Deze week publiceerde de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) een uitvoering rapport over de werking van ons geldsysteem. Aanleiding voor dit rapport was burgerinitiatief 'Ons Geld', dat het onderwerp van geldschepping op de maatschappelijke en politieke agenda wist te zetten. Hun voorstel om geldschepping in publieke handen te brengen verzamelde 120.000 handtekeningen. Daarop volgde een Kamerdebat en een verzoek aan de WRR om ons huidige geldsysteem tegen het licht te houden.
Ook in de samenleving wist burgerinitiatief 'Ons Geld' het onderwerp in de kijker te zetten. Denk bijvoorbeeld aan de succesvolle theatervoorstelling 'Door de bank genomen' op initiatief van George van Houts. Deze voorstelling, die de scheve machtsverhouding tussen bank en burger in beeld bracht, trok meer dan 90.000 bezoekers.
Hoe kunnen we ons geldsysteem duurzamer maken?
Een kleine vier jaar na de première van deze voorstelling komt de raad met aanbevelingen over hoe we het geldsysteem duurzamer kunnen maken. Het driehonderd pagina's dikke rapport beschrijft in hoofdlijnen de werking van ons op krediet gebaseerde geldsysteem. Ook legt het uit hoe ons geldsysteem door technologische en maatschappelijke ontwikkelingen stap voor stap geëvolueerd is.
Het gaat te ver om de volledige inhoud van het rapport hier te bespreken, maar de aanbevelingen zijn zeker interessant te noemen. Een van die aanbevelingen is dat er meer diversiteit in de financiële sector moet komen, zodat de burger echt wat te kiezen heeft.
De afgelopen decennia zijn er door verschillende fusies en overnames steeds minder banken overgebleven, met als resultaat dat de drie grootste banken inmiddels een marktaandeel van 75% vertegenwoordigen. Traditionele spaarbanken zijn verdwenen of volledig opgegaan in de drie grote banken, die qua structuur erg veel op elkaar lijken. Daardoor heb je als consument niet veel keuze meer.
Een bijkomend probleem van de machtsconcentratie in de bankensector is dat de banken erg groot zijn geworden ten opzichte van de economie. Daardoor is er een scheve machtsverhouding ontstaan. Komt een bank als de Rabobank, ING of ABN Amro in de problemen, dan zal de overheid moeten ingrijpen om een bankencrisis te voorkomen.
Tijd voor een depositobank?
Om daadwerkelijk meer diversiteit in de financiële sector te brengen zou er volgens de WRR een nieuw, publiek verankerd, alternatief moeten komen voor de gevestigde banken. Een soort depositobank, die zich alleen met sparen en betalen bezighoudt. Een dergelijke bank, die volledig gedekt wordt door reserves bij de centrale bank, zou spaarders kunnen aanspreken die minder risico willen lopen. De aanwezigheid van een dergelijk alternatief een disciplinerende werking hebben op andere banken en hun dominante positie verkleinen, zo concludeert de WRR.
Het idee van een depositobank is de laatste jaren al uitvoerig besproken, maar de Europese wetgeving vormt nog altijd een obstakel. Sinds de financiële crisis van 2008 hebben de landen van het Eurosysteem verschillende afspraken gemaakt over harmonisering van het depositogarantiestelsel. Zo kan een bank niet aan het betalingsverkeer deelnemen zonder mee te doen aan dit garantiestelsel. Dat betekent dat ook een veilige depositobank met een volledige dekking van reserves bij de centrale bank moet meebetalen aan deze verzekering.
Hervorm het depositogarantiestelsel
De aanbeveling van de WRR om een veilige spaarbank op te richten is een stap in de goede richting, maar het idee zal niet van de grond komen zo lang de spelregels niet veranderen. De voorbereidingen voor een Europees depositogarantiestelsel bieden een mooie gelegenheid om het speelveld geschikt te maken voor veilige spaarbanken. Banken waar je veilig je geld kunt stallen en betalingen kunt doen, zonder mee te betalen aan een garantiefonds voor banken die wél financiële risico's nemen.
Door depositobanken een vrijstelling te geven voor het depositogarantiestelsel kun je een nieuw marktsegment bedienen van klanten die veiligheid belangrijker vinden dan rendement. Ook kan de introductie van depositobanken in heel Europa een bijdrage leveren aan de financiële stabiliteit. Het remt de kredietverlening af en dwingt kredietverlenende banken om minder risico's te nemen. Zo valt er weer wat te kiezen voor de spaarder.
Deze column verscheen eerder op Goudstandaard