Is het nu nog wel een goed moment om een huis te kopen? Of naderen we het omslagpunt op de woningmarkt? In de Verenigde Staten vindt de meerderheid van de bevolking het in elk geval geen goed moment meer om een huis te kopen. Door de lage rente zijn ook daar de huizenprijzen flink gestegen, zodanig dat meer mensen ervan afzien om een huis te kopen.
Uit de maandelijkse peiling van financieel dienstverlener Fannie Mae blijkt dat slechts 25% van de respondenten het nu een goed moment vind om een huis te kopen. Dat is het laagste niveau ooit gemeten. Een ruime meerderheid van 70% vindt het nu geen goed moment meer om een woning te kopen, terwijl de resterende 5% geen uitgesproken mening heeft.
Onzekere vooruitzichten
Ter vergelijking, aan het begin van de coronacrisis vond bijna 60% van de mensen het nog een goed moment om een huis te kopen. Ongeveer 35% vond het toen een slecht moment. Die verhouding is in de zomer van 2021 volledig omgeslagen, zoals onderstaande grafiek van Bloomberg laat zien. Dat komt niet alleen door de snelle stijging van de huizenprijzen vorig jaar, maar ook door onzekere economische vooruitzichten.
Slechts 25% van de Amerikanen vindt dit een goed moment om een huis te kopen (Bron: Fannie Mae, via Bloomberg)
Door de lage rente konden huishoudens vorig jaar steeds hogere hypotheken krijgen, met steeds hogere huizenprijzen tot gevolg. Dat is niet alleen een Amerikaans fenomeen, dat speelt in alle landen waar mensen veel geld kunnen lenen ten opzichte van de waarde van het huis. Maar nu de lange rente weer wat oploopt en tegelijkertijd de inflatie toeneemt zien de vooruitzichten er opeens een stuk minder gunstig uit. De hypotheekrente volgt de rente op langlopende staatsobligaties, wat betekent dat huishoudens bij een verdere rentestijging minder kunnen lenen.
Duur huren
Het kopen van een huis wordt niet alleen voor steeds meer Amerikanen, maar ook voor steeds meer Nederlanders, onbereikbaar. De prijzen zijn simpelweg te hoog voor starters die nog geen vermogen hebben opgebouwd en die geen schenking van hun ouders kunnen verwachten. Daardoor is een groeiende groep mensen min of meer gedwongen tot de huursector, waar de tarieven snel stijgen. In de Verenigde Staten zijn de huren sinds het begin van de coronacrisis nog sneller gestegen dan de huizenprijzen zelf.
Ook in Nederland is dit een groeiend probleem, omdat het de vermogensongelijkheid versterkt. Zij die een huis hebben worden op papier steeds vermogender, terwijl huurders minder vermogen kunnen opbouwen en daardoor weinig kans hebben om in deze oververhitte markt een huis te kopen. Hoe lang dat nog goed gaat? Onlangs maakte ING al bekend dat ze meer geld opzij zet om mogelijke verliezen op haar hypotheekportefeuille op te vangen.