Beleggers moeten zich voorbereiden op een economische depressie die drie keer zo erg is als de financieel-economische crisis van 2008. Dat zegt hedgefondsmanager Kyle Bass, die in de vorige crisis bekendheid kreeg door succesvol te speculeren tegen de Amerikaanse huizenmarkt. Hij verwacht dat de Amerikaanse economie met 7% tot 10% zal krimpen, percentages die horen bij een depressie.
Deze percentages zijn niet uit de lucht gegrepen, want ook de Federal Reserve houdt rekening met een extreme daling van het bbp. De centrale bank verwacht namelijk een economische krimp van bijna 42% van het eerste naar het tweede kwartaal. Ook instituten als het IMF en de OESO hebben hun verwachtingen voor de groei van de wereldeconomie al drastisch naar beneden bijgesteld.
Ook in de reële economie zien we de impact van de coronacrisis. Zo houdt de OPEC dit jaar rekening houdt met een een forse daling van de wereldwijde vraag naar olie en verwacht containervervoerder Maersk in het tweede kwartaal een kwart minder containers te vervoeren. Ook dat wijst op een sterke vraaguitval in de wereldeconomie. Slaat deze coronacrisis om in een depressie? En wat voor gevolgen heeft dat voor de wereldhandel?
Economische depressie?
Volgens hedgefondsmanager Kyle Bass moeten we rekening houden met een economische krimp van maximaal 10% in de Verenigde Staten. De laatste keer dat zoiets gebeurde was in 1946, na het einde van de Tweede Wereldoorlog. Ook is de economische impact veel groter dan tijdens de crisis van 2009. De teruggang van de economie bleef toen beperkt tot 2,5% op jaarbasis. Alleen de Grote Depressie van de jaren dertig was nog ernstiger, toen de Amerikaanse economie in een jaar tijd met 12,9% kromp.
Door de coronacrisis is de werkloosheid met name in de VS in een schrikbarend tempo gestegen. Werknemers genieten daar minder bescherming dan in veel Europese landen, waardoor bedrijven makkelijker personeel kunnen ontslaan. Dat zien we terug in de cijfers, want de officiële werkloosheid steeg in april van 4,4% naar 14,7%. Meer dan 30 miljoen Amerikanen hebben hun baan al verloren. Een schrikbarend hoog cijfer, afgezet tegen de totale Amerikaanse bevolking van 330 miljoen.
James Bullard van de Federal Reserve verwacht dat de werkloosheid in het tweede kwartaal naar 30% zal oplopen. Zoals gezegd verwacht de centrale bank volgens de laatste prognoses een economische krimp van 42% in het tweede kwartaal. Dat zijn cijfers die we sinds de Grote Depressie van de jaren dertig niet meer hebben gezien. Dit betekent dat de economische schade als gevolg van het coronavirus de komende maanden verder zal oplopen, ook al worden de maatregelen tegen het virus in verschillende landen alweer versoepeld.
Werkloosheid VS naar hoogste niveau in decennia
Participatiegraad
Het is niet alleen de stijgende werkloosheid die zorgen baart, maar ook de daling van de participatiegraad. Sinds de financiële crisis van 2008 zijn er naar verhouding steeds minder mensen actief op de Amerikaanse arbeidsmarkt. Dat komt niet alleen door vergrijzing, maar ook doordat meer Amerikanen niet actief meer naar een baan zoeken. Deze bevolkingsgroepen wordt niet meegeteld in de berekening van het werkloosheidspercentage en dat verklaart deels de spectaculaire daling van de officiële werkloosheid van de afgelopen tien jaar.
De ontwikkeling van de participatiegraad laat zien dat de Amerikaanse economie er vlak voor de financiële crisis van 2008 beter voor stond dan nu. Er zijn nu veel meer mensen die niet deelnemen aan de arbeidsmarkt, wat betekent dat de kosten voor sociale voorzieningen verder zullen oplopen. Zeker nu miljoenen mensen een werkloosheidsuitkering aanvragen zal de druk op de overheidsuitgaven verder toenemen.
