Cycli en trends lopen als een rode draad door het leven. Het is het fundamentele ritme van de mens, de natuur, maar ook van de economie en de financiële markten. De idee dat de geschiedenis volgens een patroon verloopt, kan daarom worden benut om de toekomstige loop der gebeurtenissen te voorzien. Het grote voordeel is dan dat je daarop kunt inspelen. Dat is ook de reden dat ik bij beleggen gebruik maak van cycli met mijn Trend Tracker systeem.
Vanwege het grote belang van cycli en cyclisch denken, willen we daar aandacht aan besteden in deze artikelenreeks. Achtereenvolgens zullen dat de volgende onderwerpen zijn. Wat is een cyclus eigenlijk? Welke cycli kunnen we onderscheiden in de economie en de financiële markten? En hoe verhouden die zich tot elkaar?
In het eerste deel behandelden we de belangrijkste economische cycli en gaven we inzicht in de grote golfbewegingen op de huizenmarkt. Het tweede en derde deel ging in op de lange Kondratieffgolf. In het vierde deel lieten we zien hoe overheden en centrale banken met hun manipulaties een kunstmatige stabiliteit hebben gecreëerd.
Voor het vijfde deel werkten we één van onze drie toekomstscenario's uit: het deflatiescenario In onderstaand artikel gaan we verder in op het Economic Confidence Model (ECM) van Martin Armstrong. Wat zijn de kenmerken van zijn model en wat maakt het ECM zo waardevol en zo uniek?
Economic Confidence Model
Armstrong’s Economic Confidence Model (ECM) is een cyclustheorie op basis van π (Pi). Armstrong stelt dat grote golven elk 8,6 jaar duren, ofwel 3.141 dagen, wat 1.000 maal 3,141 (Pi) is. Op de top en op het einde van elke cyclus is er een zeer belangrijk omslagpunt. Deze omslagpunten markeren dan het begin of het einde van een trend.
Armstrong ziet zijn model niet als een uitvinding, maar als een ontdekking. Het is gebaseerd op een reeks van 26 historische financiële aandelencrashes over een tijdsbestek van 224 jaar (1683-1907) met een frequentie van ongeveer 8,6 jaar. Volgens hem zit er een duidelijke – voor velen verborgen – orde achter wat wij als chaos ervaren.
Vertrouwen
Het model draait om confidence, om vertrouwen. Dat vertrouwen kan zich uiten op zowel wereld-, land- als sectorniveau. Vertrouwen is altijd de belangrijkste doorslaggevende factor, zowel financieel, economisch als politiek. Een belangrijk omslagpunt in het ECM kan dan bijvoorbeeld een aandelencrash zijn, een obligatiecrash, een crash op de huizenmarkt, het begin of einde van een economische recessie of een opstand, burgeroorlog, oorlog etc. En dat vertrouwen uit zich vaak in de kapitaalstromen in de wereld.
Als er veel vertrouwen bestaat in een bepaalde markt of sector, dan stroomt het kapitaal er naar toe. Deze kapitaalconcentratie uit zich dan vaak in een bubbel. Neemt het vertrouwen af, dan gebeurt het tegenovergestelde. Het kapitaal vloeit weg, wat vaak gepaard gaat met een crash. En dan gaat het kapitaal weer naar een ander land of sector waar men op dat moment veel vertrouwen in heeft. Dat kan uitgroeien tot een bubbel wanneer er een juichstemming ontstaat. Die wordt dan weer doorgeprikt en het proces begint weer van voren af aan. Maar steeds in een ander land of in een andere sector.
Volgens Armstrong blijkt de mensheid door de hele geschiedenis heen telkens een zichzelf herhalend economisch en geopolitiek patroon te volgen. Maar dit patroon wordt volgens hem door de meesten niet herkend, omdat zij altijd alles proberen te reduceren tot eenvoudige oorzaak-gevolg relaties. Wat ze niet kunnen bevatten, is de mate van complexiteit. Alles is wereldwijd met elkaar verbonden en werkt op elkaar in, zoals: het klimaat, oorlog en vrede, innovatie, bevolkingsveranderingen, migratie, economieën en virussen.
ECM in decimalen
Hieronder zien we drie cycli afgebeeld. De cycli worden weergegeven in een decimaal stelsel waarmee gemakkelijk gerekend kan worden. Elke cyclus gaat van bodem naar bodem en duurt 8,6 jaar. Ook de toppen van de cycli zijn 8,6 jaar van elkaar verwijderd.
Elke cyclus kan weer worden onderverdeeld in twee delen van elk 4,3 jaar. De halve cyclus van 4,3 jaar wordt op haar beurt weer opgedeeld in drie delen: een van 2,15 jaar en twee van 1,07 jaar. Tezamen 2,15 + 1,07 + 1,07 = 4,3 jaar. De volgorde van de hele cyclus ziet er dan zo uit als onderstaande afbeelding laat zien. Dit is de cyclus waarin we ons nu bevinden en die begon op 2020.05.
Iedere cyclus is opgebouwd uit verschillende fasen
Pi-model
Het ECM wordt ook wel het Pi-model genoemd. Pi staat voor het getal 3,141. Als je 8,6 jaar omrekent in aantallen dagen dan kom je uit op 3.141 kalenderdagen. Dat is 1000 x 3,141 (Pi). Ook als je 2,15 jaar optelt bij 1,07 jaar kom je uit op 3,22 wat min of meer gelijk staat aan Pi = 3,141. Ook de optelsom 1,07 + 1,07 + 1,07 = 3,21. Dus eveneens min of meer Pi. Vandaar dat het model ook wel de Pi-cycle wordt genoemd.
Van decimalen naar kalendertijden
De decimalen maken het rekenen makkelijk. Maar we willen weten op welke tijden de omslagpunten vallen. Daartoe moeten we de decimalen omrekenen naar kalendertijden. Dat doen we als volgt.
8,6 jaar wil zeggen: 8 jaar en 60% van een jaar. Dat kun je uitrekenen door 0,6 te vermenigvuldigen met 365 kalenderdagen. Dat maakt 219 kalenderdagen. Dus 8,6 jaar wordt dan omgerekend in kalendertijd 8 jaar + 7 maanden + 7 dagen.
4,3 jaar wordt dan 4 jaar en 0,3 x 356 kalenderdagen = 4 jaar en 110 dagen
1,07 jaar wordt dan 1 jaar en 0,07 x 365 kalenderdagen = 1 jaar en 26 dagen
Een voorbeeld. Hieronder staat de huidige cyclus afgebeeld, omgerekend in kalenderdagen. De cyclus begon op 2020.05. Dat wil zeggen het jaar 2020 en 0,05 x 365 dagen = 18 dagen. Dat wordt dan 18 januari 2020. Het volgende omslagpunt is 2022.2. Dat wordt dan 0,2 x 365 dagen = 73 dagen. De 73ste dag van 2022, oftewel 14 maart.
De huidige cyclus in het Economic Confidence Model
De toppen en de bodems vormen de belangrijkste omslagpunten. Dat zijn in de huidige cyclus dus 18/19 januari 2020, 7/8 mei 2024 en 25/26 augustus 2028. Binnen de cyclus zijn er ook, vaak minder belangrijke, omslagpunten te herkennen: 14/15 maart 2020, 10/11 april 2023, 4 juni 2025 en 2/3 juli 2026.
De cyclus is fractaal. Dat wil zeggen dat er binnen cycli ook weer cycli te onderscheiden zijn, op lagere niveaus. Naast een 8,6 jaarcyclus, bestaat er dus een 8,6 maand-, een 8,6 week-, een 8,6 dag-, een 8,6 uur- , een 8,6 minuten en zelfs een 8,6 secondecyclus. Dat laatste klinkt ongeloofwaardig. Maar niet als we bedenken dat een dag bestaat uit 24 uur x 60 minuten = 1440 minuten x 60 seconden = 86.400 seconden. Rekenen we de dag uit in milliseconden dan komen we uit op 86.400 seconden x 60 = 5.184.000 milliseconden. Het vormt het kleinste onderdeel van de grootste cyclus die bestaat uit zes cycli van elk 8,6 jaar. Dat is 8,6 x 6 = 51,6 jaar. Kortom, de cirkel, de cyclus is dan rond: 51,8 jaar als de grootste cyclus en 5.184.000 milliseconden als de allerkleinste cyclus.
Cycli over afgelopen eeuw
De cyclus is niet alleen fractaal maar kan ook tot in het oneindige worden doorgetrokken of terug worden berekend in de tijd. Hieronder staat het model afgebeeld sinds begin twintigste eeuw en de belangrijkste gebeurtenissen tijdens de omslagpunten.
De opgaande lijnen veronderstellen dat we naar een top toe gaan. De neergaande lijnen dat we naar een bodem gaan. Vaak is dat ook zo. Maar niet altijd. De toppen bijvoorbeeld bij 1955.55 Dow exceeds high of pre-depression en 1972.75 Gold low blijken eerder bodems te zijn. De bodems bijvoorbeeld bij 1916.85 Dow high en 1985.65 peak blijken toppen te zijn.
Belangrijke gebeurtenissen van de vorige eeuw cyclisch weergegeven
Op 18/19 januari van dit jaar zijn we begonnen aan de 935ste cyclus uit de reeks. Op 7 februari 2020 hebben we enkele voorbeelden gegeven van zeer markante omslagpunten uit het model. Het laatste omslagpunt dat tevens het begin vormt voor de huidige cyclus was 18/19 januari 2020. Op 20 januari kondigde de Chinese premier Xi Jinping officieel maatregelen aan tegen de uitbraak van het gevreesde coronavirus, afkomstig van de Chinese plaats Wuhan. Vanaf 20 januari nam het aantal ziektegevallen in China ook dramatisch toe. Het betekende het begin van een trend waarbij het coronavirus zich vanuit China over de hele wereld verspreidde. Ook werd daarmee de trend gezet voor het wereldwijd nemen van lockdownmaatregelen om verspreiding van het virus tegen te gaan. Maatregelen die de wereldeconomie hard troffen en nog steeds van kracht zijn en nog steeds de wereldeconomie sterk onder druk zetten.
Deflatie in aantocht
Zoals ik op 3 maart 2020 al schreef, verwacht ik komende jaren een pandemie, een wereldwijde virusbesmetting, hetzij corona of influenza (de griep) of een combinatie daarvan. Het coronavirus liep uit op een pandemie en is nog steeds niet voorbij. Daar komt dan nog de jaarlijkse influenza epidemie bij die ook kan uitlopen op een pandemie. Er is namelijk een 13-jarige cyclus in influenza pandemieën en de laatste was van 2009, de zogenoemde Mexicaanse griep. Bovendien duurde de Spaanse grieppandemie van medio 1918 tot maart 1920.
Dus dan zouden deze virussen hun opmars kunnen voortzetten en hun negatieve stempel op de wereldeconomie blijven drukken, waarbij inflatie overgaat in deflatie zoals beschreven in het vorige artikel uit deze serie en zoals deze week bekend werd. Depressie, deflatie, verlies aan vertrouwen in overheden en centrale banken, zullen dan de toon zetten tot medio maart 2022…het volgende belangrijke omslagpunt van het ECM.