Deze week kwam de OESO met een nieuw rapport over de belastingdruk in de belangrijkste Westerse economieën. De conclusie van het onderzoek was dat de collectieve lastendruk in 2017 opnieuw was gestegen, naar een record van gemiddeld 34,2%. Nederland komt met 38,8% op de negende plaats in de ranglijst van alle 34 landen als het aankomt op de collectieve lastendruk. Kijken we alleen naar de lastendruk op burgers, dan komt ons land zelfs op de vijfde plaats.
Het land waar de belastingen het zwaarst op het inkomen drukken is Frankrijk, want daar ligt de collectieve lastendruk zelfs op 46%. Bijna de helft van het inkomen moeten burgers daar afstaan aan de overheid. Op de tweede en derde plaats komen Denemarken en België, waar de collectieve lastendruk rond de 45% ligt. Ook in andere Europese landen als Zweden, Finland, Italië en Oostenrijk ligt de totale belastingdruk inmiddels al boven de 40%.
Op de website van de OESO kunt u zelf een kijkje nemen in de statistieken en kunt u ook het volledige 192 pagina's tellende rapport inzien. U zult zien dat de belastingen na een korte daling in 2009 de laatste jaren weer fors zijn toegenomen. Wilt u de situatie in Nederland bekijken, klik dan hier.
Collectieve belastingdruk wordt steeds hoger
Steeds meer belastingen
De overheid haalt steeds meer koopkracht weg bij de burger. Dat de regering geld nodig heeft voor sociale premies, onderwijs, veiligheid, infrastructuur en dergelijke is nog wel uit te leggen aan de burger, maar de laatste jaren gaat er ook steeds meer geld naar zaken die geen draagvlak vinden onder een groot deel van de bevolking.
Neem bijvoorbeeld het klimaatbeleid en de voorgestelde energietransitie. Daarvoor worden er alleen in Nederland komende jaren honderden miljarden euro's uitgegeven. Het gaat om gigantische bedragen, terwijl het nut van de meeste maatregelen niet eens onomstotelijk is vastgesteld. Met subsidies voor windmolens, zonnepanelen en elektrische auto's koopt de regering draagvlak voor deze 'energietransitie', maar voor de meeste burgers zal dit beleid per saldo geen verbetering van de leefsituatie tot gevolg hebben. De bevolking vraagt zich af waarom hier zoveel geld aan uitgegeven moet worden, terwijl dat geld ook op heel veel andere manieren gebruikt kan worden (of simpelweg teruggegeven kan worden aan de burger).
Een ander voorbeeld is het migratiebeleid. Veel Westerse landen omarmen het migratiepact, waarmee het voor migranten makkelijker wordt om aanspraak te maken op onze verzorgingsstaat. Deze kosten worden afgewenteld op de samenleving, terwijl uit verschillende enquêtes is gebleken dat er in het land maar weinig draagvlak is om meer migranten en vluchtelingen op te nemen.
Ontevreden burgers
Haal je als overheid steeds meer geld weg bij de burgers om vervolgens dingen te doen waar de meerderheid van de bevolking helemaal niet op zitten te wachten, dan zal dat de onvrede onder de bevolking verder aanwakkeren. In het beste geval lopen de kiezers weg naar andere politieke partijen, in de hoop dat het regeringsbeleid daardoor verandert.
Gebeurt dat niet, dan kan de volkswoede zich verplaatsen naar de straat. En precies dat zien we in Parijs, het land waar de belastingdruk op dit moment het allerhoogst is. De gele hesjes beweging lijkt nu ook over te waaien naar België en Nederland, waar de belastingdruk eveneens relatief hoog is.
Mijn tip aan de regeringsleiders is simpel. Verminder de overheidsuitgaven (en de belastingen) substantieel of geef het geld uit aan zaken waar burgers wél op zitten te wachten. Misschien dat de gele hesjes dan snel van de straat verdwenen zijn...
Deze column verscheen eerder op Goudstandaard