We vinden het tegenwoordig vanzelfsprekend om te betalen met een bankpas of via internetbankieren. Het geldsysteem is gebaseerd op vertrouwen en is door digitalisering van het betalingsverkeer steeds afhankelijker geworden van banken. Dit niet altijd zo geweest, want vroeger was geld nog een marktfenomeen. Munten ontleenden hun waarde aan het gewicht in goud en zilver. Bankbiljetten aan het feit dat ze ingewisseld konden worden voor edelmetaal.
De evolutie van ons geldsysteem op basis van gouden en zilveren munten naar op vertrouwen gebaseerd fiatgeld bracht grote veranderingen teweeg. Niet alleen ten aanzien van het betalingsverkeer en de rol van banken, maar ook in de manier waarop overheden met geld omgaan. Het heeft overheden meer ruimte gegeven om schulden te maken en de waarde van het geld uit te hollen.
Van goud naar staatsobligaties
In deze podcast bespreekt politicoloog Sander Boon de evolutie van ons geld en de gevaren van een op vertrouwen gebaseerd geldsysteem. Staatsobligaties namen de rol van goud over als onderpand, waardoor overheden makkelijker schulden konden maken. Als bijkomend effect bouwden overheden een grote verzorgingsstaat op, waarbij ze de rekening naar de toekomst konden doorschuiven.
Volgens Boon is dat een zorgelijke ontwikkeling. Overheden krijgen hiermee een steeds grotere rol krijgen in de sturing van de economie. Zeker in tijden van crisis, als de roep om fiscale stimulering toeneemt. "Het gevaar daarvan is dat de overheid scheidsrechter wordt van de winnaars en verliezers in de samenleving en dat dit niet meer een proces is wat in de samenleving zelf tot stand komt".