De Russische president Poetin heeft deze week de nieuwe spoorbrug naar de Krim geopend. Bijna vier jaar is er gewerkt aan een nieuwe spoorlijn die de Krim met het vasteland van Rusland verbindt. De spoorbrug is met 19 kilometer de langste van Europa en met een prijskaartje van $3,7 miljard misschien ook wel de duurste. Het is het sluitstuk van een prestigeproject, waarmee Poetin het schiereiland binnen Russische invloedssfeer brengt.
In mei 2018 opende Poetin het eerste deel van de brug, een tweebaansweg bestemd voor personen- en vrachtauto’s. Nu de spoorbrug af is, kunnen ook treinen een rechtstreekse oversteek naar de Krim maken. Er zijn al plannen voor rechtstreekse treinverbindingen van Sebastopol en Simferopol naar Moskou en Sint-Petersburg.
De komende maanden rijden er alleen passagierstreinen op het nieuwe traject. Vanaf de zomer van 2020 gaan er ook vrachttreinen rijden. Volgens Poetin zijn er sinds de opening al meer dan een miljoen auto's over de brug gegaan. Volgend jaar verwacht de Russische regering dat 14 miljoen passagiers en 13 miljoen ton aan vrachtvervoer de brug zal passeren.
Kritiek
De Krimbrug verkort de reistijd naar het schiereiland en geeft daarmee een impuls aan de economische ontwikkeling van de regio. Toch is er vanuit verschillende hoeken kritiek op het project. Volgens Westerse autoriteiten maakt Rusland met deze brug inbreuk op de territoriale integriteit en soevereiniteit van Oekraïne. Ook erkennen veel Westerse regeringen de Krim niet als Russisch grondgebied, omdat het referendum over de afscheiding van Oekraïne onrechtmatig zou zijn. Meer dan 96% van de plaatselijke bevolking stemde toen voor aansluiting bij Rusland.
