De kosten in de goudmijnsector zijn in het eerste kwartaal van dit jaar weer gestegen na een tijdelijke daling in het vierde kwartaal van vorig jaar. De gemiddelde 'all in sustaining costs' (AISC) van goudmijnen steeg met 6% ten opzichte van het voorgaande kwartaal en bereikte een recordhoogte van $1.358 per ounce. Dat is een stijging van 10% ten opzichte van het voorgaande jaar. De all in sustaining cash costs nemen alle productiekosten mee, inclusief de kosten om de productie op peil te houden middels exploratie van nieuwe goudreserves.
De stijgende kosten worden veroorzaakt door inflatoire druk op alle aspecten van de productie, zoals arbeid, brandstof en elektriciteit. Dit is deels het gevolg van verstoringen in de toeleveringsketen en overheidsmaatregelen als gevolg van de COVID-19-pandemie. Daarnaast hebben stijgende olie- en gasprijzen sinds de Russische invasie van Oekraïne bijgedragen aan de stijgende kosten.
Goudmijnen zien productiekosten stijgen
De twee grootste goudmijnbedrijven ter wereld, Newmont en Barrick, zagen beide een meer dan gemiddelde stijging in hun productiekosten. Newmont zag een toename van 13% ten opzichte van het voorgaande kwartaal, terwijl Barrick een toename van 10% in de kosten registreerde. Deze stijgingen waren het gevolg van zowel bredere marktomstandigheden als specifieke mijnfactoren.
Beide bedrijven werden getroffen door stijgende kosten bij bepaalde mijnen, zoals Carlin en Cortez, die deel uitmaken van een gezamenlijke onderneming tussen Barrick en Newmont. Deze kostenstijgingen waren het gevolg van geplande stilleggingen, sluiting van faciliteiten, extreme weersomstandigheden en lager dan voorziene ertskwaliteit. Daarnaast werd Newmont geconfronteerd met een sterke stijging van de kosten bij Peñasquito als gevolg van vertragingen in het productie- en exploratieproces.
Lagere energieprijzen
Ondanks de kostenstijgingen in het eerste kwartaal hebben zowel Newmont als Barrick hun kostenprognoses voor het jaar gehandhaafd en verwachten ze dat de kosten zullen dalen naarmate het jaar vordert. Beide bedrijven streven naar relatief stabiele jaarlijkse gemiddelde kosten in vergelijking met het voorgaande jaar. Deze verwachting is gebaseerd op de voorspelling dat de olie- en gasprijzen zullen dalen, wat uiteindelijk zal leiden tot lagere kosten voor belangrijke inputfactoren zoals elektriciteit en brandstof.
Over het algemeen wordt verwacht dat de AISC in de goudwinningsector zal dalen na het recordniveau van het eerste kwartaal van dit jaar. Dit als gevolg van verschillende factoren, waaronder lagere olie- en gasprijzen, die uiteindelijk zullen leiden tot lagere prijzen voor brandstof en energie. Ook wordt verwacht dat de inflatoire druk op andere inputkosten zal afnemen.