in de EU er economisch het meeste op vooruit zullen gaan. Maar als het geld goed wordt besteed kan de economie van de EU als geheel met maar liefst 5% groeien, aldus de ECB. Win-win dus. Wie kan daar tegen zijn?
Waar echter nationale parlementen nog bezig zijn met het goedkeuren van het noodfonds, is de ECB inmiddels al een paar stappen verder. Ze dringt er bij de Europese Commissie op aan om het noodfonds permanent te maken. Zonder dat hierover debat heeft plaatsgevonden tussen politiek, pers en publiek in de lidstaten, pleit de ECB dus al voor een volgende stap op weg naar echte eurobonds. Op deze manier worden we via de achterdeur een transferunie ingerommeld.
Op-out
Nu zijn eurobonds helemaal niet nodig om de euro te redden. Europese lidstaten moeten gaan doen wat ze bij aanvang van de euro hebben afgesproken, namelijk zinnige economische hervormingen doorvoeren. De financiële markt zal positief reageren en zal de staatsleningen van nu minder solide landen weer omarmen. Het zijn precies deze hervormingen die de Europese Commissie en de ECB nu via het noodfonds willen ‘afdwingen’.
Eurobonds zullen de hervormingen echter juist frustreren. Net als na de redding van de euro door Draghi in 2012 zullen landen na invoering ervan weer achterover gaan leunen. Ze hoeven dan niet meer te hervormen. Dit gaat Noordelijke landen heel veel geld kosten, terwijl ze daar bovenop ook nog eens soevereiniteit kwijt raken aan de EU. Je kunt dit resultaat van mijlenver aan zien komen.
Alleen de Duitse Bundesbank lijkt dit nog in te zien. Wat kunnen we in Nederland doen om de Duitsers een helpende hand toe te steken? Wat kunnen we doen om Angela Merkel en Emmanuel Macron af te remmen? Een door Omtzigt en Schout voorgestelde opt-out regeling voor Nederland is misschien helemaal geen gek plan.
Een Nederlands ‘nee’ tegen eurobonds zal een crisis kunnen veroorzaken in het Europese integratieproces. Maar dan ten goede. Noordelijke landen krijgen dan weer grip op de situatie. Zuidelijke landen zullen noodgedwongen gaan hervormen. Politiek bedrijven met de portemonnee van de buurman wordt voorkomen en de EU weet weer haar plaats.
Dit artikel verscheen eerder op Wynia’s Week van Syp Wynia