Het balanstotaal van centrale banken is sinds de coronacrisis geëxplodeerd. Niet alleen in Europa en de Verenigde Staten, maar ook in andere belangrijke economieën. Onderstaande grafiek laat zien dat de balans van vijf grote centrale banken sindsdien met ruim 60% is toegenomen. Stond er begin vorig jaar nog omgerekend voor $16 biljoen op de balans van de Federal Reserve, ECB, Bank of Japan, Bank of England en Zwitserse centrale bank, inmiddels is dat al meer dan $26 biljoen.
Centrale banken kochten op grote schaal staatsobligaties om de rente verder omlaag te drukken. De Fed kondigde vorig jaar aan onbeperkt staatsobligaties op te kopen, terwijl de ECB haar nieuwe PEPP opkoopprogramma aankondigde en tweemaal uitbreidde. De Bank of Japan en de Zwitserse centrale bank gingen nog een stap verder door aandelen aan hun balans toe te voegen.
De Zwitserse centrale bank gebruikt haar balans ook om de waarde van hun eigen munt te onderdrukken. Dat doet ze door Zwitserse franken in omloop te brengen en om te wisselen voor vreemde valuta. Zo heeft deze centrale bank de afgelopen jaren een paar honderd miljard aan valutareserves in euro's en dollars aan haar balans toegevoegd.
Balanstotaal centrale banken is door de coronacrisis explosief toegenomen (Bron: Bianco Research)
Waar blijft de inflatie?
Centrale banken hebben dus op grote schaal bezittingen opgekocht en op hun balans geparkeerd. Maar waarom leidt dat niet tot hyperinflatie? Het antwoord op deze vraag is dat een groot deel van dit 'extra geld' niet in de reële economie terechtkomt. Centrale banken halen obligaties uit de markt, maar banken krijgen daar slechts reserves bij de centrale bank voor terug. Die reserves kunnen ze niet gebruiken om andere activa te kopen. Ook kunnen ze deze bankreserves niet uitlenen aan consumenten en bedrijven. Het is dus alleen een activaruil tussen commerciële en centrale banken, waarbij niet meer geld in de economie komt.
Het opkoopbeleid van centrale banken heeft alleen indirecte effecten. Doordat de centrale bank blijft opkopen stijgen de obligatiekoersen en aandelenkoersen. Daardoor voelen beleggers zich rijker en het helpt overheden om goedkoop te lenen. En dat doen landen ook massaal, want de coronacrisis blijkt een goed excuus om de begrotingsdiscipline helemaal los te laten. Dat zorgt voor meer economische activiteit, maar tegelijkertijd voor een toename in schulden. Ook leidt het tot meer speculatie op de financiële markten. Het is dus nog maar de vraag of dit monetaire beleid op langere termijn wel bijdraagt aan de economische stabiliteit.
Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard