Grote vermogensbeheerders nemen de macht over

Grote vermogensbeheerders nemen de macht over

Afgelopen jaren is de financiële en beleidsmacht achter de schermen verschoven van de politieke arena naar het domein van vermogensbeheerders en beheerders van aandelenindices. Deze partijen beheren en alloceren namelijk een steeds groter deel van het mondiale belegde vermogen. Denk aan onze pensioenpotten, maar ook aan populaire beleggingsproducten zoals ETF's.

De economische koers in de westerse wereld wordt zo door een steeds kleinere groep minder mensen bepaald. Westerse overheden en politici omarmen het grootkapitaal om hun klimaatdoelen te verwezenlijken, denk bijvoorbeeld aan ESG en 'groene' beleggingen. Er is sprake van ontransparante politieke besluitvorming en een verantwoordingsprobleem. Hoe heeft het zover kunnen komen? En welke gevolgen heeft dit voor de samenleving en de economie?

Dominant

Het mondiale financiële systeem wordt steeds meer gedomineerd door grote vermogensbeheerders, zo blijkt onder andere uit onderzoek van politicoloog Benjamin Braun. Hij is verbonden aan het prestigieuze Max Planck Institute in Duitsland en doet veel onderzoek naar vervlechting van de financiële en de publieke sector. In zijn paper ‘Titans’ (2021) beschrijft Braun hoe het beheerde vermogen de afgelopen dertig jaar is verschoven van individuele beleggers naar de grote vermogensbeheerders. Die zijn ten opzichte van banken en andere financiële instellingen de afgelopen tien jaar bovendien flink gegroeid. In oktober 2021 maakte de grootste vermogensbeheerder BlackRock bekend dat het bijna $10.000 miljard aan belegd vermogen onder beheer had. Dat is even veel als de totale Amerikaanse particuliere investeringsactiviteiten (private equity, hedgefonds en venture capital industrie) bij elkaar.

Vanguard en State Street zijn de nummer twee en drie op de lijst van grote vermogensbeheerders. Samen met BlackRock zetten ze hun aandeelhouderschap actief in om te bepalen in welke sectoren en op welke terreinen geld wordt geïnvesteerd. Eind 2021 beheerden ze al bijna 20% van alle bedrijven die genoteerd staan aan de Amerikaanse aandelenbeurs S&P 500. Hun aandelenbezit van kleinere bedrijven is nog groter. Ze bezitten bijna 23% van de index voor middelgrote bedrijven, de S&P 400, en zelfs bijna 29% van de index voor kleine bedrijven, de S&P 600. De samenstellers van deze aandelenindices, zoals ook de Nederlandse AEX, hebben dus veel invloed op de allocatie van geld. Zij selecteren namelijk de bedrijven die deel kunnen nemen aan hun index. De drie belangrijkste samenstellers van de meest gevolgde aandelenindexen zijn S&P Dow Jones Indices, MSCI en FTSC Russell.

Index

Aandelenindexen zijn in de wereld van het beheerd vermogen de laatste jaren steeds invloedrijker geworden. Dat komt omdat economisch onderzoek heeft uitgewezen dat het ‘passief’ volgen van een index, als het ware een selectief samengesteld mandje van bedrijven, vaak meer koerswinst en dividend oplevert dan het zelf ‘actief’ uitkiezen van veelbelovende en innovatieve bedrijven waar geld in wordt belegd. Het beheerd vermogen van vermogensbeheerders, pensioenfondsen en verzekeraars is de laatste jaren zo steeds vaker gestoken in ‘passieve’ aandelenindexen. De samenstellers van een index bepalen aan de hand van de bedrijven die ze selecteren als onderdeel van de index in welke sectoren en locaties geld wordt geïnvesteerd en waar niet. De laatste jaren is beleggen in duurzaamheid en klimaatbeleid in de populairste indices steeds belangrijker geworden.

Ook de gezaghebbende krant Financial Times is op deze trend van machtsconcentratie in de wereld van vermogensbeheerders en samenstellers van aandelenindexen gedoken. Ze stelden een lijst samen van de twaalf meest invloedrijke mensen in de financiële sector. Dit zijn de leidinggevenden en strategen van de bedrijven met het meeste vermogen onder beheer – Larry Fink van BlackRock, Tim Buckley van Vanguard en Abigail Johnson van State Street - en de samenstellers van de belangrijkste aandelenindices – Henry Fernandez van MSCI, Dan Draper van S&P Dow Jones en Arne Staal van FTSE Russell. De lijst wordt aangevuld met de namen van beleidsbepalers bij de grootse mondiale vermogensbeheerders, staatsfondsen en pensioenfondsen.

