Is de gekte met Bitcoin de nieuwe tulpenmanie? (Deel 3)

Is de gekte met Bitcoin de nieuwe tulpenmanie? (Deel 3)

Begin dit jaar vergeleek Gabriel Makhlouf, ECB-bestuurslid en gouverneur van de Ierse centrale bank, diverse keren de opkomst en koersstijging van Bitcoin met de beruchte tulpenmanie uit de 17e eeuw. Toen de manie op haar hoogtepunt was kostte de duurste tulp evenveel als een Amsterdams grachtenpand.

De vraag is of deze ECB bestuurder, die een punt wil maken, ook daadwerkelijk een punt heeft. Is de Bitcoingekte van nu te vergelijken met de tulpenmanie van toen? Daarvoor gaan we in deze serie kijken wat er destijds gebeurde. Waarom werd de tulp zo populair, zo duur en hoe verliep die tulpenmanie? En is de vergelijking met Bitcoin terecht?

In het eerste deel zagen we dat innovatie in de economie zeer belangrijk is. Vervolgens behandelden we in het tweede deel de daarop volgende innovatie in de financiële wereld en speculatie met tulpenbollen. In dit deel bekijken we de oorzaak van de crash, het verloop en de gevolgen daarvan. In het volgende en laatste deel vergelijken we de Bitcoingekte en de tulpenmanie. Daarbij komen we tot een opzienbarende conclusie.

De top

De verkoop van de Semper Augustus markeerde het hoogtepunt en tevens keerpunt van de tulpenmanie. Iedereen had deelgenomen aan de gekte: van burgemeesters, kooplieden tot arbeiders. Velen waren ook begonnen tulpenbollen te kweken. De prijzen waren veel te hoog opgedreven terwijl het aanbod sterk leek te stijgen. Leek want niemand wist hoeveel die nieuwe hoeveelheid was zolang de tulpenbollen nog in de grond zaten.

Enkele handelaren begonnen hun winsten stilletjes te verzilveren en namen afscheid van de markt. Maar dit gerucht verspreidde zich snel. Plotseling wilde iedereen al zijn bloembollen verkopen. Toen duidelijk werd dat er geen enkele koper meer bereid was bollen te kopen, ontstond paniek en stortte de markt voor tulpenbollen volledig in. En dat gebeurde op dinsdagavond 3 februari 1637 in Haarlem toen een verkoper een partij pondsgoed die hij voor 1.250 gulden had aangeboden niet verkocht kreeg.

Dat was nieuw, want normaal gesproken hadden zich direct kopers gemeld. Maar ook toen hij de prijs verlaagde naar 1.100 gulden kwam er geen bod. En zelfs niet toen hij de prijs opnieuw verlaagde naar 1.000 gulden kon hij zijn bollen niet verkopen. Dit bracht een schok teweeg. Want iedereen kreeg grote twijfels over de tulpenhandel als zou blijken dat er geen kopers meer waren. De veiling werd dan ook direct stopgezet. Maar het kwaad was geschied. Het gerucht over dit voorval verspreidde zich als een lopend vuurtje van stad tot stad.

De crash

Op 5 februari werd in Alkmaar tijdens een veiling nog wel voor in totaal 90.000 gulden aan tulpenbollen omgezet. Die dag schreef de Haarlemse priester Judocus Cats in een brief aan zijn neef dat net als de pest die sinds 1635 heerste er nu nog een nieuwe ziekte bijgekomen was....de bloemistenziekte. Voor Cats was het een hersenaandoening. Volgens hem was er een bol die al het hoge bedrag van 600 guldens kostte, binnen een paar weken verdrievoudigd in prijs. Nooit zei hij had de wereld zoiets krankzinnigs meegemaakt.

Maar een paar dagen later brak er overal in Holland en Utrecht paniek uit. Want iedereen bleek nu zijn bollen te willen verkopen terwijl er geen kopers meer voor te vinden waren. Bollen die een paar dagen daarvoor duizenden guldens waard waren, bleken nu onverkoopbaar te zijn. De tulpenhandel klapte in elkaar. De prijzen kelderden.

In de literatuur kan men geen verklaring geven waarom de prijzen begin 5 februari in elkaar klapten. Voor mij echter is er wel een duidelijke verklaring te geven. Op de afbeelding ziet u dat de manie duurde van 1 december 1634 tot 5 februari 1637. Dat is een periode van 37 maanden. Het getal 37 is één van de drie cruciale getallen – samen met 21 en 28 – uit de Padovan-reeks, die ik gebruik met mijn trend Tracker systeem. Daarnaast vormen 37 maanden een essentieel gegeven bij de PI-cycle in het Economic Confidence Model van Martin Armstrong. Na 37 maanden volgt er vaak een omslagpunt en in dit geval dus tevens het hoogtepunt.

