De ECB pleit voor een nieuw instrument waarmee monetaire autoriteiten de banktegoeden kunnen bevriezen, zodat een bankrun gestopt kan worden voordat de bank in kwestie omvalt. Volgens ECB-bestuurslid Sabine Lautenslaeger is een dergelijke maatregel nodig om een bank die in de problemen zit meer tijd te geven om orde op zaken te stellen.
In een nieuw document dat onlangs door de Europese Centrale Bank werd gepubliceerd lezen we dat de huidige aanpak niet effectief is, omdat spaarders nog steeds de mogelijkheid hebben hun geld op te nemen of weg te sluizen in het geval een bank in de problemen komt. Daardoor kan een bankrun ontstaan, waarbij ook een bank die in de basis gezond is kan omvallen.
Volgens de ECB is een dergelijk moratorium noodzakelijk om te voorkomen dat de bankbalans door de uitstroom van spaartegoeden verslechtert, omdat toezichthouders anders niet goed kunnen inschatten hoe levensvatbaar de bank in kwestie nog is.
Spaargeld blokkeren
Uit het document blijkt dat de Europese Raad en het Europees Parlement begin dit jaar al een voorstel voor nieuwe wetgeving ter beoordeling naar de ECB hebben gestuurd. Daarin staat onder meer beschreven dat de blokkade van bankrekeningen maximaal vijf werkdagen mag duren. Om te voorkomen dat het betalingsverkeer vastloopt mogen rekeninghouders tijdens een dergelijke blokkade nog wel een beperkt bedrag per dag opnemen, een bedrag dat voldoende is om boodschappen te kunnen doen.
Hieronder een passage uit het 69 pagina's tellende rapport:
Om een pre-resolutie moratorium succesvol te maken in het voorkomen van een ernstige verslechtering van de situatie van een financiële instelling moet deze een zo groot mogelijk bereik hebben. Men zou kunnen zeggen dat er geen gevaar is voor een bankrun, omdat spaartegoeden gedekt worden door het depositogarantiestelsel.
Echter, in de praktijk is het mogelijk dat zodra het omvallen van de bank onvermijdelijk lijkt, dat een substantieel aantal gedekte spaarders toch hun geld weghalen. Ofwel om er zeker van te zijn dat ze erover kunnen beschikken, ofwel omdat ze geen vertrouwen hebben in het depositogarantiestelsel. Een dergelijk scenario is vooral waarschijnlijk bij grote banken, waar de omvang van de gedekte spaartegoeden zo groot is dat het vertrouwen in de capaciteit van het depositogarantiestelsel wegvalt.
Als in een dergelijk scenario de spaartegoeden buiten het moratorium vallen, dan kan het in werking treden van het moratorium een waarschuwing geven aan spaarders dat de financiële instelling in kwestie dreigt om te vallen. Het moratorium zou dan contraproductief zijn, omdat het dan een bankrun veroorzaakt, in plaats van deze te voorkomen. Een dergelijke uitkomst kan fataal zijn voor een correcte afwikkeling van een bank, wat uiteindelijk ernstige schade kan toebrengen aan schuldeisers en een significante last kan leggen op het depositogarantiestelsel.
Daarom zorgt de uitzondering van spaarders voor het moratorium voor serieuze twijfels over de effectiviteit van dit instrument. In plaats van een algemene uitzondering te maken zou de Bank Recovery and Resolution Directive (BRRD) bepaalde beschermingsmaatregelen moeten nemen om de rechten van spaarders te garanderen, zoals een duidelijke communicatie over wanneer spaarders weer volledige toegang krijgen en een beperking van maximaal vijf werkdagen.
Deze radicale plannen doen denken aan de bankencrisis op Cyprus en in Griekenland, maar als het aan de ECB ligt wordt deze vorm van financiële repressie de nieuwe blauwdruk voor alle banken in de Eurozone. Het lijkt de volgende stap te zijn na de Europese bail-in regels die sinds 2016 van toepassing zijn.
Lees ook: