Europese banken hebben tijdens de coronacrisis voor meer dan €200 miljard aan staatsobligaties van hun eigen overheden gekocht. Dat blijkt uit onderzoek van kredietbeoordelaar S&P Global Ratings. Banken bouwden hun portefeuille van staatsobligaties uit tot bijna €1,6 biljoen. Dat is een toename van 15% ten opzichte van februari. Ook is het zeven keer zoveel als in dezelfde periode van vorig jaar.
Banken in de 'probleemlanden' als Italië, Griekenland en Spanje hebben naar verhouding de meeste staatsobligaties van hun eigen overheid op de balans staan. Tijdens de Europese schuldencrisis daalde de waarde van deze staatsobligaties, waardoor ook banken onder druk kwamen te staan. De nieuwe cijfers van S&P Global Ratings laten zien dat banken nog steeds veel schuldpapier op hun balans hebben staan.
Risico van staatsobligaties
Kredietanalist Cihan Duran van S&P Global Ratings waarschuwt voor de risico's van banken die heel veel staatsobligaties op hun balans hebben staan. Daarover zegt hij het volgende in de Financial Times:
"De toename van staatsobligaties van de eigen overheid op de Europese bankbalansen is een tijdelijke reactie op een overschot aan marktliquiditeit. We denken dat de situatie nu anders is dan in de aanloop naar de Europese schuldencrisis die ongeveer in 2011 begon. Als dat niet het geval is en deze trend in Europa aanhoud, dan kan het negeren van het risico van staatsleningen in de verre toekomst een nieuwe 'doom loop' veroorzaken. Vooral wanneer banken een zeer grote blootstellingen aan staatsobligaties hebben opgebouwd."
Steunmaatregelen ECB
Tijdens de coronacrisis liepen de renteverschillen tussen staatsobligaties van verschillende landen in de Eurozone flink op. De zogeheten spread tussen Italiaanse en Duitse 10-jaars staatsleningen steeg in korte tijd van 130 naar 230 basispunten. De ECB wist echter een nieuwe Europese schuldencrisis te voorkomen door een nieuw opkoopprogramma van €750 miljard te lanceren. Later kwam daar nog eens €600 miljard bij.
Ook lanceerde de centrale bank een nieuwe ronde van noodliquiditeit voor banken. Onder de derde ronde van TLTRO konden banken tegen negatieve rente lenen. Het idee was dat banken daardoor meer geld zouden uitlenen aan consumenten en bedrijven. In de praktijk bleek dat ze het geld gebruikten om staatsobligaties te kopen.
Door het ingrijpen van de centrale bank is het verschil in rente tussen staatsobligaties van eurolanden weer gedaald. Met haar ruime monetaire beleid heeft de ECB commerciële banken een extra motivatie gegeven om in staatsleningen te beleggen. Zo lang de centrale bank garant staat voor de veiligheid van het schuldpapier is het voor banken aantrekkelijk om meer staatsleningen op hun balans te zetten.