In 2013 bracht Julian Assange van Wikileaks een groot aantal vertrouwelijke documenten van de Amerikaanse regering in de openbaarheid. Deze artikelen, de zogeheten “Kissinger Cables”, geven ons inzicht in de onderwerpen die diplomaten, ministers en centrale bankiers achter de schermen bespraken in de periode van 1973 tot en met 1976. Het was een interessante periode, omdat het internationale monetaire systeem in 1971 weer begon te schuiven na de ontkoppeling van de dollar aan goud.
In dit artikel behandelen we een cable van 16 december 1974, waarin drie goudhandelaren van verschillende Zwitserse banken hun mening geven over de legalisering van privé goudbezit in de Verenigde Staten. Men vreesde een sterke stijging van de goudprijs, omdat de Amerikaanse bevolking veertig jaar lang geen fysiek goud mocht kopen.
16 december 1974, Bern
Vertegenwoordigers van drie banken (UBS, Swiss Bank Corporation en Credit Suisse) maakte zich in het bijzonder zorgen over de handel in goudfutures. Ze wijzen op de fluctuaties die in de toekomst waarschijnlijk zijn. Ook wijzen ze op de potentiële verliezen als gevolg van speculatieve marktactiviteit door diegene die niet bekend zijn met de goudmarkt en de manier waarop deze markt verschilt van de markt voor grondstoffen als varkensbuiken, sojabonen, suiker en zilver.
De meerderheid verwacht dat er vanaf 1 januari een kortstondige stortvloed van vraag vanuit de Verenigde Staten zal komen, maar dat de markt vrij snel weer zal kalmeren. Ze denken dat de markt een groot deel van de vraag al heeft ingecalculeerd, al is het niet te zeggen hoe groot de vraag van kleine Amerikaanse beleggers zal zijn.
Zwitserse banken zien duidelijk een blijvende rol voor zichzelf in de internationale goudmarkt, alhoewel ze erkennen dat de marktprijs in de toekomst voornamelijk bepaald zal worden door de vraag naar goud vanuit de Verenigde Staten. Zwitserse banken hebben nog geen besluit genomen over hoe ze hun activiteiten zullen afstemmen op de Amerikaanse goudmarkt, maar ze hebben kenbaar gemaakt niet betrokken te willen zijn bij de futuresmarkt of de distributie.
Voor wat betreft de veiling van 6 januari zijn de meeste bankiers het met elkaar eens dat het voor de verschillende spelers in de markt een reminder is die de goudprijs substantieel kan beïnvloeden. Ze waren nog steeds aan het peinzen of de VS een specifieke goudprijs probeerde vast te stellen en, zo ja, of die prijs hoger zou liggen dan de huidige goudprijs.
Sommige bankiers waren sceptisch of de goudveiling op 6 januari überhaupt wel door zou gaan. Ze vroegen zich namelijk af wat er zou gebeuren als een grote investeerder – die een Arabische olieproducerende staat vertegenwoordigde – een hoog bod uit zou brengen op het goud. Zou de Amerikaanse regering en het Amerikaanse publiek wel bereid zijn een deel van hun officiële goudreserve af te staan?
Alle drie de bankiers zijn van plan een bod uit te brengen op het goud, maar we hebben de indruk dat ze waarschijnlijk onder de huidige marktprijs zullen bieden. Een van hen zei dat hij niet verbaasd zo zijn als alle biedingen op het goud worden afgeslagen, met als reden dat de biedingen te laag zijn.
Een woordvoerder van UBS die als contactpersoon opereert voor de Zurich Gold Pool van Zuid-Afrikaanse producenten en die net is teruggekomen uit Zuid-Afrika communiceerde de volgende visie:
Zuid-Afrika zal geen goud vooruit verkopen en zal niet proberen de markt te manipuleren. Op basis van de productie van 750 ton goud in 1974 verwachtte hij een soortgelijke productie in 1975, die voor 80% in Zurich en voor 20% in Londen verkocht zal worden. Ook verwacht hij aanhoudende verkopen van reserves, indien de betalingsbalans een tekort blijft aangeven.
De USSR heeft de productie de afgelopen jaren aanzienlijk opgeschroefd, van 250 tot 300 ton in de afgelopen jaren tot naar schatting 400 tot 500 ton nu. De verfijnde strategie van de USSR ten aanzien van goud was georiënteerd op prijs en ze zouden goud blijven verkopen als ze vinden dat de prijs goed was. Hij twijfelde eraan dat de USSR een dringende behoefte had aan buitenlandse reserves en kon wachten als ze vond dat de goudkoers te laag was (de vertegenwoordiger van de Swiss Bank Corporation verschilde op dit onderdeel van mening en zei dat hij een stabiele verkoop van goud in grote hoeveelheden verwachtte, omdat Rusland volgens hem wel buitenlandse reserves nodig had).
Allemaal waren ze het erover eens dat Rusland en Zuid-Afrika tenminste tot het jaar 1978/1979 de bulk van de markt zouden bedienen.
De vertegenwoordiger van UBS noemde een volume van 150.000 Krugerrand munten per week die Zuid-Afrika beschikbaar zou stellen aan drie aangewezen distributeurs in de VS. UBS gaf ook aan dat de verkoop van goud aan andere markten zoals India rustig was, terwijl een deel van het goud richting Chinese kopers in Zuid-Oost Azië ging.
We werden er ook aan herinnerd dat de goudprijs sterk afhankelijk is van de huidige waarde van de dollar, omdat die munt wereldwijd geaccepteerd wordt als een expressie van de waarde van goud. Toch werd de zwakte van de dollar op het moment niet gerelateerd aan de heropening van de Amerikaanse goudmarkt, maar meer aan de terughoudendheid van velen die dollars aanhouden. De banktransacties aan het eind van het jaar zorgen voor een grotere vraag naar Zwitserse franken en andere Europese valuta, waardoor de rente wat gestegen is.