Op Geotrendlines Insider hebben we al veel geschreven over de eurodollar markt, waarin banken leningen verstrekken op basis van dollars die ze niet hebben. Deze markt is de afgelopen decennia zo groot geworden dat centrale banken er geen controle meer over hebben. Begin deze eeuw sprak Greenspan zijn zorgen uit over dit fenomeen. Hij zei toen dat het voor centrale banken steeds moeilijker werd om de geldhoeveelheid in de economie te meten.
Bijna niemand kent deze eurodollar markt, omdat het op de meeste universiteiten niet meer wordt onderwezen. Ook zijn weinig journalisten bekend met deze materie, waardoor de financiële media er vrijwel niet over schrijven. Op Geotrendlines Insider leggen we uit waarom de eurodollarmarkt zo belangrijk is en waarom het de macht van centrale banken aantast.
Eurodollar markt
In deze podcast van Eurodollar University legt Jeffrey Snider van Alhambra Investments uit hoe banken, geldmarktfondsen, pensioenfondsen, verzekeraars, hedgefondsen en vermogensbeheerders al jaren leningen in dollars verstrekken, zonder daadwerkelijk over dollars te beschikken. Deze leningen, die banken buiten de Verenigde Staten kunnen creëren, bestaan naast normale dollarleningen die Amerikaanse banken verstrekken.
Daarmee is volgens Snider een externe geldmarkt ontstaan, een systeem dat zonder reserves functioneert. Banken verstrekken via de eurodollar markt in feite derivaten op basis van dollars. Een praktijk die toezichthouders uiteindelijk en met tegenzin accepteerden. Daarmee fungeren deze eurodollar leningen als echte dollars, terwijl ze dat niet zijn. Dit gaat overigens behalve over leningen, ook over transacties, overschrijvingen, futures en valutahandel. In onderstaande video legt Snider uit hoe dat zit.
-- Het artikel gaat verder onder de video --
Derivaten
We kunnen deze ingewikkelde materie inzichtelijk maken aan de hand van een voorbeeld. Stel je voor dat er twee banken zijn. Beide zijn gevestigd buiten de Verenigde Staten en kunnen dus geen dollarleningen creëren. Ook hebben beide banken geen dollars op hun balans staan. Zelfs dan kan de ene bank een 'dollarlening' aan de andere verstrekken, mits die bank toegang heeft tot een markt waar ze wel aan dollars kan komen.
In dit geval kan de bank een 'dollarlening' verstrekken op basis van de belofte dat ze op een later moment kan beschikken over echte dollars. Een dollarlening tussen aanhalingstekens, omdat de bank die de lening verstrekt op dat moment geen echte dollars verstrekt. Het is dus een derivaat, dat banken onderling gebruiken alsof het echte dollars zijn.
Schaduwbankieren
We kunnen dit nog concreter maken aan de hand van een ander voorbeeld. Stel dat een vriend geld van jou wil lenen, maar dat jullie beide geen geld hebben. Normaal gesproken valt er dan niets uit te lenen, maar in dit geval pak je een pen en papier en schrijf je het bedrag op dat je aan hem wilt uitlenen, bijvoorbeeld duizend euro.
Die vriend gaat vervolgens naar zijn vader toe die wel over duizend euro beschikt. Hij besluit het papiertje met daarop het bedrag van duizend euro te ruilen voor hetzelfde bedrag in echte euro's. De totale hoeveelheid euro's in de economie neemt door deze financiële transactie niet toe. De lening die je aan een vriend verstrekte was immers slechts een derivaat, geen echt geld. Zijn vader heeft nu echter een vordering van €1.000, die hij als een vorm van geld beschouwt.
In dit voorbeeld is de lening die je aan een vriend verstrekte de eurodollar lening. Het is geld dat als een derivaat in omloop is gebracht, maar dat in de economie gebruikt kan worden alsof het echt geld is. Op deze manier zijn er de afgelopen jaren heel veel dollarleningen buiten de Verenigde Staten en buiten het toezicht van de Amerikaanse centrale bank gecreëerd.
Centrale banken buiten spel?
De Federal Reserve en andere centrale banken worstelen met deze eurodollarmarkt, die in 1955 is ontstaan en sindsdien steeds verder is gegroeid. Deze markt was aan het einde van de vorige eeuw al zo groot dat toenmalig centraal bankier Alan Greenspan zich zorgen maakte. Hij wees erop dat de Federal Reserve steeds minder controle had op de geld- en kredietcreatie, zoals Sander Boon in dit Insider artikel beschrijft.
De groei van deze eurodollar markt ondermijnt het vermogen van centrale banken om geld- en kredietgroei in de economie te reguleren. Daardoor zijn traditionele instrumenten als het aanpassen van de rente steeds minder effectief geworden. Deze rente heeft immers alleen invloed op de kredietcreatie door banken, terwijl steeds meer kredieten buiten het Amerikaanse banksysteem om worden verstrekt in de eurodollar markt. Dit verklaart waarom centrale banken steeds extremere maatregelen moeten nemen.
Conclusie
Centrale banken zijn in het huidige internationale monetaire en financiële systeem niet meer, zoals vanouds, lender of last resort, maar buyer of last resort. Ze kopen steeds meer slechte leningen en staatsobligaties op om hun waarde - en daarmee het financiële systeem - te stabiliseren. Dat is nodig omdat dit soort obligaties in ons huidige financiële systeem als onderpand dienen voor kredietcreatie.
Volgens Sander Boon is dit de ultieme moral hazard waar we niet meer aan kunnen ontsnappen. Het verklaart volgens hem ook waarom centrale banken zich steeds meer als politieke instituten zijn gaan gedragen. Voorbeelden daarvan zijn de indirecte financiering van begrotingstekorten en de introductie van klimaatbeleid. Dit heeft grote gevolgen, omdat dit het vertrouwen in centrale banken ondermijnt.
Lees ook: