Cycli en trends lopen als een rode draad door het leven. Het is het fundamentele ritme van de mens, de natuur, maar ook van de economie en de financiële markten. De idee dat de geschiedenis volgens een patroon verloopt, kan daarom worden benut om de toekomstige loop der gebeurtenissen te voorzien. Het grote voordeel is dan dat je daarop kunt inspelen. Dat is ook de reden dat ik bij beleggen gebruik maak van cycli met mijn Trend Tracker systeem.
Vanwege het grote belang van cycli en cyclisch denken, willen we daar aandacht aan besteden in deze artikelenreeks. Achtereenvolgens zullen dat de volgende onderwerpen zijn. Wat is een cyclus eigenlijk? Welke cycli kunnen we onderscheiden in de economie en de financiële markten? En hoe verhouden die zich tot elkaar? In het eerste deel behandelden we de belangrijkste economische cycli en gaven we inzicht in de grote golfbewegingen op de huizenmarkt. In dit deel gaan we in op de lange Kondratieffgolf.
Kondratieffgolf
Het was aan Nikolai D. Kondratieff om aan het verschijnsel van de lange golven algemene bekendheid te geven. Deze Sovjet-Russische econoom en statisticus kreeg in 1925 van Josef Stalin opdracht om wetenschappelijk aan te tonen dat het verachtelijke westerse kapitalisme zichzelf zou vernietigen.
[caption id="attachment_892" align="alignleft" width="194"] Nicolai Kondratieff, 1892 - 1938[/caption]
Hij onderzocht de economieën van Frankrijk, Groot-Brittannië en de VS. Hij koos die omdat alleen deze landen betrouwbare statistische gegevens hadden die ver, tot 1770, teruggingen. Kondratieff ontdekte dat deze economieën zich hadden ontwikkeld volgens een telkens terugkerende cyclus van lange conjunctuurgolven. Het stijgende deel van elke golf kenmerkte zich door langdurige economische groei. Die werden onderbroken door korte recessies. Het dalende deel van de golf kenmerkte zich door een ellenlange durende economische krimp. Deze werden afgewisseld met korte perioden van economische opleving.
De eerste cyclus duurde van 1782-1789 tot 1844-1851. De tweede liep van 1844-1851 tot 1890-1896. Volgens Kondratieff waren er dus twee cycli voltooid. De derde cyclus, die begonnen was rond 1890-1896, had de opwaartse golfbeweging achter zich en was al begonnen aan de neerwaartse beweging. Kondratieff publiceerde zijn bevindingen in 1926 in het Duitse tijdschrift Archiv für Sozialwissenschaft und Sozialpolitik. Hij kon niet vermoeden hoe groot de invloed van dit artikel zou worden. Ook niet hoezeer hij gelijk zou krijgen, maar ook hoe onrechtvaardig hij behandeld zou worden.
Hij zou gelijk krijgen dat de neerwaartse golf was begonnen: de jaren dertig werden de jaren van de Grote Depressie. Maar hij had bovendien geconstateerd dat het kapitalisme zich telkens van de inzinkingen herstelde. Hij voorspelde dat de kapitalistische economieën opnieuw zouden opbloeien. Dit laatste was natuurlijk volledig in strijd met de marxistische leer dat het kapitalisme tot ondergang gedoemd was. Kondratieff werd daarom in 1928 uit zijn ambt gezet bij het conjunctuurbureau in Moskou. Hij werd verbannen naar Siberië. Na jaren van eenzame opsluiting werd hij ter dood veroordeeld en in 1938 geëxecuteerd.
Joseph Schumpeter
Het artikel van Kondratieff trok de aandacht van de Oostenrijks-Amerikaanse econoom Joseph Schumpeter. Deze publiceerde in 1939 zijn beroemd geworden boek Business Cycles. Met dit boek verbond Schumpeter de naam van Kondratieff aan de lange golf. Ook heeft hij de belangrijkste verklaring gegeven voor de Kondratieffgolf.
Hij meende het begin van de lange golven te kunnen verklaren door het gelijktijdige optreden van baanbrekende innovaties. Hiermee bedoelde hij niet vernieuwingen van verouderde apparatuur en ook niet de uitvindingen op zich. Hij doelde op het toepassen van uitvindingen waardoor nieuwe takken van productie ontstonden. Innovaties die de economie fundamenteel zouden veranderen.
De opwaartse bewegingen van de golven ontstonden door een explosieve groei van enkele nieuwe basistechnologieën en de bijbehorende infrastructuur. Dat waren de textielindustrie, waterkracht, havens, kanalen en wegen in de eerste Kondratieffgolf. De spoorwegen, metaalindustrie, stoomschepen, gasverlichting en telegraaf in de tweede golf. En elektrotechniek, aardolie-industrie, auto-industrie en chemie in de derde golf.
In 1939 verkeerde de economie nog steeds in een crisis, in de neerwaartse Kondratieffgolf. De grote vraag was natuurlijk wanneer de omslag zou plaatsvinden. En wanneer de golf weer zou gaan stijgen. Schumpeter liet zich hier niet over uit. Hij stelde alleen dat in de toekomst de opwaartse golven sterker en de neerwaartse golven minder diep zouden worden. Maar dat de golven zouden blijven bestaan.
Onvolledige verklaring
De innovatietheorie van Schumpeter biedt geen volledige verklaring. Dat in de eerste, dalende golf van 1810/1817 tot 1844/1851 geen sprake is geweest van innovaties, klinkt weinig overtuigend, want juist in deze periode vond in Groot-Brittannië de Industriële Revolutie plaats. Dezelfde paradox geldt voor de neerwaartse golf die begon rond 1920. Deze tijd kenmerkte zich juist door de opkomst van film en radio en een sterke toename in het gebruik van auto’s en vliegtuigen.
