Na olie en gas wordt straks ook stroom fors duurder

Na olie en gas wordt straks ook stroom fors duurder

Door de oorlog in Oekraïne zijn de prijzen van olie, gas en steenkool flink gestegen. Dit merken we nu al aan de gasrekening en aan de recordprijzen die we betalen aan de pomp. Maar daar blijft het niet bij, want er staat ons ook nog een flinke stijging van de elektriciteitsprijzen te wachten. Op de termijnmarkt zijn de prijzen voor elektriciteit nu al drie keer zo hoog als een jaar geleden. Dat betekent dat nutsbedrijven die elektriciteit inkopen via deze termijncontracten hogere prijzen moeten doorberekenen. In het Verenigd Koninkrijk houdt men voor dit jaar al rekening met een prijsstijging van 42%. Waarom stijgen de energieprijzen zo hard en wat betekent dat voor de economie?

Handelaren betalen in Duitsland momenteel €195 voor directe levering van een megawattuur aan elektriciteit, terwijl dat twee jaar geleden nog minder dan €50 per megawattuur was. De energiemarkt verwacht dat de prijzen voor elektriciteit voorlopig hoog blijven, want op de termijnmarkt kost diezelfde megawattuur voor levering in december zelfs €290. Dat betekent dat we de komende maanden nog een flinke prijsstijging kunnen verwachten op de elektriciteitsrekening.

Prijs voor elektriciteit op de termijnmarkt is in een jaar tijd bijna verviervoudigd (Bron: Intercontinental Exchange)

Waarom wordt stroom duurder?

De hogere stroomprijzen zijn grotendeels te verklaren door de prijsstijging van fossiele brandstoffen, want wereldwijd wordt ruim 60% van alle elektriciteit opgewekt met olie, kolen en gas. In de afgelopen twaalf maanden verviervoudigde de prijs van steenkool in de Rotterdamse haven, van €80 naar €320, terwijl de Nederlandse referentieprijs van aardgas vervijfvoudigde, van €18 naar €90 per megawattuur. Daarnaast zijn er nog andere factoren die bijdragen aan een hogere stroomprijs, zoals het wegvallen van productiecapaciteit van kerncentrales. In Frankrijk is er door gebrek aan investeringen in nieuwe centrales en onderhoud aan bestaande kerncentrales momenteel 30% minder elektriciteitsproductie uit kernenergie dan tien jaar geleden. Daardoor moet Frankrijk meer stroom inkopen uit buurlanden, wat de energieprijzen over de hele linie opdrijft.

De prijs van steenkool steeg in een jaar van €80 naar €320 per ton (Bron: Intercontinental Exchange)

Duitsland besloot na de kernramp in Fukushima in 2011 zelfs helemaal te stoppen met kernenergie. Destijds waren kerncentrales goed voor een kwart van de stroomproductie van Duitsland. De laatste drie kerncentrales zouden dit jaar worden gesloten, maar door de recente ontwikkelingen wil de regering dat besluit heroverwegen. Robert Habeck, de Duitse bondsminister van Economische Zaken en Klimaat, zei in februari in een interview met ARD al dat het ministerie onderzoekt of ze deze drie kerncentrales langer open kan houden. De afgelopen tien jaar heeft Duitsland het wegvallen van kerncentrales proberen op te vangen met investeringen in duurzame energiebronnen als wind en zonne-energie. Ook is Duitsland meer stroom gaan opwekken met gas en steenkool.

