De industriële productie in Duitsland is in juni voor de tweede opeenvolgende maand gedaald, wat betekent dat de grootste economie van Europa verder vertraagt. De productie daalde met 1,5% ten opzichte van mei, vooral gedreven door een afname in de auto- en bouwsector, zo blijkt uit nieuwe cijfers van het statistiekbureau in Wiesbaden. Dit cijfer was slechter dan verwacht, aangezien economen een daling van 0,5% hadden voorspeld. Het niveau van de industriële output is nu op het laagste punt sinds december vorig jaar.
Duitse fabrieken hebben te maken met aanhoudende zwakte als gevolg van zwakke vraag vanuit China, een tekort aan arbeidskrachten, krapper monetair beleid en de gevolgen van de energiecrisis van vorig jaar. Deze situatie drukt zwaar op de Duitse economie, die volgens het IMF naar verwachting dit jaar als enige van de G7-landen krimp zal vertonen. De economie van Duitsland laat dus weinig herstel zien na een korte recessie afgelopen winter.
Recessie
Economen waarschuwen dat het risico dat Duitsland opnieuw terugvalt in een recessie toeneemt. Hoewel er in juni een sterke stijging van de fabrieksorders was, was dit slechts een inhaalslag na een nog grotere daling in maart. De vooruitzichten voor Duitse industrie blijven somber door voortdurend slecht nieuws uit China, waar de economische activiteit in juli eveneens vertraagde en de productie opnieuw kromp.
Duitse overheidsfunctionarissen bereiden de kiezers voor op de verwachting dat de economische tegenwind nog jaren zal aanhouden. Hun strategie is om de overheidsuitgaven op te voeren om zo de economie te stimuleren. Aankomende woensdag zal kanselier Olaf Scholz en zijn kabinet naar verwachting goedkeuring geven aan een aanvulling van €20 miljard op een fonds van €200 miljard voor onder andere 'klimaatbescherming en investeringen in halfgeleiderproductie'. De Taiwanese chipfabrikant TSMC profiteert van deze subsidie en heeft plannen om een nieuwe fabriek te openen in Duitsland.