Cycli en trends lopen als een rode draad door het leven. Het is het fundamentele ritme van de mens, de natuur, maar ook van de economie en de financiële markten. De idee dat de geschiedenis volgens een patroon verloopt, kan daarom worden benut om de toekomstige loop der gebeurtenissen te voorzien. Het grote voordeel is dan dat je daarop kunt inspelen. Dat is ook de reden dat ik bij beleggen gebruik maak van cycli met mijn Trend Tracker systeem.
Vanwege het grote belang van cycli en cyclisch denken, willen we daar aandacht aan besteden in deze artikelenreeks. Achtereenvolgens zullen dat de volgende onderwerpen zijn. Wat is een cyclus eigenlijk? Welke cycli kunnen we onderscheiden in de economie en de financiële markten? En hoe verhouden die zich tot elkaar? In dit eerste deel behandelen we de belangrijkste economische cycli en geven we inzicht in de grote golfbewegingen op de huizenmarkt.
De Griekse wijsgeren uit de Oudheid, ver voor het begin van onze jaartelling, wisten het al. Alles stroomt. Alles is in beweging. Alles verandert continu. Maar de geschiedenis herhaalt zich keer op keer. Het lijkt een natuurwet, vergelijkbaar met eb en vloed, het verstrijken van de seizoenen, de afwisseling van dag en nacht, etc.
Het is natuurlijk niet zo dat alles zich in dezelfde vorm herhaalt. Maar het rijmt wel, zo stelde de Amerikaanse schrijver Mark Twain (1835-1910). Ook zijn de patronen voortdurend herkenbaar. En zelfs in hoge mate voorspelbaar.
Tijd en omstandigheden zijn telkens anders, maar er is één constante: de mens. Het menselijk wezen is nog steeds hetzelfde als dat van duizenden jaren geleden en wordt, als het om geld gaat, nog steeds gedreven door twee krachtige karaktertrekken: hebzucht en angst. Deze wisselen elkaar af en bepalen in economisch opzicht zijn gedrag.
Hebzucht is de basis van het handelen van de belegger, de ondernemer en van de mens in het algemeen. Dat was vroeger het geval en dat is nog steeds zo. De mens wil altijd meer. Tijden van economische voorspoed en optimisme creëren hebzucht. Het creëert sufferds die erom vragen bedrogen te worden en slimmeriken die hierop inspelen. Kuddegedrag fungeert hierbij als katalysator voor een collectieve verblinding en het ontstaan van excessen.
Cycli
Het woord cyclus is afgeleid van het Griekse woord voor cirkel. Een cyclus is niets anders dan een logische opeenvolging van gebeurtenissen die leidt tot een telkens terugkerend patroon. De gebeurtenissen zijn natuurlijk nooit exact gelijk, evenals de tijdsduur, maar de volgorde van de gebeurtenissen, evenals het patroon zelf, zijn dat vaak wel.
Cycli zijn het best te omschrijven en te verklaren met de ‘varkenscyclus’. Zodra de prijs van varkensvlees begint te stijgen, gaan varkensfokkers meer dieren fokken. Wie zou dat niet doen? Anderhalf jaar later zijn de biggetjes volwassen varkens geworden en neemt het aanbod van varkensvlees drastisch toe. Het gevolg van dat overschot is een daling van de prijzen, een zo sterke daling zelfs dat het varkensboeren meer kost hun beesten te fokken dan zij er bij verkoop voor terugkrijgen.
Dit leidt tot faillissementen en tot het fokken van minder dieren door boeren die het wel hebben overleefd. Anderhalf jaar later zien we dan een tekort aan varkensvlees optreden. Dan beginnen de prijzen weer te stijgen, waardoor winsten toenemen en boeren meer varkens gaan fokken, etc.
Hetzelfde gebeurt op de huizenmarkt. Omdat bij huizen de ‘dracht’ veel langer duurt dan bij varkens, strekt de cyclus zich ook over een langere periode uit: zeven in plaats van anderhalf jaar. Of neem de scheepsbouw. Omdat het nog veel langer duurt om schepen te bouwen, beslaat de cyclus in deze branche een periode van twaalf jaar. Het beginsel blijft in alle gevallen gelijk.
Conjunctuurcyclus
De hoogte- en dieptepunten van de verschillende cycli vallen natuurlijk wel eens samen, waardoor schepen, varkensvlees en huizen op hetzelfde moment duur of goedkoop zijn. Die gecombineerde effecten van veel van onderliggende cycli noemen we de conjunctuur. En ook die kent zijn eigen cyclus.
De economische geschiedenis kent dus een cyclisch verloop. Een van de beroemdste voorbeelden stamt uit het Oude Testament. In Egypte verklaart de Jood Jozef de droom van de farao met zijn voorspelling dat er na zeven jaren van overvloed, zeven jaren van hongersnood zullen volgen. Hij gaf de farao de wijze raad om graan en ander voedsel op te laten slaan in jaren van overvloed om voorbereid te zijn op de ramp die zou komen. Jozef was dus eigenlijk één van de eerste cyclusdeskundige.
Soorten cycli
In de economie kennen we vele cycli, die allemaal zijn opgebouwd uit een aantal onderliggende ontwikkelingen. Met een looptijd van veertig tot vijftig maanden is de Kitchincyclus daarvan de kortste. Deze werd in 1923 ontdekt door Britse statisticus Joseph Kitchin. Deze cyclus is gebaseerd op rentetarieven, groothandelsprijzen, geldhoeveelheden en vooral bedrijfsvoorraden. Daarnaast zijn er de op bedrijfsinvesteringen gebaseerde Juglarcyclus, vernoemd naar de Franse arts Clement Juglar die deze cyclus in 1862 ontdekte. Deze cyclus varieert van negen tot elf jaar. En tenslotte de vijftien tot vijfentwintig jaar durende Kuznetscyclus, die is gebaseerd op de huizenmarkt en in ontdekt door de Amerikaan Simon Kutznets.
De moeder van alle economische cycli is de Kondratieffcyclus. Deze is vernoemd naar de Russische econoom Nikolai Kondratieff die deze cyclus ontdekte in de jaren twintig van de vorige eeuw. Deze cyclus van vijftig tot zestig jaar is de langste en dus de belangrijkste. Want hoe langer de cyclus, hoe meer invloed hij heeft op de economie. De cyclus is vooral gebaseerd op prijs- en renteontwikkelingen.
Een mogelijke verklaring voor de lengte van deze cyclus zou de opeenvolging van generaties kunnen zijn. Daarbij nemen we aan dat een generatie – de ouders – ongeveer dertig jaar het maatschappelijke leven bepaalt, waarna een volgende het overneemt. Bovendien denken we dat de Kondratieffgolf zich heeft verlengd van vijftig tot zestig jaar naar circa tachtig jaar. Dat is veroorzaakt door de grote geboortegolf van babyboomers die ook nog eens steeds ouder worden, en de overgang van een grotendeels agrarische maatschappij begin twintigste eeuw naar de huidige consumptiemaatschappij.
Generaties
Tijdens de opvoeding geven ouders vooral hun eigen ervaringen aan hun kinderen door. Ze waarschuwen hen voor de fouten die ze zelf hebben begaan. Zo vertelde de eerste president van de Europese Centrale Bank Wim Duisenberg eens: ‘Ik weet nog hoe onthutst mijn vader was toen ik zei dat ik geld ging lenen voor ons eerste eigen huis. “Jongen, zou je dat wel doen? Lenen brengt alleen maar problemen!” Elke nieuwe generatie ouders geeft haar eigen ervaringen door, niet die van opa en oma. De ervaringen van de grootouders worden als irrelevant beschouwd, want de omstandigheden zijn veranderd.
Het verleden wordt verguisd en vergeten. Daardoor worden oude fouten opnieuw gemaakt en herhaalt de geschiedenis zich. Duisenberg kon schouderophalend voorbijgaan aan de bezorgdheid van zijn vader. Hij zal in de jaren tachtig (toen de inflatie alleen maar toenam) zijn kinderen ongetwijfeld hebben aangeraden een woning te kopen. En op hun beurt zullen ook Duisenbergs kleinkinderen van hun ouders datzelfde advies krijgen. Zij hebben immers ervaren dat huizen alleen maar in prijs stijgen. Duisenbergs vader had een geheel andere ervaring opgedaan tijdens de crisisjaren. Net zoals zijn voorvaderen, zoals goed te zien is in onderstaande grafiek van de huizenprijzen door de eeuwen heen in Amsterdam.
De prijzen voor Amsterdamse grachtenpanden van 1628 tot 2009 laten een sterk cyclisch verloop zien (Bron: TU Delft)
Koopwoningen
In die periode van deflatie durfde men geen woning te kopen, omdat de huizen toen fors in prijs daalden. Men bleef in die tijd huren en wees de jongere generatie op de nadelen van kopen. De generatie die de crisis bewust heeft meegemaakt is vrijwel uitgestorven. En als die generatie nog adviezen verstrekt aan de klein- of achterkleinkinderen, dan zal die raad uit de oude doos vermoedelijk niet worden aangenomen.
Tot voor kort wilde iedereen een eigen woning. Daardoor bleef de prijs maar stijgen en zodoende bleef de trend zich versterken. Inmiddels heeft vrijwel iedereen die het zich kon veroorloven, gekocht. Voor een steeds groter deel van de potentiële huizenkopers liggen de prijzen inmiddels hoger dan het budget. Daarmee zal vroeg of laat de top van de cyclus worden bereikt en blijft er slechts één weg over, naar beneden.
De grote golf van de Kondratieffcyclus geldt niet alleen voor de huizenmarkt. De ervaringen van de crisisgeneratie worden niet meer overgebracht of geloofd en zodoende belanden we op onbekend terrein. We moeten zelfs vrezen dat we aan het begin staan van een grote financieel-economische depressie. Een ongekend fenomeen dat we al decennialang en zelfs generaties lang niet meer hebben meegemaakt.
In het volgende deel gaan we verder in op de Kondratieffcyclus.