Bovendien hadden volgens Kondratieff de golven zich vooral voorgedaan in de prijzensfeer. En niet zozeer in de productiesfeer. Ook Schumpeter sprak van een monetair complement der innovaties, maar hij heeft aan deze factor veel te weinig waarde toegekend.
Wel heeft de verklaring van Schumpeter het meest onze kijk op de Kondratieffgolven bepaald. Zo ook in Nederland, waar vooral de economen Jaap van Duijn en Alfred Kleinknecht de belangrijkste aanhangers van deze theorie zijn. Volgens Van Duijn begon de vierde cyclus omstreeks 1949 met een opwaartse golf door de ontwikkeling van de petrochemie en de elektrotechniek. Deze duurde tot de oliecrisis van 1974. Daarna zette de dalende golf in die duurde tot ongeveer 1984.
Van Duijn
Van Duijn en Kleinknecht gingen er min of meer vanuit dat, na de neerwaartse golf van de jaren zeventig en tachtig, in de jaren negentig weer een nieuwe cyclus was begonnen met de opkomst van de informatie- en communicatietechnologie. Volgens Kleinknecht hadden deze snelgroeiende technologieën intussen kwantitatief een zodanige omvang bereikt dat ze de economie naar een hoger groeipad konden tillen. Maar dat tussentijdse recessies zouden blijven voorkomen. Hij verwachtte dat de opwaartse golf kon duren tot 2015-2020, en dat daarna pas weer een neerwaartse golf zou komen.
Van Duijn was zo overtuigd dat we ons in de vijfde opwaartse golf bevonden, dat hij het aandurfde om nog in 2007 te verklaren dat de wereldeconomie niet bedreigd werd. Dat de huizencrisis in de Verenigde Staten zou meevallen. En dat we in 2008 zelfs de hele kredietcrisis zouden zijn vergeten!
Omslagpunten
Het bestaan van de Kondratieffcyclus is in de economische wetenschap dus wel erkend. De interpretatie ervan echter is heel verschillend. Op drie punten behoeft deze daarom toelichting.
Ten eerste dat de omslagpunten niet in één jaar, maar over meer jaren plaatsvinden. Dit is niet zozeer vanwege de ontoereikendheid van de statistische gegevens, als wel omdat de overgang van opwaarts naar neerwaarts, en vice versa, nooit in alle landen gelijktijdig plaatsvindt. De omslag is altijd een proces dat zich geleidelijk, als een olievlek, over de economie verspreid.
Ten tweede, en mede als gevolg van het eerste punt, hebben de golven niet allemaal dezelfde tijdsduur. Ze kunnen in lengte variëren van ongeveer vijftig tot zestig jaar.
Ten derde doen de lange golven zich bij verschillende economische indicatoren voor. Maar ze zijn het duidelijkst waar te nemen bij de prijs- en renteontwikkelingen. Waarbij de prijzen en rente tijdens de opwaartse golf stijgen en tijdens de neerwaartse golf dalen. Opmerkelijk is dat de lange golven zich bovendien niet beperken tot het economische leven, maar ook op politiek en sociaal gebied waarneembaar zijn.
De Kondratieffcyclus is voor meer dan één uitleg vatbaar. Dat komt doordat de omslagpunten en de lengte van de golven niet eenduidig zijn. Bovendien zijn ze afhankelijk van het economische onderwerpsgebied dat wordt gekozen. Dat is ook de reden dat veel economen weinig ophebben met de Kondratiefftheorie. Een deel wilde er helemaal niets van weten, omdat zij ervan overtuigd waren dat economische cycli tot het verleden behoorden.
Voorspellende waarde
Maar volgens Schumpeter bezat de Kondratieffgolf een grote voorspellende waarde voor het verloop van de economie. Hij ging zelfs zo ver door te stellen dat de Kondratieffgolf moest worden beschouwd als ‘the single most important tool in economic forecasting’. Alleen is het belangrijk dat we, net als Kondratieff zelf, onze aandacht vooral moeten richten op het monetaire aspect: de rente en prijzen.
In de rentepercentages op de kapitaalmarkt vanaf omstreeks 1800 zijn duidelijk vier Kondratieffgolven te herkennen. De toppen worden omstreeks 1815, 1860, 1920 en 1980 bereikt. De bodems van de cycli vallen rond 1830, 1890, 1950 en 2020. Het huidige jaar waarin de kapitaalmarktrente wereldwijd tot recordniveaus is gedaald.
De Kondratieff-cyclus in vier seizoenen
Vier Kondratieff-seizoenen
Elke Kondratieffcyclus kent een onderverdeling in vier perioden. Deze zijn te vergelijken met de vier jaargetijden. Daarom spreken ook wel over seizoenen. Elke golf begint met de lente die staat voor de opbloei, de opbouwfase. Dan volgt de zomer waarin de consolidatie plaatsvindt. De herfst staat bekend als de plateaufase. Als laatste volgt de winter, de liquidatiefase. Net als in de natuur heeft bij de Kondratiefftheorie elk seizoen zijn eigen kenmerken. Ook staat de volgorde van de seizoenen vast.
Het enige verschil is dat in de natuur vier seizoenen samen een jaar duren. Bij de Kondratieffcyclus is dat niet zo duidelijk afgebakend. Niet alleen kan de totale duur van de cyclus variëren van vijftig tot zestig jaar. Maar daarbinnen is ook de lengte van elk seizoen variabel. Om het seizoen in de totale cyclus te kunnen bepalen is niet zozeer de tijdsduur van belang als wel de specifieke kenmerken van die tijd.
In een volgend artikel meer hierover.