De Europese Unie heeft de sancties tegen Rusland met een jaar verlengd, zo blijkt uit het persbericht dat maandag naar buiten werd gebracht. In een gezamenlijke verklaring schrijven de ministers van Buitenlandse Zaken van de 28 lidstaten dat ze de Krim en de stad Sebastopol niet erkennen als Russisch grondgebied.
In 2014 werd er op de Krim een referendum gehouden, waarin de meerderheid van de bevolking zich uitsprak voor aansluiting bij Rusland. Sindsdien is het gebied in handen van de Russen, wat voor de Westerse regeringsleiders aanleiding was om sancties op te leggen aan het Kremlin.
Economische sancties
De economische sancties houden in dat de lidstaten van de Europese Unie tot en met 23 juni 2018 geen goederen zullen importeren uit de Krim en dat bedrijven die in de EU gevestigd zijn geen vastgoed mogen kopen in dat gebied. Ook mogen Europese bedrijven onder de nieuwe sancties geen investeringen meer doen in bedrijven die in de Krim gevestigd zijn.
De Europese lidstaten mogen onder de nieuwe sancties ook geen goederen en technologieën beschikbaar stellen aan bedrijven in de Krim die zich bezig houden met belangrijke sectoren als transport, telecommunicatie en energie. Ook investeringen met betrekking tot de exploratie van olie, gas en andere grondstoffen zijn onder de sancties niet toegestaan. Ook mogen de bedrijven in de EU geen onderhoudswerkzaamheden of andere ondersteunende diensten meer verlenen die gerelateerd zijn aan de infrastructuur in de Krim.
De EU blijft bij haar eerder geformuleerde standpunt dat de Krim illegaal geannexeerd is door Rusland en dat het gebied daarom niet erkend zal worden. Federica Mogherini, woordvoerder van het buitenlandse beleid van de EU, sprak in maart haar zorgen uit over een toenemende militarisering van het schiereiland en van een verslechterde situatie voor de Tartaren die op de Krim wonen. Deze bevolkingsgroep zou sinds de aansluiting bij Rusland meer onderdrukt worden en minder kans krijgen om zich via de media uit te spreken.