Na de rellen van een week geleden maakte Parijs zich afgelopen weekend opnieuw op voor demonstraties. Duizenden boze burgers gingen gekleed in gele hesjes de straat op om hun onvrede te uiten over de regering. De druppel die de emmer deed overlopen was de omstreden belastingverhoging op diesel. De Franse regering heeft plannen om deze brandstof de komende jaren flink duurder maken, om zodoende de klimaatdoelstelling te realiseren. Dat de situatie zo snel uit de hand is gelopen laat zien dat een deel van de Franse bevolking al langer ontevreden is over het beleid van de regering.
De kloof tussen burger en politiek lijkt de laatste jaren alleen maar groter te worden. Dat geldt niet alleen voor Frankrijk, maar ook voor heel veel andere Westerse democratieën. Burgers mogen eens in de zoveel tijd hun stem uitbrengen, om vervolgens te concluderen dat de regering toch niet naar de wensen van de kiezer luistert. Zo worden er bijvoorbeeld honderden miljarden euro's uitgegeven aan klimaatbeleid, terwijl er niet eens genoeg geld is voor investeringen in onderwijs, zorg en veiligheid. Om de klimaatplannen te kunnen financieren worden de lasten voor de gewone burger alsmaar verder verhoogd, bijvoorbeeld via de energiebelasting en via de brandstofprijzen. En zo zijn er veel meer zaken waar burgers ontevreden over zijn.
Bevolking komt in opstand
De demonstraties die we nu zien in Parijs (en mogelijk binnenkort ook in andere Europese steden) zijn de overtreffende trap van de 'boze witte man'. Het is een duidelijk signaal aan de politiek dat steeds meer burger zich niet vertegenwoordigd voelen. De demonstraties liepen afgelopen weekend uit de hand door een kleine groep relschoppers en extremisten, maar de protestbeweging is nu al zo groot geworden dat het niet meer mogelijk is om deze in een hokje van extreem links of extreemrechts te plaatsen.
De onvrede zit bij een groter gedeelte van de bevolking, met name de mensen die er de laatste jaren nauwelijks op vooruit zijn gegaan. We horen de laatste jaren steeds dat het zo goed gaat met de economie, maar tegelijkertijd moeten we concluderen dat ook de kloof tussen rijk en arm steeds groter wordt. Ook stijgt het aantal werkende armen, mensen die wel een baan hebben maar die door inflatie steeds meer moeite hebben om rond te komen.
Schuldencrisis
Het economische herstel van de laatste jaren wordt voor een belangrijk gedeelte gedreven door nog meer schulden en door het stimulerende monetaire beleid van centrale banken. Vermogenstitels als vastgoed, aandelen en obligaties zijn door de overvloed aan goedkoop geld sterk in waarde gestegen, maar daar profiteren vooral de meest vermogende mensen van. De lage inkomens merken vooral de nadelen van dit beleid, want door de inflatie stijgen hun woonlasten en houden ze minder geld over om leuke dingen te doen. Het kopen van een huis is ook voor steeds minder mensen weggelegd, omdat de huizen door de lage rente bijna onbetaalbaar zijn geworden voor veel huizenkopers.
Demonstraties zoals die van afgelopen weekend in Parijs zullen we de komende jaren denk ik vaker gaan zien, omdat dit verschijnsel hoort bij een onderliggend economisch probleem. De kloof tussen rijk en arm wordt steeds groter en zorgt voor spanningen in de samenleving, terwijl de overheid er steeds minder goed in slaagt deze spanningen weg te nemen. Geld uitdelen om de bevolking rustig te houden werkt niet meer, omdat de collectieve lastendruk daardoor alleen maar verder zal stijgen en nog meer weerstand zullen oproepen. We gaan een spannende tijd tegemoet.
Deze column verscheen eerder op Goudstandaard