Europese landen proberen Oekraïne snel genoeg van wapens en munitie te voorzien, maar er zijn verschillende uitdagingen die dit bemoeilijken. Europese defensiebedrijven worden overspoeld met aanvragen voor wapens, variërend van munitie tot raketwerpers en gevechtsvoertuigen. Ze staan echter voor het dilemma of ze hun productie moeten opschalen en ervan uit moeten gaan dat de oorlog in Oekraïne en de spanningen met Rusland voortduren, of dat ze moeten wachten op lange-termijn contracten van overheden, die afgelopen jaren hun defensiebudgetten juist verlaagden.
Deze kwestie heeft niet alleen betrekking op de bedrijven in de defensie-industrie, die jaarlijks ongeveer €120 miljard aan omzet geneert, maar heeft ook bredere implicaties. Oekraïne heeft dringend behoefte aan meer wapens, terwijl de voorraden van haar bondgenoten snel opraken. Europese landen proberen hun eigen defensie-industrie nieuw leven in te blazen om zowel wapenleveringen aan Oekraïne te ondersteunen als hun eigen veiligheid te versterken. Bovendien wil de NAVO de omvang van haar "high-readiness forces" verhogen tot 300.000 troepen, wat een zevenvoudige toename is. Dit vereist hoogwaardige wapens die gereed zijn voor gebruik.
Onvoldoende capaciteit
Terwijl Europese defensie-ministeries al lang zaken doen met Amerikaanse wapenfabrikanten, kan de Amerikaanse industrie alleen niet aan de wereldwijde vraag voldoen. De Verenigde Staten hebben zelf te maken met lage voorraden van artilleriemunitie, wat heeft geleid tot de controversiële beslissingen om clusterbommen naar Oekraïne te sturen.
Onder de oproep van de Amerikaanse president Joe Biden om Europa meer verantwoordelijkheid te laten nemen voor haar eigen defensie, willen grote landen zoals Duitsland, Frankrijk en Italië hun afhankelijkheid van Amerikaanse militaire toeleveringsketens verminderen en hun eigen productie uitbreiden. Op de NAVO-top in Vilnius hebben leiders opgeroepen tot gezamenlijke internationale aanbestedingen. Daarnaast dringt het plan er bij landen op aan gestandaardiseerde normen te hanteren, zodat dezelfde munitie compatibel is met verschillende wapensystemen van verschillende landen.
Het spanningsveld tussen Europese defensie-ministeries en -bedrijven draait om wie de leiding moet nemen. Hoewel er steeds meer bestellingen binnenkomen, vreest de industrie dat ze de productie alleen zal uitbreiden om te ontdekken dat er over drie of vijf jaar geen vraag meer zal zijn. Regeringen zijn eerder teruggekomen op plannen en veel Europese hoofdsteden hebben herhaaldelijk niet voldaan aan de NAVO-doelstellingen voor voorraadopbouw of de belofte om minstens 2% van het bruto binnenlands product aan defensie uit te geven. Op vrijdag hebben NAVO-bondgenoten een strengere toezegging gedaan om het 2% doel te halen.
Productie uitbreiden?
Sommige regeringen aarzelen om langetermijncontracten voor wapens af te sluiten, omdat ze niet zeker weten of ze die in de toekomst nog nodig zullen hebben, aldus een Europese diplomaat. De industrie heeft al het mogelijke gedaan om de productie te optimaliseren of uit te breiden met eigen investeringen, maar heeft nu duidelijkheid nodig over de toekomstige vraag van de overheid in de komende jaren.
Hoewel sommige regeringen erkennen dat ze meer kunnen doen om de industrie te helpen, zijn er ook ministeries die van mening zijn dat defensiebedrijven meer verantwoordelijkheid moeten nemen om de leveringstijden te verkorten. De vraag naar wapens is momenteel hoog, maar er zijn tekorten aan geschoolde arbeidskrachten en essentiële onderdelen. Bovendien zijn er bureaucratische obstakels en aarzelen banken om geld aan de sector te lenen uit angst dat het hun ESG-reputatie kan schaden. Regeringsinstanties moeten hun personeelsbestand aanvullen om bestellingen te verwerken, maar dit kost tijd vanwege de complexiteit van het beoordelingsproces.
€500 miljoen
De EU heeft maatregelen genomen om de productie van munitie en raketten te stimuleren, waaronder een subsidie van €500 miljoen om de productiecapaciteit van bedrijven te vergroten. Echter, zelfs met uitbreiding van de faciliteiten en investeringen van de bedrijven, zal het nog jaren duren voordat de productie in Europa aan de vraag kan voldoen. Dit kan regeringen ertoe verleiden hun toevlucht te nemen tot alternatieve leveranciers buiten Europa, zoals de Verenigde Staten, Israël of Zuid-Korea, om wapens sneller te verkrijgen. Dit kan echter het productieprobleem in Europa verergeren.
De oorlog in Oekraïne heeft aangetoond dat de voorraad beschikbare munitie van Europese landen drastisch ontoereikend is. De NAVO heeft in juni ingestemd met aanzienlijke verhogingen van de aanbevolen voorraadniveaus van munitie, waaronder artilleriemunitie van 155 mm. Het doel is om Oekraïne binnen een jaar minstens 1 miljoen stuks artilleriemunitie te sturen, bovenop wat landen voor hun eigen strijdkrachten kopen. Dit is echter een ambitieus doel, gezien de huidige productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie.