De aandelenmarkt en de renteverschillen tussen bedrijfsobligaties lijken ontkoppeld van de economische realiteit. Dat schrijft de Bank for International Settlements in haar nieuwste jaarverslag. De bank der centrale banken waarschuwt voor teveel optimisme op de financiële markten, waar de koersen ver vooruitlopen op de economische realiteit.
Centrale banken en overheden hebben met grootschalige stimuleringsprogramma's erger weten te voorkomen, maar de coronacrisis is nog lang niet voorbij. Ook moeten centrale banken er rekening mee houden dat ze niet onbeperkt kunnen blijven stimuleren. De BIS schrijft daarover:
"Net als het virus evolueert ook de crisis. In bepaalde opzichten zijn centrale banken erin geslaagd de markt te kalmeren. Het herstel van vertrouwen heeft zelfs wat overmoed losgemaakt. Op het moment van schrijven lijken de aandelenkoersen en de renteverschillen tussen bedrijfsleningen losgekoppeld van de zwakkere reële economie.
Er zijn nog steeds onderliggende financiële kwetsbaarheden. Dit voelt meer als een wapenstilstand dan als een vredesakkoord. En meer fundamenteel: Wat eerst een liquiditeitsprobleem leek te zijn - dat meer vatbaar is voor de remedie van centrale banken - dreigt nu om te slaan in een solvabiliteitsprobleem. Een golf van afwaarderingen is al begonnen, naast de zorg dat verliezen voor wijdverbreide wanbetalingen kunnen zorgen."
Financiële markten losgekoppeld van realiteit
Aandelenmarkten lieten in het tweede kwartaal een ongekende herstelrally zien en behaalden wereldwijd zelfs het beste kwartaal in zestien jaar. Voor Wall Street was dit zelfs het beste kwartaal sinds 1998. Ondertussen neemt het renteverschil tussen obligaties met een hoog en laag kredietrisico verder af, wat suggereert dat beleggers zich geen zorgen maken over het kredietrisico.
Dat is opvallend, aangezien er nog een golf van afwaarderingen aan zit te komen. Sinds het uitbreken van de coronacrisis heeft alleen kredietbeoordelaar S&P Global al meer dan 2.000 afwaarderingen doorgevoerd. Veel bedrijfsleningen zitten in de categorie vlak boven junk status, wat betekent dat institutionele beleggers bij een afwaardering moeten verkopen.
De liquiditeitsproblemen waar bedrijven aan het begin van de crisis mee geconfronteerd werden kunnen de komende maanden omslaan in een solvabiliteitscrisis. In dat geval moeten ook beleggers verlies nemen. Dat risicobesef is volledig naar de achtergrond verdwenen door alle monetaire en fiscale stimulering. Een gevaarlijke ontwikkeling, aldus de BIS:
"Monetair beleid is essentieel om illiquiditeit aan te pakken, maar kan niet omgaan met insolvabiliteit. Centrale banken kunnen wel geld uitlenen, ze kunnen geen geld uitgeven. Het comparatieve voordeel van fiscaal beleid is dat het insolvabiliteit kan aanpakken, door tijdelijk middelen beschikbaar te stellen en herstructurering van de balans te ondersteunen."
Centrale banken moeten terug naar normaal
Volgens de BIS moeten centrale banken plannen maken over hoe ze de steunmaatregelen tegen de coronacrisis op termijn gaan afbouwen. Sinds het begin van de crisis hebben ze wereldwijd in totaal 150 renteverlagingen doorgevoerd. Volgens schattingen van Bank of America hebben centrale banken en overheden voor $18 biljoen aan monetaire en fiscale stimulering toegepast. Dat zijn ongekend grote bedragen.
Al deze maatregelen hebben een harde landing van de wereldeconomie weten te voorkomen, maar daarmee is de crisis nog niet voorbij. De BIS waarschuwt voor een scenario vergelijkbaar met de periode na de Tweede Wereldoorlog, toen de staatsschulden ook zeer hoog waren en overheden een veel grotere invloed hadden op de economie. Dat maakte het voor centrale banken erg lastig om zich onafhankelijk op te stellen van overheden. Uit het rapport:
"Tot op heden zijn doelstellingen van centrale banken en overheden samengevallen. Er was sprake van een natuurlijke samenwerking. Centrale banken hebben nog niet moeten afwijken van hun mandaat van prijsstabiliteit en financiële stabiliteit. Maar neemt de inflatoire druk op een zeker moment toe, dan zullen de spanning toenemen. De roep om 'monetaire financiering' verhoogt het risico dat de economie verder in die richting beweegt.
Als dat lang genoeg duurt, dan kan dit proces een deuk slaan in het vertrouwen in monetaire instituten. Dat is een hoge prijs voor korte termijn gewin. De geloofwaardigheid die centrale banken hebben opgebouwd was tijdens de recente crisis essentieel om een aantal 'rode lijnen' te kunnen passeren die nodig waren om het financiële systeem te stabiliseren."