Twaalf

De lijst van twaalf van de Financial Times laat zien dat een steeds kleinere groep beleidsbepalers en beslissers zeggenschap heeft over de inzet en investering van een steeds groter deel van het mondiaal belegde vermogen. Het idee voor zo’n lijst kwam van Harvard Law School Professor John Coates. Die schreef al in 2019  in zijn paper ‘The Problem of Twelve’ dat de machtsconcentratie in de financiële sector problematische vormen aan had genomen: “Het vooruitzicht dat twaalf personen zelfs potentieel het grootste deel van de economie in handen hebben, levert een legitimiteits- en verantwoordingsprobleem van de eerste orde op.” Coates kwam op het getal twaalf omdat zij waren betrokken bij het beheer van het grootste deel van het mondiale beheerde vermogen.

Door hun groeiende rol krijgen deze financiële partijen op ontransparante wijze steeds meer invloed op het mondiale monetaire, financiële en zelfs politieke beleid. Op het gebied van klimaatbeleid en duurzaamheid is dit goed te zien. Een belangrijk thema voor de financiële sector is het duurzaam beleggen van geld. Dat doen ze volgens de ESG-normen. Dat staat voor Environment (klimaat), Social (maatschappij) en Governance (behoorlijk bestuur).

Overheden gaan graag mee in de ‘vergroening’ van de financiële sector. Zo kent de EU sinds december 2019 een nieuwe taxonomie, een lijst van investeringen die als ‘duurzaam’ kunnen worden gekenmerkt. Deze investeringen worden geclassificeerd met labels die worden gehangen aan specifieke financiële producten. Niet ‘duurzaam’ investeren levert zo minder rendement op. In zijn jaarlijkse brief aan aandeelhouders (2021) liet Fink weten dat als bedrijven waarin hij met BlackRock belegt niet zouden deelnemen aan ESG en groen investeren de toekomst van deze bedrijven er slecht zou uitzien. Op het gebied van klimaatbeleid en duurzaamheid is er tussen politiek en financiële sector dus sprake van een ondoorzichtige vermenging van verantwoordelijkheden waar Coates eerder voor waarschuwde.

Risico’s

Ook op andere vlakken spelen overheden de financiële sector in de kaart of laten zich voor het karretje spannen. Vermogensbeheerders willen namelijk wel geld beleggen, maar de risico’s wentelen ze graag af op anderen. En de risico’s in het financieel systeem zijn sinds de kredietcrisis van 2008 enorm toegenomen, evenals de mondiale schulden. Vermogensbeheerders willen dat overheden deze risico’s wegnemen voordat ze hun geld beleggen. Bijvoorbeeld private risico’s over te nemen (krediet-, valuta- en renterisico’s) en publieke garanties te verstrekken, ook wel ‘de-risken’ genoemd.

Het klimaatbeleid van de EU stoelt op deze techniek en ook ontwikkelingshulp en ‘duurzame ontwikkeling’ in opkomende landen wordt in toenemende mate op deze leest geschoeid. De risico’s worden gegarandeerd door overheden, zodat het animo om geld in te leggen groot is. Ook hier is er dus sprake van een ontransparante vervlechting van publieke en private doelen, waarbij vermogensbeheerders letterlijk de middelen hebben om de eisen op tafel te kunnen leggen. Geleidelijk begeven we ons zo in de richting van een soort van staatskapitalisme – een verregaande vervlechting tussen overheid en bedrijfsleven in het bepalen van economische prioriteiten.

Dit artikel verscheen in aangepaste versie in De Andere Krant van 16 juli 2022

Sander Boon

Sander Boon

drs. Sander Boon is politicoloog. Hij is een gedreven politiek-economisch en monetair analist die verder kijkt en dieper graaft en daardoor vaak verborgen verbanden ontdekt. Hierdoor heeft hij een unieke kijk op sociaal-maatschappelijke, politiek-economische en monetaire trends en ontwikkelingen.

Lees alles van Sander Boon »