Het Congressional Budget Office verwacht dat het begrotingstekort van de VS tegen het einde van het fiscale jaar 2020 is opgelopen tot $3,7 biljoen. Een ongekend hoog bedrag dat de begrotingstekorten van vorige crisis doet verbleken.
De participatiegraad is de afgelopen tien jaar sterk gedaald
Handelsoorlog
De maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus hebben een gigantische impact op de wereldeconomie. Veel bedrijven lopen inkomsten mis, de werkloosheid is schrikbarend gestegen en zal naar verwachting nog verder oplopen. Dat is niet alleen een bedreiging voor de economische stabiliteit, ook zet het de internationale verhoudingen op scherp. De handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China was door het coronavirus even naar de achtergrond verdwenen, maar komt nu in volle hevigheid terug.
Zo wil de Amerikaanse president Trump dat alle pensioenfondsen in de VS niet meer in Chinese aandelen investeren. Als het aan de president ligt verkopen ze hun miljardeninvesteringen in China, zodat ze het geld kunnen investeren in de binnenlandse economie. Ook overweegt de regering in Washington de immuniteit van China onder de Amerikaanse wet te herzien, wat in de praktijk betekent dat de Amerikaanse regering en haar burgers de Chinese overheid kunnen aanklagen.
Volgens Trump heeft de Chinese regering te weinig gedaan om de verspreiding van het coronavirus te beperken. Nu de VS hard getroffen wordt door de coronacrisis probeert hij de economische schade op China te verhalen. Een agressieve strategie die als een boemerang kan terugslaan. Zo dreigt de Chinese regering als vergeldingsactie een aantal Amerikaanse technologiebedrijven op de zwarte lijst te zetten. Daardoor wordt het voor bedrijven als Apple, Qualcomm en Cisco moeilijker om zaken te doen in China. Ook zou China overwegen geen vliegtuigen van het Amerikaanse Boeing meer te kopen.
De maatschappelijke druk om eigen bedrijven te ondersteunen leidt nu al tot concurrentievervalsing in bijvoorbeeld de luchtvaartsector. Zo stapte Ryanair begin deze maand naar het Gerecht van de Europese Unie in Luxemburg om staatssteun aan verschillende luchtvaartmaatschappijen aan te vechten. Volgens de luchtvaartmaatschappij is de staatssteun die veel van haar concurrenten krijgen in strijd met de Europese regels.
Deglobalisering
Dit zijn slechts enkele voorbeelden van nationalistische sentimenten die opleven tijdens deze economische crisis. Bij een krimpende wereldeconomie proberen landen hun eigen industrie zoveel mogelijk te beschermen. Na decennia van verregaande globalisering dreigt nu een tegenbeweging te ontstaan, waarin landen eigenbelang laten prevaleren en nationalistische sentimenten sterker worden.
De coronacrisis heeft ook de keerzijde van globalisering laten zien, namelijk dat afhankelijkheid van andere landen ook risico's met zich meebrengt. Neem bijvoorbeeld de mondkapjes en beademingsapparatuur, goederen die veel landen uit het buitenland importeren. Deze coronacrisis zal voor veel landen een extra reden zijn om cruciale sectoren te beschermen en te ondersteunen.
De trend van deglobalisering werd een aantal jaren geleden al ingezet, want Trump won in 2016 de verkiezingsstrijd met zijn slogan 'America First'. Hij gaf de energiesector ruimte om te groeien, zodat het land minder afhankelijk werd van olie en gas uit het buitenland. Ook kwamen er importheffingen om bedrijven te stimuleren hun productie terug te halen naar eigen land en de eigen industrie te beschermen.
[caption id="attachment_16012" align="alignleft" width="400"] Willis C. Hawley (links) en Reed Smoot (rechts) waren de initiatiefnemers van een sanctiewet die desastreus uitpakte[/caption]
Protectionisme
Deze ontwikkelingen doen denken aan de situatie van begin jaren dertig. De Amerikaanse regering wilde in 1930 - kort na de beurscrash van 1929 - met de Smoot-Hawley Act een breed scala aan importheffingen doorvoeren om de eigen industrie te beschermen. Economen waarschuwden destijds dat deze maatregel de economie alleen maar meer schade zouden toebrengen.