Chaos

Er ontstond een chaotische situatie met veel onenigheid onder handelaren over de geldigheid van de afgesloten contracten. Want bijna alle contracten of overeenkomsten waren gebaseerd op afhandeling op de datum wanneer de tulpen daadwerkelijk afgeleverd zouden worden. Bovendien hadden veel kopers hun bezittingen verkocht of verpand om aan geld te komen om tulpenbollen te kunnen kopen. Het was dus zo dat de meeste floristen tulpen hadden verkocht die ze niet bezaten en hadden doorverkocht aan kopers die ze niet konden betalen. Ze verkochten elkaar gewoon papiertjes waarop stond dat zij recht hadden op met name genoemde tulpenbollen die op een genoemde plek gerooid zouden worden op een vastgestelde datum. Kopers wisten dus nauwelijks wat ze kochten. Maar dat gaf niet. Want het ging ze niet om de tulpenbollen maar om de toekomstige winst erop.

Toch kwamen er ook aanbetalingen voor. Een goed voorbeeld daarvan is de bekende landschapschilder Jan van Goyen. Die had eind januari, begin februari, op het hoogtepunt van de markt en vlak voor de crash, voor 912 gulden aan bollen gekocht van de burgemeester van Den Haag, Albert van Ravensteyn. Als aanbetaling had hij één van zijn schilderijen aan de burgemeester gegeven. Maar de afspraak om ook een doek van Ruysdael aan te leveren, kwam hij niet na. Toen de bollenprijzen kelderden, had hij geen geld om zijn contract na te komen. Zelfs in 1641 toen de burgemeester overleed, bleek Van Goyen nog steeds dezelfde schuld bij hem te hebben. Welke mooie landschappen Van Goyen sindsdien ook schilderde. Hij heeft nooit betaald.

De afwikkeling

Op 24 februari kwam een aantal vooraanstaande tulpenkwekers en handelaars bijeen in Amsterdam om afspraken te maken over de afwikkeling van de tulpenhandel. Zij bepaalden dat kopers hun optiecontracten konden afkopen door de verkoper tien procent van de overeengekomen som te betalen. Maar de maatregel had weinig effect omdat de berooide speculanten zelfs die tien procent niet konden opbrengen. Bovendien kreeg de bepaling geen rechtsgeldigheid omdat de Staten van Holland deze niet wilde ratificeren. Het Haarlemse stadsbestuur bepaalde op 1 mei dat rechters, advocaten en deurwaarders geen tulpenkwesties meer in behandeling mochten nemen. Daarmee waren alle Haarlemse tulpencontracten feitelijk geannuleerd.

De overheden, zowel bestuurlijke op gemeentelijk, gewestelijk en landelijk niveau als gerechtelijke konden weinig doen. Want een Edict uit 1610, dat in 1621, 1630 en in 1636 werd verlengd, verbood alle windhandel. Dat wil zeggen dat het verboden was om aandelen te verkopen die men niet bezat. De autoriteiten gingen nooit tot vervolging over wanneer dit werd geschonden, maar ze weigerden dan ook om deze contracten te legaliseren. Ze beschouwden het gewoon als gokken. Daarom deden ze weinig tot niets.

Voor vele speculanten dreigde in februari 1637 een faillissement en daarmee diepe armoede. In de praktijk werden de meeste contracten niet nagekomen. Kopers betaalden niets aan de verkopers die zelf meestal niet konden voldoen aan hun leveringsplicht.

De hele handel was weggevaagd De prijzen waren ingestort en met circa 90 procent gedaald. Dat betekende het definitieve einde van de eerste grote bubbel en crash uit de financiële geschiedenis. De tulpenprijs was gereduceerd tot de prijs van zijn werkelijke waarde: een bloem voor in de vaas.

Wordt vervolgd...

Eric Mecking

Eric Mecking

drs. Eric Mecking is historicus, schrijver, spreker, financieel-economisch analist en adviseur. Hij heeft zich gespecialiseerd in cyclisch denken en beursanalyses. Zijn unieke cyclische beleggingssysteem - Trend Tracker - gebruikt hij om te handelen op de financiële markten en om de belangrijkste beursontwikkelingen bij te houden voor Geotrendlines.

Lees alles van Eric Mecking »