Venezuela haalt zes nullen van haar bankbiljetten af om het betalingsverkeer makkelijker te maken. Met deze aanpassing wordt het voor winkeliers makkelijker om betalingen te verwerken, omdat het grote aantal nullen regelmatig problemen opleverde. Door een aantal nullen weg te strepen is het weer eenvoudiger om bedragen uit te rekenen en geld te pinnen.
Vanaf augustus komt de centrale bank met nieuwe bankbiljetten, die de oude biljetten met heel veel nullen moeten vervangen. En dat was ook hard nodig, want de laatste herziening van het geld vond plaats in 2018. Toen introduceerde de centrale bank nog een biljet van 1 miljoen de Venezolaanse bolivar om grote bedragen af te rekenen. Door hyperinflatie is dit biljet omgerekend nog maar 32 dollarcent waard.
Hyperinflatie in Venezuela
Geldontwaarding is al langer een probleem in Venezuela, maar afgelopen jaren ging het wel heel erg snel. Het begon al met de daling van de olieprijs in 2014, waardoor een belangrijke inkomstenbron wegviel. Daardoor was er niet meer genoeg harde valuta om de import van goederen te bekostigen. De centrale bank begon daarom in opdracht van de overheid geld bij te drukken, waardoor het probleem alleen maar groter werd.
Daar bovenop kwamen Amerikaanse sancties, die het betalingsverkeer in dollars belemmerden. Voor veel bedrijven werd het moeilijker om zaken te doen met Venezuela, waardoor het Latijns-Amerikaanse land economisch verder geïsoleerd raakte. Ook besloot de Bank of England het beheerde goud van Venezuela niet vrij te geven, waardoor het land bijna geen reserves meer tot haar beschikking heeft.
Sinds 2008 heeft de regering - eerst onder leiding van Hugo Chavez, daarna onder Nicolas Maduro - in totaal al acht nullen van de bankbiljetten weggehaald. De bolivar, de munteenheid van het land, is daardoor zo goed als onbruikbaar geworden. Daarom wisselen mensen het geld zo snel mogelijk in voor betere valuta, zoals de dollar en de euro. Goud en cryptomunten vervullen ondertussen een rol als vluchthaven voor spaarders.
Nieuwe bankbiljetten
Om het betalingsverkeer efficiënter te maken komt de centrale bank in augustus met een reeks bankbiljetten van 2 tot 100 nieuwe bolivar. In feite vertegenwoordigen deze biljetten dus een waarde van 2 miljoen tot 100 miljoen huidige bolivar. Het is dus een logisch vervolg op de huidige biljettenreeks, die eindigt met het biljet van een miljoen 'oude' bolivar.
De laatste maanden lijkt de hyperinflatie in Venezuela wat in snelheid af te nemen. De inflatie is nu op jaarbasis 2.339%, terwijl dat in 2019 volgens de Cafe con Leche index van Bloomberg nog meer dan 300.000% was. Dit is een alternatieve definitie voor de inflatie, gebaseerd op de prijs van een kopje koffie met melk op een terras.
Euro's en dollars
Veel verschil maken deze inflatiecijfers overigens niet, want in beide gevallen is de houdbaarheidsdatum van het geld zeer kort. In het beste geval een paar maanden, in het slechtste geval slechts een paar weken. Daarom is de reële economie in feite al overgestapt op buitenlands geld, zoals de euro en de dollar. Op de zwarte markt wisselen mensen de waardeloze bolivar in voor deze relatief sterke valuta.
De centrale bank begon in 2019 zelfs euro's te verstrekken aan banken, nadat Rusland voor miljoenen aan eurobiljetten naar het land had gestuurd. De regering besloot meer euro's in de economie te brengen, omdat deze valuta minder omstreden is dan de Amerikaanse dollar. Door het Amerikaanse sanctiebeleid geeft Venezuela de voorkeur aan de Europese munt.