Italië zal als eerste land van de G7 het Chinese Belt and Road investeringsprogramma omarmen, zo meldt de Financial Times. De verwachting is dat de Italiaanse regering later deze maand een intentieverklaring zal ondertekenen, als de Chinese president Xi Jinping een bezoek brengt aan het land.
De steun voor het Belt and Road programma is volgens de Italiaanse regering gebaseerd op economische motieven. Nieuwe investeringen in de infrastructuur moeten een impuls geven aan de handel met China. China is op dit moment de zevende grootste handelspartner van Italië.
Volgens Giovanni Tria, de Italiaanse minister van Economische Zaken, kan Italië zich niet veroorloven het Chinese investeringsprogramma aan zich voorbij te laten gaan. Hij verwacht dat het programma stabiele en duurzame economische groei zal opleveren voor alle deelnemende landen.
Italië steunt Belt and Road
Het Chinese 'Belt and Road' initiatief is een verzamelnaam voor investeringen in nieuwe handelsroutes tussen Europa en Azië. Het omvat infrastructurele projecten, zoals de aanleg van wegen, spoorlijnen en havens. Tientallen landen hebben zich al aangesloten bij de Chinese investeringsbank, waaronder een aantal Europese landen.
De Italiaanse steunbetuiging aan het Belt and Road initiatief lijkt een logische vervolgstap, maar daar denkt men in Brussel en Washington anders over. Binnen Europa bestaat er nog steeds verdeeldheid over hoe men om moet gaan met Chinese investeringen in vitale sectoren van de economie. Met investeringen in Europese bedrijven breidt China haar macht in invloed op het continent verder uit.
Chinese invloedssfeer
De Amerikaanse regering heeft ook haar bedenkingen bij het 'Belt and Road' programma. Zij denken dat China vooral haar invloedssfeer wil uitbreiden met dit investeringsprogramma. Landen worden opgezadeld met hoge schulden, die ze niet kunnen terugbetalen als blijkt dat de investeringen niet rendabel zijn.
De Italiaanse vicepresident Di Maio probeerde zondag de zorgen van de Verenigde Staten weg te nemen. Hij zei dat het Italië vooral te doen is om het versterken van de export naar China. Het zou niet gaan om een politieke deal, zo verzekerde de vicepresident.