Een aantal weken geleden schreef Eric Mecking een drieluik over de vergelijking tussen de tulpenhandel en de koersexplosie van Bitcoin. In dit artikel gaan we de explosieve koersstijging van Bitcoin en andere cryptovaluta vanuit een andere hoek bekijken. Wat zijn de precieze redenen voor deze snelle opmars? Is het de toenemende onvrede over het monetaire beleid van centrale banken? Of spelen er meer krachten in het financiële systeem waar ook centrale bankiers geen controle over hebben?
In de Middeleeuwen, met name in de periode van 1457 tot 1464, was er in Europa sprake van een goud- en zilvertekort. De Zwarte Dood (van 1347 tot 1352) had een groot deel van de mannelijke bevolking getroffen, wat resulteerde in een tekort aan productiekracht en een grotere vraag naar goederen uit andere windstreken. Hierdoor vloeide langzaam maar zeker goud en zilver weg. Het was de onderliggende reden voor veel ongemakken en geopolitieke spanningen. Deze periode wordt daarom ook wel de ‘Great Bullion Famine’ genoemd.
Gouden eeuw
Van 1357 tot 1453 woedde de Honderdjarige oorlog. Daarop volgde een bijna fanatieke zoektocht naar goud en zilver. Deze zoektocht vormde de basis van vele ontdekkingsreizen. Nieuwe ontdekkingen leidden tot een gestage toevloed van zilver en goud, dat gebruikt werd om muntstukken van te slaan. De nieuwe wingebieden werden echter zo succesvol leeggeroofd, dat er in Europa al snel sprake was van een overvloedige voorraad geld, wat uiteindelijk resulteerde in hoge inflatie. In het artikel over het Spaanse rijk gaat Eric hier dieper op in.
Zeker in de beginperiode van de goud- en zilverimport groeide de economie snel. Handelaren gingen goederen verhandelen op basis van wisselbrieven die ze konden omruilen in gouden of zilveren munten. Het was een vorm van krediet die men vertrouwde in de wetenschap dat er voldoende onderliggend edelmetaal in de economie aanwezig was. Het was ook de tijd dat het kasboek werd uitgevonden, waardoor kredietrelaties konden worden vastgelegd. De financiële handel floreerde en de Nederlandse Gouden Eeuw volgde.
Privaat geld
Eenzelfde patroon - een solide monetair fundament waar een toenemend aantal krediettransacties op wordt gebouwd - zien we ook in een recenter verleden. Na de Tweede Wereldoorlog namen de Verenigde Staten als winnaar het voortouw bij het formeren van een nieuwe monetaire standaard. Meer dan twee derde van het monetaire goud bevond zich op dat moment in Noord-Amerika, wat een koppeling tussen de dollar en goud zeer geloofwaardig maakte. De rest van de wereld koppelde de eigen valuta vervolgens aan de dollar. De goudwisselstandaard van Bretton Woods was geboren.
Het destijds gekozen systeem van vaste wisselkoersen heeft echter nooit naar behoren gefunctioneerd. Er was namelijk sprake van een structureel gebrek aan dollars. Met de Marshallhulp hebben de VS nog gepoogd extra dollars in het systeem te krijgen, maar het was onvoldoende. Omdat er na de destructieve Tweede Wereldoorlog veel behoefte was aan grondstoffen en andere goederen om de wederopbouw vorm te geven moest er een oplossing komen. De private sector kwam met een vondst: de niet onder toezicht staande offshore eurodollar.
De eurodollar was geen gewone dollar. Het was slechts een boekhoudkundige notatie, een claim op een ‘echte’ dollar. Door het gemak waarmee men deze nieuwe ‘munt’ kon gebruiken explodeerde de handel in eurodollars door commerciële banken. Het was als het ware een eerste digitale virtuele munt. Het gebruik van eurodollars kon snel toenemen, omdat er een groot vertrouwen was dat er aan de basis van het systeem voldoende edelmetalen en ‘echte’ dollars stonden. De Amerikaanse centrale bank (Federal Reserve) zou bij een tekort altijd klaar staan om de markt van dollarliquiditeit te voorzien.
Globalisering
Wat volgde was een periode van ongekende economische groei. Die werd geholpen door technologische innovaties. Computerkracht nam bovendien sterk toe, wat steeds complexere derivatenconstructies mogelijk maakte. Het vertrouwen in de economische toekomst kreeg een boost toen het communisme viel, de Berlijnse muur verdween en China toetrad tot de WTO. Lenen om te consumeren en te investeren werd steeds gewoner. Bovendien groeide de praktijk om op basis van onderpand leningen en andere activa te financieren: de repomarkt. Globalisering werd mogelijk gemaakt door het makkelijk af te sluiten krediet in financiële markten.
Sinds de kredietcrisis van 2007/2008 is er echter iets fundamenteel veranderd. Er is geen sprake meer van uitbundigheid. Banken bouwen hun balansen niet meer uit, door een combinatie van strengere regulering en een grotere risicoperceptie. Voor de crisis konden banken het risico op hun balans makkelijk doorschuiven naar derden - bijvoorbeeld met het verpakken en doorverkopen van leningen - of verzekeren middels derivaten. Sinds de kredietcrisis durven banken dit risico niet meer aan. Het gebruik van derivaten nam af en bankbalansen zijn nauwelijks gegroeid.
