Een kwart van het Nederlandse midden- en kleinbedrijf heeft onvoldoende buffers om een half jaar aan omzetverlies op te vangen. Daardoor dreigt er niet alleen een economische crisis, maar ook een bankencrisis te ontstaan. Door een sterke verwevenheid tussen banken en overheden kan dat zelfs leiden tot een eurocrisis. Dat schrijft het Centraal Planbureau (CPB) in een nieuw rapport over de risico's van het financiële systeem.
Banken hebben de schade van de coronacrisis tot op heden beperkt weten te houden, omdat ze meer buffers hebben dan in de vorige crisis. Een sterke toename van slechte leningen kan banken echter opnieuw in problemen brengen. Zo waarschuwt het CPB voor de verslechterde situatie in de horeca en de transportsector, waar de liquiditeitsproblemen het meest acuut zijn. Als deze bedrijven hun leningen niet meer kunnen betalen zal ook de balans van banken verslechteren.
Slechte leningen
De Europese Bankautoriteit (EBA) verwacht dat het aantal slechte leningen op de balans van Europese banken dit jaar zal verdubbelen. Stond er vorig jaar nog €529 miljard aan slechte leningen op Europese bankbalansen, dit jaar zal dat oplopen tot meer dan €1.000 miljard. Daarmee komt het aantal slechte leningen weer terug op het niveau van eind 2014. De grootste problemen verwacht de EBA in zuidelijke Eurolanden, waar het percentage problematische leningen het hoogst is. De exacte cijfers uit het EBA rapport en een overzicht van de sectoren en landen met de meeste slechte leningen vindt u in ons insider artikel.
Lees ook: Slechte leningen Europese banken verdubbelen tot meer dan €1.000 miljard (Insider)
De grootste portefeuilles van slechte leningen vinden we in Frankrijk en Italië, waar de banken vorig jaar al meer dan €100 miljard aan dubieuze kredieten in de boeken hadden staan. Door de coronacrisis zal deze portefeuille toenemen, wat betekent dat banken meer geld opzij moeten zetten om mogelijke verliezen op te vangen. Kunnen banken die verliezen niet meer opvangen, dan moeten overheden opnieuw ingrijpen. Er gaan geruchten dat een deel van het nieuwe Europese noodfonds nodig is om de bankensector te ondersteunen.
Overheden in de knel
Ook overheden kunnen volgens het CPB in de problemen komen. Als ze te lang doorgaan met fiscale stimulering kan dat ten koste gaan van hun kredietwaardigheid. Met name de landen met hoge staatsschulden en structurele begrotingstekorten zitten in de gevarenzone. Zij kunnen het vertrouwen van de financiële markten verliezen. Tijdens de Europese schuldencrisis verloren sommige zuidelijke landen de toegang tot de kapitaalmarkt, waardoor de centrale bank moest ingrijpen. De ECB probeert een dergelijke crisis te voorkomen door meer staatsobligaties van de zuidelijke landen op te kopen.
Het CPB wijst in haar rapportage ook op de sterke verwevenheid van overheden en banken in sommige landen. Vooral in de zuidelijke Eurolanden hebben de banken veel staatsleningen van hun eigen overheid op de balans staan. Verliest de markt het vertrouwen in het schuldpapier van deze landen, dan raakt dat ook de buffers van banken. De Europese schuldencrisis van een aantal jaar geleden heeft duidelijk gemaakt dat niet alle staatsobligaties even veilig zijn.