Duitsland schakelt kerncentrales uit en investeert in zon en wind (Bron: Wikipedia)

In Nederland besloot de regering de stroomproductie van kolencentrales te beperken om de klimaatdoelstelling te halen. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat bereikte vorig jaar een overeenkomst met de kolencentrales van Onyx, RWE en Uniper om in 2022, 2023 en 2024 niet meer dan 35% van hun maximale capaciteit te benutten. Om de gederfde inkomsten op te vangen kwam de regering met een compensatieregeling, gekoppeld aan de energieprijzen. Door de stijging van de energieprijzen lopen de kolencentrales nu enorme winsten mis en is de overheid veel meer geld kwijt aan compensaties. De totale vergoeding voor de komende drie jaar zou kunnen oplopen tot €1,5 miljard, een veelvoud van het bedrag dat de regering had begroot voor deze regeling. Voor één van de kolencentrales is het nu zelfs lucratiever om langer open te blijven en stroom te blijven produceren dan om de deuren te sluiten en de eenmalige compensatie van €200 miljoen van het Rijk te ontvangen.

De hoge energieprijzen zijn dus niet alleen toe te schrijven aan hogere prijzen van fossiele brandstoffen, maar ook aan politieke besluiten. Door klimaatbeleid is er de laatste jaren veel geïnvesteerd in duurzame energiebronnen als zon en wind, terwijl kolencentrales en kerncentrales een lagere prioriteit kregen. Ook de Europese boycot van Russische olie en gas en het niet in gebruik nemen van de Nord Stream 2 gaspijpleiding waren politieke besluiten, die een groot effect hebben op de energieprijzen.

Wat betekent dit voor de consument?

Door de oorlog in Oekraïne en de oplopende spanningen tussen Rusland en Europa zijn de prijzen van fossiele brandstoffen tot recordhoogte gestegen. Dat gaan we binnenkort ook merken op de energierekening, als nutsbedrijven hun hogere inkoopprijzen moeten doorberekenen aan consumenten en bedrijven. In het Verenigd Koninkrijk maakt men zich op voor een nieuwe prijsstijging, waardoor energiearmoede dreigt voor 6,1 miljoen Britse huishoudens. Ieder half jaar past de toezichthouder de maximumprijs voor elektriciteit aan. De verwachting is dat het plafond in oktober met 40% wordt verhoogd tot ongeveer £2.800 per jaar, nadat er in april ook al een verhoging van 54% werd doorgevoerd. Om huishoudens te kunnen compenseren gaat de Britse regering nu extra belasting heffen op de torenhoge winsten van energiebedrijven. Daardoor wordt het voor beleggers minder aantrekkelijk om in deze sector te investeren.

In Nederland kregen huishoudens met een laag inkomen een eenmalige compensatie van €800 voor de hoge energiekosten. Ook heeft de regering de energiebelasting verlaagd en plannen gemaakt om de btw op energie van 21% naar 9% te verlagen. Voor een huishouden met een gemiddeld energieverbruik betekent de lagere energiebelasting een korting van €565 op de energierekening. De lagere btw moet de pijn voor de consument verder verlagen, want dit betekent gemiddeld een extra besparing van €140 op jaarbasis. In Frankrijk heeft de regering de energieprijzen voor huishoudens zelfs bevroren, wat betekent dat de belastingbetaler dit in de toekomst terugbetaalt via hogere belastingen.

Overheden maken dus miljarden vrij om consumenten en bedrijven te compenseren voor hoge energieprijzen, maar dat zal lang niet voor iedereen toereikend zijn. De hoge energieprijzen werken namelijk door in de prijzen van bijna alle goederen en diensten. En dat betekent een forse daling van de koopkracht en meer financiële problemen. Niet alleen voor huishoudens en bedrijven, maar ook voor overheden.

Deze analyse verscheen in aangepaste vorm in De Andere Krant van 4 juni 2022

Frank Knopers

Frank Knopers

Frank Knopers studeerde bedrijfswetenschappen aan de Universiteit Twente in Enschede en behaalde een Master in Financial Management met een onderzoek naar de effectiviteit van waardebeleggen (value investing) in Nederland. Sinds het uitbreken van de financiële crisis is Frank zich gaan verdiepen in het geldsysteem en de goudmarkt.

Lees alles van Frank Knopers »