Derivaten op balans Amerikaanse grootbanken (Bron: Alhambra Investments)
Schaduwbanken
Kredietcreatie en hefboomfinanciering wordt sinds de kredietcrisis steeds meer overgelaten aan de schaduwbanksector, die vaak buiten alle toezicht valt. Dit maakt het mondiale financiële systeem instabieler en dus onveiliger. Overigens wordt in deze sector veel vaker geld met geld verdiend, dan dat er geld wordt geïnvesteerd in de reële economie. Vandaar dat we overal stagnerende economieën zien, terwijl aandelen en andere financiële activa door het dak gaan.
Total global financial assets: Non Bank Financial Institutions versus banks (Bron: FSB)
Het toegenomen risico weerspiegelt zich in de enorm grote vraag naar ‘veilige’ staatsleningen, waarvoor marktpartijen bereid zijn steeds hogere prijzen te betalen. Dat resulteert in steeds lagere en soms zelfs negatieve rentepercentages. Econoom Milton Friedman schreef vaker over dit fenomeen. Hij bestempelde periodes met hoge inflatie en hoge rente als een wereld die baadt in liquiditeit. Periodes met lage rente daarentegen zag hij als een symptoom van gebrek aan liquiditeit en risicomijdend gedrag. Het wordt ook wel de ‘interest rate fallacy’ genoemd:
“Low interest rates are generally a sign that money has been tight, as in Japan; high interest rates, that money has been easy. After the U.S. experience during the Great Depression, and after inflation and rising interest rates in the 1970s and disinflation and falling interest rates in the 1980s, I thought the fallacy of identifying tight money with high interest rates and easy money with low interest rates was dead. Apparently, old fallacies never die.”
Waarom het monetaire beleid niet werkt
Centrale banken willen ons doen geloven dat zij door het drukken van nieuw geld en het opkopen van leningen de rente verlagen. Ze zeggen dit te doen om lenen gemakkelijk te maken, voor overheden, bedrijven en huishoudens. Dat echter is een fabel. Het zijn namelijk niet de centrale banken die gaan over geld- en kredietcreatie, maar private partijen. Toch blijft de mainstream financiële media hardnekkig doorgaan met het verkondigen van deze fabel en zelfs stelt dat het monetaire beleid succesvol is. Mogelijk zelfs te succesvol, omdat centrale banken met hun monetaire beleid de veroorzaker zouden zijn van geldontwaarding en oplopende inflatie. Dat er sinds het eerste opkoopprogramma nog nergens sprake is geweest van toenemende inflatie en er eerder sprake was van dreigende deflatie zet hen opmerkelijk genoeg niet aan tot een kritischer blik.
Lees ook:
- Krijgen we meer inflatie of toch het tegenovergestelde: deflatie?
- Deflatie dreigt, inflatie moet omhoog: wat kan de Fed nog doen?
- Alles beweegt cyclisch: Deflatie in aantocht (Deel 5)
De fundamentele oorzaak van het probleem dat centrale banken zeggen te bestrijden is dat het eurodollar systeem stagneert. En dat is weer het gevolg van de twijfel die is ontstaan over de onderliggende monetaire stabiliteit. Het is bij de grootbanken inmiddels bekend dat het beleid van centrale banken zelfs averechts werkt. Ze halen met hun opkoopprogramma's het beste onderpand uit de markt, terwijl banken de reserves die ze daarvoor ontvangen niet kunnen gebruiken in de eurodollar wereld. Het onderpand dat overblijft wordt daardoor vaker hergebruikt in onderpandketens, wat het systeemrisico juist vergroot. Zo is er sinds de kredietcrisis sprake van permanente vlucht in veiligheid, illiquiditeit en economische stagnatie. Het is een situatie van economische bloedarmoede. En daardoor ook een hardnekkig lage of zelfs negatieve rente.
Nieuw fundament
En hier komen cryptovaluta om de hoek kijken. Er zijn veel fans van deze nieuwe virtuele munten, vooral onder jongere generaties. Ook zij verwijzen maar al te graag naar centrale banken als veroorzakers van geldontwaarding. Ook zij worden dus op het verkeerde been gezet door de narrative van de mainstream media. Het effect is echter hetzelfde, want het zet steeds meer mensen wel aan om in de cryptowereld te investeren, met als gevolg sterk oplopende koersen. Niet de daadwerkelijke geldpers, maar het geloof in de geldpers van centrale banken heeft effect.
Toch kan de markt voor cryptovaluta hierdoor een nog grotere vlucht nemen. Er is in de wereld namelijk voortdurend behoefte aan economische dynamiek en onderlinge handel. Handel die door de toegenomen risico’s in het huidige dominante financiële systeem niet tot stand komt. Millennials en Generatie-Z komen in het huidige systeem niet mee. Prijzen van financiële activa en ook van huizen zijn te hoog, waardoor een eigen woning voor steeds meer jonge mensen onbereikbaar wordt. Zeker als ze nog een studieschuld hebben opgebouwd. Het alternatief van sparen voor een eigen huis wordt ook steeds minder aantrekkelijk, omdat de huizenprijzen nog steeds stijgen en sparen geen rente meer oplevert.
In deze context zoeken jongere generaties een alternatief dat meer perspectief lijkt te bieden, in dit geval de snel groeiende markt voor cryptovaluta. Als het vertrouwen in blockchaintechnologie en cryptovaluta groeit, dan kan dit een nieuw solide monetair fundament creëren waar men een toenemend aantal krediettransacties op kan bouwen. Dit kan net als de vondst van goud en zilver tijdens de Gouden Eeuw en de opkomst van de eurodollar in de tweede helft van de vorige eeuw een nieuw tijdperk met een nieuwe economische dynamiek inluiden.
De afbeelding boven dit artikel is afkomstig van QuoteInspector en is vrij beschikbaar onder de Creative Commons licentie.