Het Amerikaanse Congres legde de waarschuwing van economen naast zich neer en nam het wetsvoorstel aan. Er kwamen nieuwe importheffingen op meer dan 20.000 producten om de eigen industrie te beschermen. Daarop namen handelspartners al snel vergeldingsmaatregelen. Andere landen voerden importheffingen in op Amerikaanse producten. Daardoor daalde het totale handelsvolume van de VS tussen 1930 en 1932 met 40%. Deze maatregel, bedoeld om Amerikaanse bedrijven en werknemers te beschermen, maakte de economische crisis dus alleen maar erger.
Dollars en goud
De wereldeconomie leunt niet alleen sterk op internationale handel, maar ook op de Amerikaanse dollar. De dollar is niet alleen de belangrijkste handelsmunt en reservemunt, ook speelt de munt een prominente rol in de internationale kredietverlening. Handelskredieten en bedrijfsleningen worden wereldwijd meestal in dollars uitgeschreven, waardoor de wereldeconomie ook afhankelijk is van de prijs en beschikbaarheid van dollars.
De coronacrisis zet ook dit dollarsysteem onder druk. Door een kapitaalvlucht richting de dollar raken verschillende opkomende economieën in de problemen. Ook China is kwetsbaar, omdat haar economie steeds afhankelijker is geworden van dollarleningen. Zo zijn de dollarschulden van China inmiddels groter dan de dollarreserves, zoals we eerder al schreven op Geotrendlines. Dat maakt opkomende economieën met hoge dollarschulden extra kwetsbaar tijdens deze crisis.
Een andere trend die past bij deglobalisering is dat steeds meer landen hun goudvoorraden uitbreiden en repatriëren. Daarover schreven we eerder al een uitgebreide analyse. Het zijn niet alleen opkomende economieën die hun goudvoorraden aanvullen. Ook veel Westerse landen kopen meer goud of halen het weg uit de goudkluizen in Londen en New York. Zo hebben onder andere Hongarije, Polen en Servië de laatste jaren goud aan hun voorraad toegevoegd, terwijl Nederland, Duitsland en Oostenrijk een groter deel van hun goudvoorraad weer in eigen land bewaren.
Dit is een opmerkelijke trend, omdat de goud in het huidige monetaire systeem geen actieve rol vervult. Staatsleningen hebben immers de rol van goud overgenomen als fundament van ons monetaire systeem. Dat verschillende landen toch hun goud terughalen zegt niet alleen iets over het vertrouwen dat centrale banken in elkaar hebben, het zegt ook iets over het vertrouwen dat zij hebben in staatsleningen als veilig en risicovrij onderpand.
Conclusie
De financiële crisis van 2008 was een schok voor de wereldeconomie, maar de economische impact van het coronavirus is vele malen groter. In korte tijd werd de hele wereld overvallen door het virus. Daardoor kwam het dagelijkse leven overal bijna tegelijkertijd tot stilstand. Met fiscale en monetaire stimulering hebben we de eerste klap kunnen opvangen, maar het is nog onduidelijk wat de gevolgen voor de lange termijn zullen zijn.
Als de maatregelen tegen het virus snel teruggedraaid kunnen worden, dan zijn de gevolgen misschien nog te overzien. Het verzwakt in ieder geval de overheidsfinanciën en de balansen van centrale banken, maar als de consumentenbestedingen weer aantrekken kan de schade meevallen. We komen dan uit in het eerste van de drie scenario's die Sander Boon beschreef in dit artikel.
Duurt het langer voor landen om hun economieën weer te op te starten, dan kan een liquiditeitsprobleem voor veel bedrijven omslaan in een solvabiliteitsprobleem. Dat geldt ook voor overheden, want die kunnen niet onbeperkt de economie blijven ondersteunen. In dit scenario zet de economische stagnatie door en neemt de koopkracht van de bevolking af. Inkomens- en vermogensongelijkheid neemt toe en dat is een voedingsbodem voor meer maatschappelijke onrust en instabiliteit. Verliezen overheden en centrale banken de controle, dan is zelfs het derde scenario mogelijk.